Recente wetgevende ontwikkelingen
met impact op de bouwsector

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


De invoering van Boek 6
en de impact voor de medische sector

Prof. dr. Christophe Lemmens (Dewallens & Partners)

Webinar op vrijdag 4 oktober 2024


De nieuwe wet op de private opsporing

Dhr. Bart De Bie (i-Force) en mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op donderdag 17 oktober 2024


Appartementsrecht:
een overzicht van recente ontwikkelingen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Andersen in Belgium)

Webinar op donderdag 5 december 2024


Boek 7 ‘Bijzondere contracten’
en de impact voor de bouw- en vastgoedsector

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op donderdag 7 november 2024


Zekerheden: een update
aan de hand van wetgeving en rechtspraak

Mr. Ivan Peeters en mr. Philip Van Steenwinkel (Hogan Lovells)

Webinar op vrijdag 8 november 2024

Is kennelijk grove fout nog gedekt door cap op bestuursaansprakelijkheid? (Corporate Finance Lab)

Auteur: Gillis Lindemans (Corporate Finance Lab)

Publicatiedatum: 04/03/2019

De cap op bestuursaansprakelijkheid in het WVV is goeddeels ontzenuwd, zoals eerder gesignaleerd. Door een amendement te elfder ure geldt de aansprakelijkheidsbeperking immers enkel nog voor toevallige lichte fouten (artikel 2:57, § 3, 1° WVV). Dergelijke kleinere zonden leiden echter in de praktijk hoe dan ook zelden tot bestuursaansprakelijkheid.

Een dergelijke spoedamputatie laat onvermijdelijk enkele kleine littekens na.

Zo ook hier: wellicht werd over het hoofd gezien dat de aanhef van artikel 2:57 WVV de cap uitdrukkelijk van toepassing verklaart op de faillissementsaansprakelijkheden wegens kennelijk grove fout (artikel XX.225 WER) en de voorzetting van een reddeloze onderneming (“wrongful tradingartikel XX.227 WER).

Zeker die eerste kan uit haar aard niet (meer) onder de cap vallen. Een fout kan immers niet tegelijkertijd én kennelijk grof, én toevallig en licht zijn.

Een soortgelijke redenering valt te verdedigen bij de voortzetting van een reddeloze rechtspersoon (hoewel de logische contradictie hier wat minder scherp oogt). In de praktijk is de “wrongful” in “wrongful trading” immers maar aan de orde als de houding van het bestuur meer dan lichtelijk foutief was.

De verwijzing naar die aansprakelijkheidsgronden in artikel 2:57, § 1, WVV is dus uitgehold van bij haar ontstaan. Een bestuurder die een vordering wegens kennelijk grove fout tegen zich krijgt, zal echter ongetwijfeld zijn best doen om de rechter van het tegendeel te overtuigen. Om alle verwarring te vermijden, kan de verwijzing bij gelegenheid dus maar beter worden geschrapt.

Lees hier het originele artikel

Lees hier meer bijdragen over ‘bestuurdersaansprakelijkheid’