Vakantiedagen en het arbeidsrecht

Mr. Kato Aerts en mr. Sarah Witvrouw (Lydian)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024


HR-aspecten bij M&A transacties

Mr. Nele Van Kerrebroeck (Linklaters)

Webinar op donderdag 16 mei 2024


Het nieuwe Boek 6:
de impact op de werkvloer

Mr. Chris Persyn (Cautius)

Webinar op donderdag 4 juli 2024

Quarantaine en vakantiedagen (Mploy)

Auteur: Ludo Vermeulen (Mploy)

Hof van Justitie 14 december 2023, Sparkasse Südplatz, C-206/22

Het Hof oordeelt dat een quarantaine niet hetzelfde is als een ziekte. De werknemer die tijdens zijn vakantie in quarantaine moet wegens COVID-19 zal de “verloren” vakantiedagen niet op een later moment kunnen opnemen.

Het Europees recht bepaalt dat de lidstaten de nodige maatregelen moeten treffen opdat alle werknemers jaarlijks een vakantie met behoud van loon genieten van vier weken (zie Richtlijn 2003/88). Het doel van dat recht op jaarlijkse vakantie bestaat erin de werknemer toe te laten om uit te rusten en over een periode van ontspanning en vrije tijd te beschikken. Dat doel verschilt van het doel van het recht op ziekteverlof, namelijk de werknemer in staat stellen te herstellen van een ziekte (HvJ 30 juni 2016, Sobczyszyn, C‑178/15). Een werknemer die met ziekteverlof is tijdens een van tevoren vastgestelde jaarlijkse vakantieperiode, heeft bijgevolg het recht om deze vakantie op te nemen in een andere periode dan die welke samenvalt met de periode van ziekteverlof (ibidem).

In het arrest van 14 december 2023 oordeelt het Hof dat een periode in verplichte quarantaine niet kan gelijkgesteld worden met een ziekteverlof. Een quarantaineperiode doet op zich geen afbreuk aan het recht van de werknemer om tijdens zijn vakantie uit te rusten en zich te ontspannen. Richtlijn 2003/88 heeft niet de bedoeling dat elke gebeurtenis die voor de werknemer een belemmering kan zijn om ten volle te genieten van een periode van rust of ontspanning, een grond is om aan die werknemer extra verlof toe te kennen opdat het doel van de jaarlijkse vakantie wordt beschermd.

In dit verband moeten werkgever en werknemer rekening houden met de bepalingen van het nieuwe artikel 32/1 van de Arbeidsovereenkomstenwet die op 1 januari 2024 in werking treden. Die nieuwe bepalingen zijn er gekomen om het recht op jaarlijkse vakantie bij samenloop met ziekte, zoals dat door het Hof van Justitie o.m. in het arrest Sobczyszyn is omschreven, in het Belgisch recht te realiseren. De werknemer zal vanaf 1 januari 2024, wanneer hij ziek wordt tijdens een periode van betaalde vakantie, een medisch attest moeten bezorgen aan zijn werkgever en daarbij zijn verblijfadres meedelen. Hij zal ook aan de werkgever moeten laten weten of hij gebruik wenst te maken van zijn recht op behoud van zijn vakantiedagen vanaf het einde van de periode van arbeidsongeschiktheid.

De Koning kan volgens het nieuwe artikel 32/1 nog een specifiek model van medisch attest vaststellen voor de arbeidsongeschiktheid die zich voordoet tijdens een periode van jaarlijkse vakantie maar het gebruik van dat model is facultatief (!). Tot op heden is dergelijk KB niet gepubliceerd.

Bron: Mploy

» Bekijk alle artikels: Arbeid & Sociale zekerheid