10 jaar Wet Eenheidsstatuut en de nieuwe ontslagregels: een evaluatie
Mr. Olivier Wouters en mr. Charlotte Pil (Claeys & Engels)
Webinar op vrijdag 8 maart 2024
De Wet op de Aanvullende pensioenen:
12 blijvende knelpunten
Mr. Jan Van Gysegem, mr. Barbara Heylen en
mr. Dorien Verstraeten (Claeys & Engels)
Webinar op vrijdag 26 januari 2024
Intellectuele eigendomsrechten in de onderneming:
wie is eigenaar van door werknemers en dienstverleners ontwikkelde creaties?
Dr. Nele Somers (ARTES) en mr. Veerle Scheys (Mploy)
Webinar op donderdag 1 februari 2024
Vanaf 28 oktober moet werknemer maximum 13 weken opzeggingstermijn naleven (Bellaw/SoConsult)
Auteur: Ann Taghon (Bellaw/SoConsult)
Opzegging door de werknemer: geen twee-stappenregel meer
De wijziging werd doorgevoerd met een wet van 23 maart 2023. Maar die wet treedt pas eerstdaags in werking, namelijk op 28 oktober 2023.
Opzeggingen die vóór 28 oktober 2023 werden betekend, blijven al hun gevolgen behouden.
De wijziging bestaat in het schrappen van de twee-stappenregel in het kader van een arbeidsovereenkomst die een aanvang heeft genomen vóór 1 januari 2014, in het geval dat de opzegging uitgaat van de werknemer.
Vanaf 28 oktober 2023 moet de werknemer enkel de “nieuwe” opzeggingstermijn naleven die is bepaald in artikel 37/2, § 2 van de Arbeidsovereenkomstenwet en die hieronder wordt weergegeven.
Anciënniteit |
Opzegging door de werknemer |
< dan 3 maanden |
1 week |
≥ 3 maanden < 6 maanden |
2 weken |
≥ 6 maanden < 12 maanden |
3 weken |
≥ 12 maanden < 18 maanden |
4 weken |
≥ 18 maanden < 24 maanden |
5 weken |
≥ 2 jaar < 4 jaar |
6 weken |
≥ 4 jaar < 5 jaar |
7 weken |
≥ 5 jaar < 6 jaar |
9 weken |
≥ 6 jaar < 7 jaar |
10 weken |
≥ 7 jaar < 8 jaar |
12 weken |
≥ 8 jaar of meer |
13 weken |
De hier besproken wet bevatte ook een wijziging in de overgangsregeling m.b.t. de opzegging gegeven door de werkgever.
Met name werd in stap 1 de bijzondere regel dat voor een hogere bediende bij opzegging door de werkgever, de opzeggingstermijn wordt vastgesteld op 1 maand per begonnen jaar anciënniteit, met een minimum van 3 maanden, geschrapt.
Die schrapping zorgde voor verbazing alom. Zij heeft namelijk als verrassend gevolg dat wordt afgestapt van een forfaitaire opzeggingstermijn in de overgangsregeling en er een terugkeer is naar de regel dat de rechter de opzeggingstermijn moet vaststellen als daarover geen overeenkomst is gesloten.
Ondertussen is duidelijk geworden dat de schrapping onbedoeld was en in de Kamer werd deze week een wet aangenomen die de schrapping ongedaan maakt.
Een belangrijk verschil met voorheen is dat de herstelde wettelijke bepaling nu uitdrukkelijk vermeldt dat in de hypothese van een opzegging van een hogere bediende door de werkgever, toepassing moet worden gemaakt van een geldige clausule over de opzeggingstermijn als die bestond op 31 december 2013. Op die manier wordt de wettekst in overeenstemming gebracht met de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof (zie Sociaal Compendium Arbeidsrecht 2023-2024, nr. 4682).
Bron: Bellaw/SoConsult
» Bekijk alle artikels: Arbeid & Sociale zekerheid