HR-aspecten bij M&A transacties

Mr. Nele Van Kerrebroeck (Linklaters)

Webinar op donderdag 16 mei 2024


Het nieuwe Boek 6 en de impact inzake verzekeringen:
een analyse aan de hand van 10 knelpunten

Mr. Sandra Lodewijckx en mr. Pieter-Jan Van Mierlo (Lydian)

Webinar op vrijdag 26 april 2024


Zekerheden: een update
aan de hand van wetgeving en rechtspraak

Mr. Ivan Peeters en mr. Philip Van Steenwinkel (Hogan Lovells)

Webinar op vrijdag 8 november 2024


Het nieuwe Boek 6:
de impact op de werkvloer

Mr. Chris Persyn (Cautius)

Webinar op donderdag 4 juli 2024


De invoering van Boek 6
en de impact voor de medische sector

Prof. dr. Christophe Lemmens (Dewallens & Partners)

Webinar op vrijdag 4 oktober 2024


Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024

Is kennelijk grove fout nog gedekt door cap op bestuursaansprakelijkheid? (Corporate Finance Lab)

Auteur: Gillis Lindemans (Corporate Finance Lab)

Publicatiedatum: 04/03/2019

De cap op bestuursaansprakelijkheid in het WVV is goeddeels ontzenuwd, zoals eerder gesignaleerd. Door een amendement te elfder ure geldt de aansprakelijkheidsbeperking immers enkel nog voor toevallige lichte fouten (artikel 2:57, § 3, 1° WVV). Dergelijke kleinere zonden leiden echter in de praktijk hoe dan ook zelden tot bestuursaansprakelijkheid.

Een dergelijke spoedamputatie laat onvermijdelijk enkele kleine littekens na.

Zo ook hier: wellicht werd over het hoofd gezien dat de aanhef van artikel 2:57 WVV de cap uitdrukkelijk van toepassing verklaart op de faillissementsaansprakelijkheden wegens kennelijk grove fout (artikel XX.225 WER) en de voorzetting van een reddeloze onderneming (“wrongful tradingartikel XX.227 WER).

Zeker die eerste kan uit haar aard niet (meer) onder de cap vallen. Een fout kan immers niet tegelijkertijd én kennelijk grof, én toevallig en licht zijn.

Een soortgelijke redenering valt te verdedigen bij de voortzetting van een reddeloze rechtspersoon (hoewel de logische contradictie hier wat minder scherp oogt). In de praktijk is de “wrongful” in “wrongful trading” immers maar aan de orde als de houding van het bestuur meer dan lichtelijk foutief was.

De verwijzing naar die aansprakelijkheidsgronden in artikel 2:57, § 1, WVV is dus uitgehold van bij haar ontstaan. Een bestuurder die een vordering wegens kennelijk grove fout tegen zich krijgt, zal echter ongetwijfeld zijn best doen om de rechter van het tegendeel te overtuigen. Om alle verwarring te vermijden, kan de verwijzing bij gelegenheid dus maar beter worden geschrapt.

Lees hier het originele artikel

Lees hier meer bijdragen over ‘bestuurdersaansprakelijkheid’