Aandeelhoudersovereenkomsten
in het licht van de nieuwe wetgeving

Mr. Michaël Heene (DLA Piper)

Webinar op vrijdag 31 mei 2024


Zekerheden: een update
aan de hand van wetgeving en rechtspraak

Mr. Ivan Peeters en mr. Philip Van Steenwinkel (Hogan Lovells)

Webinar op vrijdag 8 november 2024


Het nieuwe Boek 6:
de impact op de werkvloer

Mr. Chris Persyn (Cautius)

Webinar op donderdag 4 juli 2024


Faillissementsrecht:
recente wetgeving én rechtspraak anno 2024

Mr. Ilse van de Mierop en mr. Charlotte Sas (DLA Piper)

Webinar op vrijdag 6 december 2024

Boek XX van het WER is aangepast aan de arresten Plessers (16 mei  2019) en Heiploeg (28 april 2022) door de wet van 7 juni 2023: wat wijzigt er juist? (LegalNews)

Auteur: Marc Vandecasteele (LegalNews)

De wet van 7 juni 2023 tot omzetting van Richtlijn (EU) 2019/1023 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende preventieve herstructureringsstelsels, betreffende kwijtschelding van schuld en beroepsverboden, en betreffende maatregelen ter verhoging van de efficiëntie van procedures inzake herstructurering, insolventie en kwijtschelding van schuld, en tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/1132 en houdende diverse bepalingen inzake insolvabiliteit werd op 7 juli 2023 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en de wet treedt in werking op 1 september 2023.

In het wetsontwerp wordt voorzien dat Boek XX van het Wetboek van economisch recht ook wordt aangepast aan de door het Hof van Justitie van de Europese Unie gestelde eisen in de arresten Plessers van 16  mei  2019 en Heiploeg van 28 april 2022 dat bepaalde wijzigingen oplegt aan de reorganisatie door overdracht van ondernemingen

Het stelsel van overdracht van onderneming in de artikelen XX.84 tot en met XX.97 is grondig herwerkt.

Het nieuwe stelsel komt, kort gezegd, hierop neer dat de overdracht van onderneming bedoeld in Boek XX leidt tot een faillissement of de vereffening van de onderneming, in omstandigheden die in het belang zijn zowel van de kapitaalhouders als van de werknemers en de schuldeisers. Het stelsel strekt niet meer – voor zover dit ooit het geval was – tot het behoud van de continuïteit van de onderneming zelf, zijnde de natuurlijke of de rechtspersoon.

De redenering van het Hof van Justitie in de zaak Plessers was dat de procedure van overdracht onder gerechtelijk gezag een procedure was met het oog op het behoud van het geheel of een gedeelte van de onderneming of van haar activiteiten zodat artikel 5 van de Richtlijn 2001/23 niet toepasselijk was. Het ontwerp strekt ertoe de overdracht volledig te laten overeenstemmen met de procedure bedoeld in artikel 5 van de Richtlijn dat van toepassing is. Dit artikel vereist dat een faillissementsprocedure of soortgelijke procedure wordt ingeleid met het oog op de vereffening van het vermogen van de vervreemder. De wet sluit het behoud van de gehele of gedeeltelijke onderneming uit en de overdracht wordt een vorm van vereffening. Het feit dat deze overdracht vóór het faillissement of de vereffening plaatsvindt, is volgens het arrest Heiploeg van 28 april 2022 niet doorslaggevend omdat een dergelijke overdracht de collectieve belangen beter beschermt. Het volstaat dat het hoofddoel de vereffening van de onderneming is (zaak C-237/20). Het ligt voor de hand dat het hoofddoel van de vereffening van de onderneming verwezenlijkt wordt als deze effectief wordt vereffend en dat een derde de activiteit overneemt en zodoende het lot van de schuldeisers en werknemers maximaal beschermt. Niets belet dat de overdracht slechts betrekking zou hebben op een deel van de activa: het is goed mogelijk dat wat niet overgedragen wordt dan in het patrimonium van de schuldenaar blijft tot zijn faillissement of vereffening. De procedure is dus van een zeer verschillende aard van de vroegere overdracht die wel de mogelijkheid open liet van een beheerste doorstroming van een activiteit. Hier is er een breuk: het belang van de schuldeisers wordt gevrijwaard via een intelligente vereffening die al dan niet de waarde van bepaalde componenten van de onderneming kan vrijwaren.

Die aanpassingen bleken des te noodzakelijker doordat de vele crisismaatregelen die zijn genomen tegen de verspreiding van de COVID-19-pandemie de economie zwaar hebben getroffen, zowel rechtstreeks (bijvoorbeeld verplichte sluiting van winkels en ondernemingen, annulering van tal van evenementen, enz.) als onrechtstreeks (onvoldoende voorraad of wisselstukken vanwege de maatregelen, dalende vraag, enz.). Door aanzienlijke liquiditeitsproblemen zullen bepaalde ondernemingen geen andere keuze hebben dan een beroep te doen op de insolventieprocedures, waaronder de overdracht onder gerechtelijk gezag, voor een herstructurering. Het is immers van belang dat de stakeholders de garantie krijgen dat een eventuele overdracht van de onderneming op grond van de artikelen XX.84 en volgende van het Wetboek van economisch recht achteraf niet ter discussie wordt gesteld.

Meer informatie over het arrest Plessers leest u hier:
Meer informatie over het arrest Heiploeg leest u hier:

Lees hier de volledige fiche van het wetsontwerp

» Bekijk alle artikels: Insolventie & Faillissement