De nieuwe wet op de private opsporing

Dhr. Bart De Bie (i-Force) en mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op donderdag 17 oktober 2024


Ondernemingsstrafrecht:
wat wijzigt er door boek I en boek II van het Strafwetboek?

Mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024


HR-aspecten bij M&A transacties

Mr. Nele Van Kerrebroeck (Linklaters)

Webinar op donderdag 16 mei 2024


Aandeelhoudersovereenkomsten
in het licht van de nieuwe wetgeving

Mr. Michaël Heene (DLA Piper)

Webinar op vrijdag 31 mei 2024

Vier jaar WVV (Schoups)

Auteurs: Gwen Bevers, Joost van Riel, Sacha Klajnfeld en Emma Van Hoorick (Schoups)

Iets meer dan vier jaar geleden, op 1 mei 2019, trad het nieuwe Wetboek van vennootschappen en verenigingen in werking. Na vier jaar praktijk nadert één van de belangrijkste deadlines van het overgangsregime. 1 januari 2020 bracht voor de vennootschappen van het oude recht al de “inhoudelijke” inwerkingtreding; 1 januari 2024 is de deadline voor de “formele” inwerkingtreding. Heel wat vennootschappen zullen dus nog voor het einde van het kalenderjaar hun statuten moeten wijzigen. Voor bepaalde vennootschappen zijn de gevolgen ingrijpender. Bijvoorbeeld de CommVA, de coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid, de landbouwvennootschap, enz. houden op te bestaan.

Het overgangsrecht op hoofdlijnen

Op de vierde verjaardag van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (afgekort, het “WVV“), is het nuttig de inwerkingtreding van dit nieuwe wetboek kort terug in herinnering te brengen:

  • Het WVV deed zijn intrede met de wet van 23 maart 2019 en trad in werking op 1 mei 2019. Vennootschappen die sinds die inwerkingtreding zijn opgericht, hebben enkel het nieuwe recht gekend en hun statuten moeten conform het WVV zijn.
  • Voor de “oude vennootschappen” zijn de meeste bepalingen van het WVV op 1 januari 2020 in werking getreden. Sinds die datum worden ook bij elke “oude” vennootschap de statutaire bepalingen die in strijd zijn met de dwingende bepalingen van het WVV, voor niet geschreven gehouden. De aanvullende bepalingen van het WVV hebben vanaf diezelfde datum uitwerking, tenzij de statuten een afwijkende regeling bepalen.
  • Om evenwel te vermijden dat er vennootschappen, verenigingen of stichtingen zouden blijven functioneren met achterhaalde statuten, bepaalt de wet dat de bestuurders van deze entiteiten uiterlijk tegen 1 januari 2024 de statuten aan het WVV moeten conformeren. Vrijdag 29 december 2023, wordt voor veel notarissen dus een drukke dag.
  • 1 januari 2024 is echter ook een cruciale deadline voor de vennootschappen waarvan de rechtsvorm niet meer bestaat onder het WVV, zoals bv. de commanditaire vennootschap op aandelen (Comm.VA) of de landbouwvennootschap (LV). Zij worden dan automatisch omgezet naar hun meest logische tegenhanger in het WVV.
  • Voor de vennootschappen die op 1 januari 2024 automatisch worden omgezet, moet het bestuursorgaan vervolgens binnen zes maanden na die datum een buitengewone algemene vergadering oproepen om ook de statuten in overeenstemming te brengen met het WVV. De laatste deadline voor de bestuursorganen van deze vennootschappen is dus 30 juni 2024.
Wat heeft 2023 dus nog in petto voor uw vennootschap?

De kalender hierboven vertaalt zich in concrete deadlines voor alle “oude” vennootschappen (van vóór 1 mei 2019). Wat zijn daar de concrete to do’s?

  • Veel oude vennootschappen moeten dit jaar hun statuten nog aanpassen. Veel ondernemers stellen het nut van deze “administratieve kost” echter in vraag en vinden daarvoor bijval bij bepaalde academici en recent zelfs van de minister van Justitie. Onze visie over het nut (of het risico) van het (niet) aanpassen van de statuten, leest u in onze afzonderlijke nieuwsbrief (Verplichte statutenwijziging tegen 1 januari 2024: vergeet de stok denk aan de wortel).
  • Voor naamloze vennootschappen die vandaag een directiecomité hebben, is deze statutenwijziging een bijzonder aandachtspunt. De nieuwe statuten zullen nl. geen gebruik meer kunnen maken van een directiecomité als bestuursorgaan. Lees hier meer over in onze afzonderlijke nieuwsbrief (Directiecomités behoren weldra tot het verleden).
  • Voor rechtspersonen die een rechtsvorm hebben aangenomen die is afgeschaft door het WVV, is een verplichte omvorming naar één van de behouden basisvormen voorzien. Dit kan via een eenvoudige statutenwijziging, dus zonder de bijzondere procedure en formaliteiten voor een wijziging van de rechtsvorm. De uiterste datum voor een vrijwillige omzetting is 31 december 2023.

Indien de rechtspersoon er niet voor kiest om vrijwillig om te zetten, voorziet het overgangsrecht in een automatische omzetting op 1 januari 2024 van de rechtsvormen die zijn afgeschaft. Het gaat dan niet alleen om de hoger reeds vermelde Commanditaire Vennootschap op Aandelen (Comm.VA) en Landbouwvennootschap (LV), maar ook om het economisch samenwerkingsverband (ESV), de Coöperatieve Vennootschap met Onbeperkte Aansprakelijkheid (CVOA) en de beroepsvereniging of federatie van beroepsverenigingen. Hierbij gelden de volgende principes:

  • De Comm.VA wordt een NV met één enkele bestuurder.
  • Het ESV en de CVOA worden een VOF.
  • De LV wordt een VOF, of indien er stille vennoten zijn: een CommV.
  • De beroepsvereniging of federatie van beroepsverenigingen wordt een VZW.

Vanaf deze omzetting loopt zoals aangegeven een nieuwe termijn van zes maanden waarin het bestuursorgaan de algemene vergadering moet oproepen en de statutenwijziging moet doorvoeren. De nieuwe deadline is dan 30 juni 2024, of praktisch vrijdag 28 juni 2024. Ook hier geldt de persoonlijke en hoofdelijke aansprakelijkheid van bestuurders als sanctie.

Indien de voorkeur is om de betrokken vennootschap om te zetten naar een andere dan de voorziene rechtsvorm, is het aangewezen die omzetting te doen vóór 1 januari 2024. Op die manier vermijdt de vennootschap tijdelijk nog een andere rechtsvorm te moeten aannemen (met alle praktische implicaties die daar bij horen) en is er een eenduidig uitgangspunt van waaruit de spelregels voor de nieuwe vennootschap kunnen worden vastgesteld.

  • Een bijzonder geval is de zgn. “oneigenlijke” CVBA. Deze vennootschapsvorm zit op het snijpunt van een aantal krachtlijnen waarrond het nieuwe vennootschapsrecht is opgebouwd.

De Belgische wetgever wilde het aantal vennootschappen beperken en de spelregels voor die vennootschapsvormen zo flexibel mogelijk maken. Die krachtlijnen vertalen zich ook in de visie van de wetgever op het coöperatieve landschap. Vanuit de wens de oude CVBA zo veel mogelijk voor te behouden voor de “echte” coöperatieve, werden veel CVBA’s van bv. vrije beroepen doorverwezen naar de BV. De flexibiliteit die een CVBA bood, werd nl. ook het kenmerk van de nieuwe BV. Toch stellen we vast dat de BV niet helemaal is uitgerust om de afgeschafte rechtsvormen op te vangen. Lees meer hierover in onze afzonderlijke nieuwsbrief (De BV als vangnet voor CVBA’s: ogen sluiten en springen?).

Bron: Schoups

» Bekijk alle artikels: Vennootschappen & Verenigingen