Ondernemingsstrafrecht:
wat wijzigt er door boek I en boek II van het Strafwetboek?

Mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024


Aandeelhoudersovereenkomsten
in het licht van de nieuwe wetgeving

Mr. Michaël Heene (DLA Piper)

Webinar op vrijdag 31 mei 2024


HR-aspecten bij M&A transacties

Mr. Nele Van Kerrebroeck (Linklaters)

Webinar op donderdag 16 mei 2024

Waarom het nieuwe vennootschapsrecht niet gestemd wordt op 21 februari 2019 (LegalNews.be)

Auteur: LegalNews.be

Publicatiedatum: 21/02/2019

De kritiek van de Raad van State, in het bijzonder wat de coöperatieve vennootschap betreft

Het amendement dat ingediend werd op 15 februari 2019 komt tegemoet aan de opmerkingen over amendement nr. 463 die de afdeling Wetgeving van de Raad van State in zijn advies nr. 65 081/2 van 24 januari 2019 had geformuleerd.

Algemeen beogen de amendementen rekening te houden met de opmerkingen die de afdeling Wetgeving van de Raad van State over het wetsontwerp heeft geformuleerd, met name de twijfels inzake de verwijzingen. Inzake de verwijzing in boek 5 naar boek 7 geeft de Raad van State het volgende aan:  “Vanuit een wetgevingstechnisch oogpunt maakt de werkwijze waarbij een groot aantal artikelen, die niet zijn gesteld met de bedoeling ze toepassing te laten vinden op de BV, toepasselijk worden gemaakt “naar analogie”, de reglementering die toepasselijk is op de genoteerde BV bijzonder moeilijk om te begrijpen en kan ze problemen opleveren inzake de interpretatie of de verenigbaarheid wanneer de bepalingen van boek 5 gecombineerd zullen moeten worden met die van boek 7 die toepasselijk zijn “naar analogie”.” (advies van de Raad van State nr. 61 988/2 van 9 oktober 2017, DOC 54 3119/002, blz. 10 en 11).

Met betrekking tot de coöperatieve vennootschap klinkt de kritiek nog scherper: artikel 5:2 bevat immers de lijst van de artikelen die toepasselijk zijn naar analogie, terwijl artikel 6:3 louter een algemene verwijzing bevat. Inzonderheid inzake deze verwijzing meent de Raad van State het volgende: “Belangrijker nog is dat niet altijd duidelijk is of de bijzondere bepalingen waarin voor de coöperatieve vennootschappen is voorzien, de bepalingen betreffende de BV al dan niet toepasselijk maken.”. De Raad beveelt de stellers van het Wetboek dan ook aan “elke rechtsonzekerheid in dat verband weg [te] nemen.” (advies van de Raad van State nr. 61 988/2 van 9 oktober 2017, DOC 54 3119/002, blz. 81).

Enkele aanpassingen die worden voorzien in het amendement wat de coöperatieve vennootschap betreft

– Terminologie “associés-vennoten / actionnaires” en “parts / actions” wordt aangepast.

– “Het coöperatieve oogmerk” en “de waarden van de coöperatieve vennootschap” moeten in de statuten van elke coöperatieve vennootschap  worden verduidelijkt. Zulks maakt het mogelijk de specifieke kenmerken van de vennootschap op te lijsten en ze aldus te onderscheiden van de andere vennootschapsvormen. Aldus komt men tevens tegemoet aan het risico op ontbinding ingeval de bestaansvoorwaarden inzake een coöperatieve vennootschap niet in acht worden genomen.

– het ligt in de bedoeling de coöperatieve vennootschap de mogelijkheid te bieden te beschikken over vennoten die, zonder rechtstreeks klanten/afnemers van de diensten van de vennootschap te zijn, toch voordeel halen uit de activiteiten van de vennootschap (bijvoorbeeld in structuren voor wederzijde hulpverlening tussen coöperatieve vennootschappen, structuren om te investeren in activiteiten met een sociale impact, met deelneming van de overheden enzovoort). Dit voorstel strookt met de manier waarop de coöperatieve sector de twee jongste decennia is geëvolueerd, dus na de uitvaardiging van de Europese verordening waarop de definitie is gebaseerd

– vennootschappen die coöperatieve vennootschappen financieren, mogen zelf de vorm van een coöperatieve vennootschap aannemen. De wetgever zelf heeft geoordeeld dat de investeringsstructuren niet onverenigbaar zijn met het begrip “coöperatieve vennootschap”, aangezien de gereglementeerde vastgoedvennootschappen met sociaal oogmerk moeten worden opgericht als een coöperatieve vennootschap; er is geen enkele reden om niet in die mogelijkheid te voorzien voor andere investeringsvormen die op het coöperatieve model zijn gebaseerd. Die ontwikkelingen in de coöperatieve sector doen zich al enige tijd voor. Hoewel de hiervoor aangehaalde aspecten niet helemaal buiten de door de stellers van het Wetboek vastgelegde definitie lijken te vallen, is het toch belangrijk ze met het oog op de rechtszekerheid uitdrukkelijk te vermelden

– de wijziging van het oogmerk en van de waarden van de coöperatieve vennootschap wordt aan dezelfde regeling onderworpen als die welke geldt voor de wijziging van het voorwerp of van de doelen van de vennootschap.

Lees hier het amendement, ingediend op 15 februari 2019

Themadag ‘Ondernemingsstrafrecht’

Op donderdag 20 juni 2019 organiseert LegalNews.be, in samenwerking met Intersentia en Larcier, de themadag ‘Ondernemingsstrafrecht’, incl. het ‘Wetboek Ondernemingsstrafrecht – 2019’ (uitgave Larcier ter waarde van € 80), dat met meer dan 700 blz. een perfecte actuele documentatie is voor iedereen die met een of meerdere aspecten van het ondernemingsstrafrecht wordt geconfronteerd.

Met als sprekers (4 verschillende sessies):

  • Joachim Meese, hoofddocent Universiteit Antwerpen en advocaat
  • Kristof Salomez, docent Universiteit Brussel en advocaat-vennoot Bloom Law
  • Patrick Waeterinckx, advocaat-vennoot Waeterinckx Vansteenkiste Advocaten, praktijklector in het strafprocesrecht VUB en fraude-auditor bij het Institute of Fraud Auditors (IFA)
  • Jacques Vandeuren, advocaat-vennoot Waeterinckx Vansteenkiste Advocaten en gastdocent KU Leuven
  • Ruben Van Herpe, advocaat Waeterinckx Vansteenkiste Advocaten en deeltijds assistent bij het Instituut voor Strafrecht (KU Leuven)
  • Jürgen Egger, advocaat-vennoot Laga

 

» Bekijk alle artikels: Vennootschappen & Verenigingen