Contractuele aspecten
voor en na een cyberincident
Mr. Bernd Fiten (Timelex)
Webinar op dinsdag 30 september 2025
Internationale koop- en verkoopovereenkomsten: een aantal knipperlichten onder de loep
Mr. Kim Swerts (Monard Law)
Webinar op vrijdag 10 oktober 2025
Boek 7 BW. Nieuwe regels voor
bijzondere contracten op komst
Prof. dr. Thijs Tanghe en mr. Tijl Eggers (Eubelius)
Webinar op dinsdag 21 oktober 2025
Ondernemingscontracten redigeren:
mogelijke valkuilen (inclusief boek)
Mr. Arie Van Hoe (Janson)
Mr. Olivier Vanden Berghe (Liedekerke)
Dhr. Dirk Deschrijver (Legal Advisor)
Dhr. Marc Taeymans (Thomas More Hogeschool)
Webinar op donderdag 2 oktober 2025
Aannemingsrecht anno 2026
Mr. Frank Burssens (Everest)
Mr. Els Op de Beeck (Schoups)
Mr. Simon Verhoeven (Equator)
Webinar op donderdag 29 januari 2026
Samenwerkingsvormen in de bouw:
een praktijkgericht overzicht van diverse contracten
Mr. Jens Rediers, mr. Jef Feyaerts
en mr. Sophie De Krock (Schoups)
Webinar op dinsdag 10 juni 2025
Boek 7 ‘Bijzondere contracten’ en de impact voor de bouwsector – deel 2 (Recht op Zaterdag)
Lees ook deel 1 en deel 3 van dit artikel
Artikel 7.4.17. Conformiteitstermijn
‘De opdrachtnemer staat alleen in voor de conformiteitsgebreken die aan het licht komen binnen een periode van tien jaar vanaf de aanvaarding van de afgewerkte opdracht.’
Toelichting in het wetsvoorstel (eigen selectie)
Het voorgesteld artikel is ontleend aan artikel 7.2.32 inzake koop. Anders dan bij koop is de termijn van dit artikel geen “garantietermijn”, maar een “conformiteitstermijn”, aangezien de opdrachtnemer maar voor een conformiteitsgebrek instaat voor zover dat gebrek aan een toerekenbare tekortkoming te wijten is. Er wordt voor doeleinden van dit artikel – anders dan voor koop – evenwel bewust voor geopteerd de aanvaarding en niet de levering als vertrekpunt van de tienjarige termijn te nemen, aangezien de opdrachtgever, in geval van een voldoende ernstig conformiteitsgebrek, de levering kan weigeren of bij de levering voorbehouden kan formuleren. Het artikel is een loutere codificatie van het bestaande recht. Ook naar huidig recht geldt, ingevolge artikel 2262bis, § 1, van het oud Burgerlijk Wetboek dat de opdrachtnemer maar instaat voor gebreken die aan het licht komen binnen een periode van tien jaar vanaf de aanvaarding.
Artikel 7.4.18. Kennisgevingstermijn
‘De opdrachtgever geeft de opdrachtnemer kennis van het conformiteitsgebrek binnen een redelijke termijn nadat hij het heeft ontdekt of behoorde te ontdekken, en ten vroegste vanaf de levering. De redelijke termijn wordt beoordeeld aan de hand van alle relevante omstandigheden en in het bijzonder de aard van de opdracht, de aard van het conformiteitsgebrek, de hoedanigheid van de partijen en de gebruiken. Als de opdrachtgever binnen deze termijn geen kennisgeving verricht, verliest hij het recht om zich op het conformiteitsgebrek te beroepen.’
Toelichting in het wetsvoorstel (eigen selectie)
Het voorgesteld artikel is ontleend aan artikel 7.2.33 over koop. De opdrachtgever moet, wanneer hij een conformiteitsgebrek vaststelt, de opdrachtnemer daarvan binnen een redelijke termijn op de hoogte brengen. Bij gebrek daaraan wordt hij geacht het conformiteitsgebrek te aanvaarden. Wat dienstencontracten betreft, wordt aan het principe van artikel 7.2.33 evenwel toegevoegd dat de opdrachtgever van het conformiteitsgebrek “ten vroegste op het ogenblik van de levering” kennis moet geven, omdat, (i) wanneer de opdrachtgever een conformiteitsgebrek voor de levering ontdekt, de kennisgevingstermijn niet voor de levering een aanvang kan nemen; en (ii) wanneer de opdrachtgever het conformiteitsgebrek op het ogenblik van aanvaarding heeft ontdekt of behoorde te ontdekken, i.e. wanneer het conformiteitsgebrek een zichtbaar karakter heeft, de kennisgeving binnen een redelijke termijn wordt vermoed een onmiddellijke kennisgeving, op het ogenblik van de aanvaarding, in te houden (zie ook art. 7.4.9, § 1, vierde lid). Zo codificeert het voorgestelde artikel voor wat zichtbare conformiteitsgebreken betreft, het huidige recht. Voor wat verborgen conformiteitsgebreken betreft, i.e. conformiteitsgebreken die de opdrachtgever op het ogenblik van aanvaarding niet heeft ontdekt noch behoorde te ontdekken, wijkt het voorgesteld artikel enigszins van het huidige recht af. Volgens de huidige rechtspraak en rechtsleer volstaat het niet dat de opdrachtgever van een verborgen conformiteitsgebrek binnen een redelijke termijn kennisgeeft; vereist is dat hij binnen een redelijke termijn een vordering ten gronde tegen de opdrachtnemer stelt. Deze regel houdt verband met het vraagstuk van aanvaarding: de opdrachtgever die niet binnen een redelijke termijn nadat hij een verborgen conformiteitsgebrek heeft ontdekt of behoorde te ontdekken, in rechte ageert, wordt geacht het verborgen conformiteitsgebrek te hebben aanvaard. De afstemming van de regels over dienstencontracten op de regels over koop dwingt ertoe dit principe te wijzigen en de verplichting van de opdrachtgever om conformiteitsgebreken binnen een redelijke termijn te melden, tot alle conformiteitsgebreken uit te breiden, ongeacht of zij voor hem al dan niet zichtbaar waren op het ogenblik van aanvaarding. Bovendien moet worden vastgesteld dat de huidige regel in de praktijk tot mistoestanden aanleiding geeft. Opdrachtgevers zijn zich er vaak niet van bewust dat, willen zij hun rechten wegens een verborgen conformiteitsgebrek vrijwaren, zij binnen een korte termijn een vordering in rechte moeten stellen. Vaak denken zij dat het in eerste instantie voldoende is een verborgen conformiteitsgebrek aan de opdrachtnemer te melden en hopen zij dat in overleg met de opdrachtnemer een oplossing zal kan worden gevonden. Meer dan eens blijken opdrachtnemers hierop te speculeren. Dergelijke praktijken moeten worden vermeden. Door te vereisen dat dat de opdrachtgever een verborgen conformiteitsgebrek binnen een redelijke termijn aan de opdrachtnemer meldt, wordt evenzeer aan de aanvaardingsproblematiek tegemoetgekomen, zonder dat er een risico op misbruik bestaat. Op de kennisgevingsverplichting van de opdrachtgever is artikel 1.5 van toepassing. Eenmaal de opdrachtgever van het conformiteitsgebrek kennis heeft gegeven overeenkomstig het voorgestelde artikel, beschikt hij vervolgens over een termijn van twee jaar om in rechte op te treden (art. 7.4.19).
Artikel 7.4.19. Verjaringstermijn
‘De vordering wegens een conformiteitsgebrek verjaart twee jaar vanaf de kennisgeving van dit gebrek en ten vroegste twee jaar vanaf de levering van de opdracht. Deze termijn wordt geschorst gedurende voldoende ernstige onderhandelingen tussen partijen of het gerechtelijk of tegensprekelijk buitengerechtelijk deskundigenonderzoek.’
Toelichting in het wetsvoorstel (eigen selectie)
Het voorgesteld artikel is ontleend aan artikel 7.2.34 over koop. Zoals voor koop het geval is, en om de rechtszekerheid te bevorderen, is het nuttig een termijn te bepalen binnen dewelke de opdrachtgever een vordering wegens conformiteitsgebreken tegen de opdrachtnemer moet instellen, na kennisgeving van het conformiteitsgebrek. Zo wordt een bijkomende compensatie geboden voor de afschaffing van de vigerende regel dat de opdrachtgever die de opdrachtnemer voor een conformiteitsgebrek wil aanspreken, daartoe binnen een redelijke termijn nadat hij het gebrek heeft ontdekt of behoorde te ontdekken, een vordering in rechte moet instellen: nadat de opdrachtgever aan de opdrachtnemer van het gebrek kennis heeft gegeven conform artikel 7.4.18, mag hij niet eindeloos talmen om een vordering in rechte in te stellen; wacht hij toch te lang, dan wordt hij onweerlegbaar vermoed alsnog het conformiteitsgebrek te aanvaarden. Wanneer de opdrachtgever aan de opdrachtnemer een kennisgeving doet van de niet-conformiteit binnen een redelijke termijn nadat hij de niet-conformiteit heeft ontdekt en vervolgens binnen een termijn van twee jaar een vordering in rechte instelt, kan de opdrachtnemer zich in geen geval nog beroepen op de stilzwijgende aanvaarding van de niet-conformiteit door de opdrachtgever op grond van het louter verstrijken van tijd (bv. louter omdat de opdrachtgever nadat hij de niet-conformiteit ontdekt en meldt nog een jaar wacht om te vorderen in rechte). Indien de opdrachtgever kennisgeving doet van een niet-conformiteit, mag de opdrachtnemer er immers onmogelijk van uit te gaan dat de opdrachtgever de niet-conformiteit aanvaardt. Onder de bestaande regeling verliest de opdrachtgever tien jaar na de aanvaarding elke mogelijkheid om de opdrachtnemer nog aan te spreken. Onder de voorgestelde regeling kan de opdrachtgever de opdrachtnemer onder omstandigheden tot maximaal twaalf jaar na de aanvaarding aanspreken, met name in het geval de opdrachtgever het conformiteitsgebrek maar heeft ontdekt of behoorde te ontdekken op het einde van de tienjarige conformiteitstermijn en nog voor het einde van die termijn de opdrachtnemer van het gebrek op de hoogte heeft gebracht.
» Bekijk alle artikels: Bouw & Vastgoed, Verbintenissen & Goederen