Arbeidsovereenkomsten
onder de loep:
meer dan ooit een must

Webinar op 2 juni 2023

Tewerkstelling van buitenlanders in België:
een overzicht van A tot Z

Webinar op 12 mei 2023

Telewerken over de grenzen heen: de gevolgen inzake sociale zekerheid

Webinar on demand

Car policies:
15 aandachtspunten
onder de loep

Webinar on demand

Privacy en arbeidsrecht

Webinar on demand

Grensoverschrijdende tewerkstelling: what’s new?

Webinar on demand

Het vermoeden van discriminatie (Mploy)

Auteur: Steven Vandebroek (Mploy)

Arbeidshof Luik 10 januari 2023, onuitgeg.

De vermelding “voldoet niet aan de voorwaarden” beantwoordt niet aan de vereiste van de mededeling van de concrete redenen voor het ontslag.

Een ontslag omwille van zwangerschap of van een arbeidsongeschiktheid als gevolg van zwangerschap vormt een directe discriminatie op grond van geslacht en op grond van de gezondheidstoestand.

Om zich te kunnen beroepen op een vermoeden van discriminatie en een verschuiving van de bewijslast moet de werkneemster bewijzen dat haar werkgever op de hoogte was van de zwangerschap. Vermits dat bewijs niet wordt geleverd, wordt de vordering tot het bekomen van een forfaitaire schadevergoeding wegens discriminatie afgewezen.

Het hof kent wel een vergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag toe en begroot die op 7 weken loon.

1. Feiten.

Mevrouw D. is vanaf 16 september 2016 als accountmanager in dienst van een werkgever actief in het toerisme, de bv S. Na een schorsing van enkele maanden wegens de Covid19-pandemie hervat zij het werk begin 2020. Op 15 september 2020 wordt zij ontslagen.

Zij beweert ontslagen te zijn omwille van haar zwangerschap, hetgeen een directe discriminatie op basis van geslacht en op basis van gezondheidstoestand zou uitmaken. Volgens S. werd zij ontslagen omwille van haar slecht functioneren en slechte verkoopresultaten in juli en augustus 2020 en was S. zelfs niet op de hoogte van haar zwangerschap.

2. Discriminatie.

Gelet op regels rond de verdeling van de bewijslast is het aan D. om het bestaan aan te tonen van feiten die een discriminatie op basis van geslacht en/of op basis van gezondheidstoestand doen vermoeden. Indien zij daar zou in slagen, is het aan S. om te bewijzen dat er geen sprake is van een discriminatie.

D. beweerde in augustus 2020 een brief naar S. te hebben gestuurd over haar zwangerschap maar bewijst die verzending niet, laat staan de ontvangst. Zij had één van haar collega’s op de hoogte gebracht van haar zwangerschap. Dat was evenwel geen hiërarchische overste van haar. Het hof besluit dat een collega informeren over een zwangerschap niet gelijk staat met het informeren van de werkgever.

Bron: Mploy