Sociaal strafwetboek:
een grondige hervorming werd goedgekeurd

Mr. Kenny Decruyenaere en mr. Veerle Van Keirsbilck (Claeys & Engels)

Webinar op donderdag 5 december 2024


Herstructurering, collectief ontslag en sluiting

Mr. Hanne Cattoir (Claeys & Engels)

Webinar op donderdag 17 oktober 2024

Doelgroepvermindering. Besluit van de Vlaamse regering gepubliceerd in het Staatsblad van 18 september 2023 (LegalNews)

Auteur: Marc Vandecasteele (LegalNews)

In het KB van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 , betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen worden volgende wijzigingen aangebracht:

Artikel 6:

1° in paragraaf 1 wordt het derde lid vervangen door wat volgt:

“De werkgever ontvangt vanaf 1 januari 2024 tot en met 31 december 2024 een forfaitaire vermindering G4 voor oudere zittende werknemers die op de laatste dag van hun tewerkstelling minimaal 61 jaar zijn.”;

2° aan paragraaf 1 wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:

“Vanaf 1 januari 2025 bestaat de doelgroepvermindering uit een forfaitaire vermindering G4 voor oudere zittende werknemers die op de laatste dag van het kwartaal van hun tewerkstelling minimaal 62 jaar zijn.”;

3° in paragraaf 2 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt:

“De werkgever ontvangt vanaf 1 januari 2023 tot en met 31 december 2024 een forfaitaire vermindering G8 voor oudere zittende werknemers die op de laatste dag van het kwartaal van hun tewerkstelling minimaal 62 jaar zijn.”;

4° aan paragraaf 2 wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:

“Vanaf 1 januari 2025 bestaat de doelgroepvermindering uit een forfaitaire vermindering G8 voor oudere zittende werknemers die op de laatste dag van het kwartaal van hun tewerkstelling minimaal 63 jaar zijn.”.

Titel III:

Er wordt een hoofdstuk XVI, dat bestaat uit artikel 28/17, ingevoegd, dat luidt als volgt:

“Hoofdstuk XVI. Personen zonder recente, duurzame werkervaring

Art.28/17. § 1. In dit artikel wordt onder personen zonder recente, duurzame werkervaring personen verstaan die aan al de volgende voorwaarden voldoen:

1° op de laatste dag van het kwartaal van de indiensttreding minstens de leeftijd van 25 jaar bereikt hebben en de leeftijd van 58 jaar nog niet bereikt hebben;

2° voor de indiensttreding minstens twee jaar als niet-werkende werkzoekende bij de VDAB zijn ingeschreven.

  • 2. De doelgroepvermindering voor de indienstneming van personen zonder recente, duurzame werkervaring bestaat uit een forfaitaire vermindering G1 tijdens het kwartaal van de indienstneming en de drie daaropvolgende kwartalen.
  • 3. Voor de bepaling van de periode, vermeld in paragraaf 1, 2°, worden de volgende periodes van inactiviteit gelijkgesteld:

1° de periodes van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval;

2° de periodes van detentie;

3° de periodes van onderbreking van de inschrijving als niet-werkende werkzoekende als die onderbreking maximaal drie maanden bedraagt.

De persoon die op het moment van de indiensttreding arbeidsongeschikt is wegens ziekte of ongeval, is vrijgesteld van de voorwaarde, vermeld in artikel 353bis/17, tweede lid, 1° van de programmawet van 24 december 2002 (I).

De Vlaamse minister, bevoegd voor werk, kan bijkomende periodes van inactiviteit gelijkstellen met de inschrijving als niet-werkende werkzoekende.

  • 4. De loongrens, vermeld in artikel 353bis/17, tweede lid, 2°, van de Programmawet van 24 december 2002 (I), bedraagt 10.000 euro.
  • 5. De werkgever of werknemer die de juistheid van de gegevens, vermeld in paragraaf 3, betwist, kan bij het Departement Werk en Sociale Economie van het Vlaams Ministerie van Werk en Sociale Economie een aanvraag tot wijziging indienen. Bij de voormelde aanvraag worden de nodige bewijsstukken gevoegd.
  • 6. Als aan een werkgever een doelgroepvermindering is toegekend voor een werknemer die hij opnieuw in dienst neemt binnen een periode van vier kwartalen na de beëindiging van de vorige arbeidsovereenkomst, worden die tewerkstellingen, voor de vaststelling van de forfaitaire doelgroepvermindering en voor de looptijd ervan, als één tewerkstelling beschouwd. De periode tussen de arbeidsovereenkomsten verlengt de periode waarin de doelgroepvermindering wordt toegekend niet.

Lees het Besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2023

» Bekijk alle artikels: Arbeid & Sociale zekerheid