HR-aspecten bij M&A transacties

Mr. Nele Van Kerrebroeck (Linklaters)

Webinar op donderdag 16 mei 2024


Ondernemingsstrafrecht:
wat wijzigt er door boek I en boek II van het Strafwetboek?

Mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024


Aandeelhoudersovereenkomsten
in het licht van de nieuwe wetgeving

Mr. Michaël Heene (DLA Piper)

Webinar op vrijdag 31 mei 2024

Nieuw vennootschapsrecht: amendement inzake de CV wordt maandagmiddag 25 februari 2019 in de Commissie besproken. Belangrijk aandachtspunt op de website van de Kamer: ‘Er wordt voor broodjes gezorgd’ (LegalNews.be)

Auteur: LegalNews.be

Publicatiedatum: 22/02/2019

Zoals reeds vermeld in ons artikel van 21 februari 2019 ‘Waarom het nieuwe vennootschapsrecht niet gestemd wordt op 21 februari 2019’ is het uitstel het gevolg van het amendement dat ingediend werd op 15 februari 2019 met betrekking tot de coöperatieve vennootschap na de opmerkingen van de Raad van State over de amendementen ingediend op 18 december 2018.

Interessant zijn een aantal opmerkingen over de amendementen ingediend op 18 december 2018 die de afdeling Wetgeving van de Raad van State in zijn advies nr. 65 081/2 van 24 januari 2019 heeft geformuleerd.

We maken een selectie.

1. Amendement 463 

De bedoeling van de stellers van het amendement

De Raad van State wijst erop dat het de bedoeling is van de stellers van het amendement dat in het ontworpen wetboek van vennootschappen en verenigingen een volledige regeling van de coöperatieve vennootschap opgenomen wordt om te vermijden dat de regels die voor die vennootschapsvorm gelden het gevolg zijn van een verwijzing naar de regels die voor de besloten vennootschap gelden.

Maar niet gebaseerd op laatste versie van het ontwerp

Foei zegt de Raad van State: de stellers van het amendement hebben zich met het oog op die omzetting niet gebaseerd hebben op de laatste versie van het ontwerp van wetboek. Verscheidene verwijzingen naar artikelen van het ontwerp zijn dus uiteraard verkeerd.

Verkeerde terminologie

De gebruikte terminologie, meer bepaald de term “vennoten”, stemt niet overeen met de structuur van het ontworpen wetboek, waarin die term uitsluitend gebruikt wordt in de context van vennootschappen met onbeperkte aansprakelijkheid, “personenvennootschappen” genoemd, terwijl in het wetboek de term “aandeelhouders” gebruikt wordt in de context van besloten vennootschappen, waaronder de coöperatieve vennootschap.

Er wordt de term “parts” gebezigd, terwijl in het ontworpen wetboek de term “actions” wordt gebruikt.

Onduidelijke definitie van wat een coöperatieve  vennootschap is

De definitie van de coöperatieve vennootschap is niet duidelijk genoeg. De stellers van het amendement lijken een definitie te overwegen die aangeeft wat de specifieke kenmerken van de coöperatieve vennootschap zijn en die haar van de andere vennootschapsvormen onderscheiden, maar terzelfder tijd lijken ze te ontkennen dat een dergelijke definitie noodzakelijkerwijze limitatief van aard is. Bijgevolg kan op basis van de ontworpen tekst aangenomen worden dat de coöperatieve vennootschap zich van de andere vennootschapsvormen onderscheidt, maar men slaagt er niet in om daaruit op te maken welke de specifieke kenmerken ervan zijn.

De definitie van de coöperatieve vennootschap heeft nochtans een grote juridische weerslag, aangezien een coöperatieve vennootschap ontbonden kan worden als zij de voorwaarden niet naleeft die door die bepaling gesteld worden.

Nietigheid van de coöperatieve  vennootschap

De stellers van het amendement voorzien een artikel dat handelt over de nietigheid van de coöperatieve vennootschappen, maar twee paragrafen bevatten bepalingen die geen betrekking hebben op de nietigheid.

Gedematerialiseerde effecten

Het is de bedoeling van de stellers van het amendement om te vermijden dat de regels die voor de coöperatieve vennootschap gelden het gevolg zijn van een verwijzing naar de regels die voor de besloten vennootschap gelden. Het is niet duidelijk waarom ze dat principe niet toepassen op de regels betreffende de gedematerialiseerde effecten uitgegeven door een coöperatieve vennootschap.

Inbreng in natura

De stellers van het amendement willen een onderscheid tussen de nietigheid van een besluit van de algemene vergadering in geval van een inbreng in natura en de nietigheid van een besluit van het bestuursorgaan in geval van een inbreng in natura zonder uitgifte van nieuwe aandelen.

Toch worden enerzijds de nietigheidsgronden in beide gevallen zonder aanwijsbare reden anders geformuleerd, en wordt anderzijds de bevoegdheid om nieuwe aandelen uit te geven niet voorbehouden aan de algemene vergadering en geven de ontworpen artikelen niet aan welk orgaan bevoegd is om inbrengen in natura zonder uitgifte van nieuwe aandelen te aanvaarden.

Het zou dus beter zijn om in één enkele nietigheidssanctie te voorzien wanneer de verslagen ontbreken die in geval van inbreng in natura voorgeschreven zijn, ongeacht welk orgaan het besluit genomen heeft.

Beleid inzake de bestemming van de winst

De Raad van State wijst erop dat er moet gepreciseerd worden welk orgaan van de vennootschap bevoegd is om te beslissen over het beleid inzake de bestemming van de winst. Deze aangelegenheid is in het bijzonder van belang gelet op het feit dat de vaststelling of de wijziging van “het handvest” tot de restbevoegdheden van het bestuursorgaan behoort; het is bovendien niet uitgesloten dat het hetzelfde orgaan is dat in bepaalde gevallen het intern reglement vaststelt of wijzigt. Het zou dan ook paradoxaal zijn dat alleen de algemene vergadering bevoegd is om te beslissen dividenden en tantièmes uit te keren maar dat ze niet bevoegd is om het beleid van de vennootschap te bepalen met betrekking tot deze aangelegenheid.

2. Amendementen 464 tot 530

Invoering rechtstelsel naar Frans model

De amendementen nrs. 464 tot 530 strekken ertoe in het Belgisch recht een rechtsstelsel in te voeren naar het model van de Franse wet nr. 78-763 van 19 juli 1978 “portant statut des sociétés coopératives de production”, dat toepasselijk is op de vennootschap met coöperatief en participatief beheer (vcpb) alsook op de verenigingen van dergelijke vennootschappen.

Een dergelijk voorstel moet echter op een harmonieuze en coherente wijze geïntegreerd worden in de andere bepalingen van het Belgisch recht, en in het bijzonder in het ontworpen wetboek.

Dit is bij de huidige stand van de amendementen niet het geval: er worden concepten gebruikt die niet, of niet langer, gebruikt worden in het geldende Belgisch recht of die niet meer zullen worden gebruikt wanneer het ontworpen wetboek aangenomen wordt. Bij wijze van voorbeeld moeten de begrippen handelsnaam, handelsvennootschap, rechtbank van koophandel en vennootschap met een sociaal oogmerk vervangen worden door de begrippen naam, vennootschap, ondernemingsrechtbank en sociale onderneming.

Slordige terminologie

De generieke term ‘bestuursorgaan’ wordt gebruikt om de bestuursorganen van alle vennootschappen aan te duiden (zaakvoerders, raad van bestuur, directieraad enzovoort).

De terminologie gebruikt om degenen die belast zijn met de leiding van de vennootschap aan te duiden is echter niet eenvormig in de verschillende voorgestelde artikelen en stemt niet overeen met die welke gebruikt wordt in de andere bepalingen van het ontworpen wetboek.

In de Franse tekst van de amendementen worden als tegenhanger van de Nederlandse term “werknemer” de Franse termen “travailleur”, “salarié” en “employé” door elkaar gebruikt zonder dat een duidelijk onderscheid tussen die termen wordt gemaakt. Die begrippen zouden eveneens in overeenstemming gebracht moeten worden met het begrip “personeel”.

Er wordt bovendien niet gepreciseerd of de werkgever van die werknemers de vennootschap moet zijn dan wel of ze eventueel tewerkgesteld zouden kunnen zijn door een andere vennootschap dan die waarvan ze vennoot zijn (en die eventueel verbonden is met de vennootschap waarvan ze vennoot zijn).

Op talrijke plaatsen worden in de amendementen ook de begrippen “vennootschap”, “onderneming” en “bedrijf” door elkaar gebruikt.

Betrokkenheid van de werknemers

De artikelen moeten volgens de Raad van State beter afgestemd worden op de bepalingen die vallen onder het sociaal recht in ruime zin.

Een aantal artikelen lijken in sommige gevallen de voorwaarden voor het ontslag van de werknemers te wijzigen waarin voorzien is bij of krachtens de wet van 3 juli 1978.

Terwijl in de bepalingen van het socialezekerheidsrecht en van het ontworpen wetboek de vennootschapsbestuurders beschouwd worden als zelfstandige werknemers die in die hoedanigheid “niet door een arbeidsovereenkomst met de vennootschap [kunnen] zijn verbonden”, wordt voorzien in een tegengestelde regel zonder dat daarin aangegeven wordt hoe die tegenstelling opgelost moet worden.

Bij de amendementen wordt een systeem ingevoerd voor de participatie van de werknemers in het aandeelhouderschap en het bestuur van de vennootschappen waarbij ze tewerkgesteld zijn, welke aangelegenheid eveneens valt onder de wet van 22 mei 2001 “betreffende de  werknemersparticipatie in het kapitaal van de vennootschappen en tot instelling van een winstpremie voor de werknemers”.

Lees hier het volledige advies van de Raad van State 

Lees hier het amendement, ingediend op 15 februari 2019

Themadag ‘Ondernemingsstrafrecht’ op donderdag 20 juni 2019, incl. het ‘Wetboek Ondernemingsstrafrecht – 2019’ (uitgave Larcier ter waarde van € 80), dat met meer dan 700 blz., een perfecte actuele documentatie is voor iedereen die met een of meerdere aspecten van het ondernemingsstrafrecht wordt geconfronteerd.

Met als sprekers (4 verschillende sessies):

  • Joachim Meese, hoofddocent Universiteit Antwerpen en advocaat
  • Kristof Salomez, docent Universiteit Brussel en advocaat-vennoot Bloom Law
  • Patrick Waeterinckx, advocaat-vennoot Waeterinckx Vansteenkiste Advocaten, praktijklector in het strafprocesrecht VUB en fraude-auditor bij het Institute of Fraud Auditors (IFA)
  • Jacques Vandeuren, advocaat-vennoot Waeterinckx Vansteenkiste Advocaten en gastdocent KU Leuven
  • Ruben Van Herpe, advocaat Waeterinckx Vansteenkiste Advocaten en deeltijds assistent bij het Instituut voor Strafrecht (KU Leuven)
  • Jürgen Egger, advocaat-vennoot Laga

 

» Bekijk alle artikels: Vennootschappen & Verenigingen