Het nieuwe Boek 6:
de impact op de werkvloer

Mr. Chris Persyn (Cautius)

Webinar op donderdag 4 juli 2024


Vakantiedagen en het arbeidsrecht

Mr. Kato Aerts en mr. Sarah Witvrouw (Lydian)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024


HR-aspecten bij M&A transacties

Mr. Nele Van Kerrebroeck (Linklaters)

Webinar op donderdag 16 mei 2024

Hebben werknemers het recht om hun niet-opgenomen jaarlijkse vakantie met behoud van loon te laten uitbetalen? Arrest van het Hof van Justitie (LegalNews)

Auteur: Marc Vandecasteele (LegalNews)

Wat waren de feiten?

Hebben werknemers het recht om hun niet-opgenomen jaarlijkse vakantie met behoud van loon te laten uitbetalen? Kunnen zij met andere woorden besluiten om geen gebruik te maken van hun recht op een werkonderbreking en in plaats daarvan kiezen voor de geldelijke tegenwaarde aan het einde van hun dienstverband? Staat het Unierecht eraan in de weg dat lidstaten maatregelen nemen die ertoe strekken een dergelijke keuze te beletten?

Dit zijn de vragen die rezen naar aanleiding van een zaak die bij de Tribunale di Lecce (rechter in eerste aanleg Lecce, Italië) aanhangig is. Die rechter wou in wezen vernemen in hoeverre de arbeidstijdenrichtlijn in de weg staat aan de uitbetaling van jaarlijkse vakantie met behoud van loon, dat wil zeggen de omzetting in een geldbedrag van niet-gebruikt(e) recht(en) op jaarlijkse vakantie met behoud van loon. Die kwestie vloeide voort uit een geschil tussen BU, die in dienst was als ambtenaar, en zijn werkgever, de Comune di Copertino (gemeente Copertino, Italië). BU wilde het recht op een financiële vergoeding doen erkennen voor de jaarlijkse vakantie met behoud van loon die hij tijdens het dienstverband niet heeft opgenomen.

De visie van het Hof van Justitie op 18 januari 2024

Artikel 7 van richtlijn 2003/88/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd staat niet in de weg aan een nationale wettelijke regeling die niet toestaat dat aan het einde van het dienstverband niet-opgenomen jaarlijkse vakantie met behoud van loon wordt uitbetaald, voor zover:

  • het verbod om een financiële vergoeding te eisen niet ziet op het recht op jaarlijkse vakantie dat is verworven in het referentiejaar waarin het dienstverband wordt beëindigd,
  • de werknemer in de voorgaande referentiejaren en ook tijdens de minimale overdrachtsperiode de gelegenheid had de jaarlijkse vakantie met behoud van loon op te nemen,
  • de werkgever de werknemer heeft aangemoedigd om de jaarlijkse vakantie met behoud van loon op te nemen,
  • de werkgever de werknemer heeft meegedeeld dat niet-opgenomen jaarlijkse vakantie met behoud van loon niet kan worden gecumuleerd om op het moment van beëindiging van het dienstverband te worden ingeruild voor een financiële vergoeding.

Artikel 7, lid 2, van richtlijn 2003/88 vereist dat de werkgever aantoont dat hij de werknemer in staat heeft gesteld en heeft aangemoedigd om de vakantie op te nemen, dat hij hem heeft meegedeeld dat de vakantie niet zal kunnen worden uitbetaald op het moment van beëindiging van het dienstverband en dat de werknemer er niettemin voor heeft gekozen de jaarlijkse vakantie niet op te nemen. Indien de werkgever dit heeft nagelaten, moet aan de werknemer een vergoeding worden betaald.

Lees hier het Persbericht

» Bekijk alle artikels: Arbeid & Sociale zekerheid