Consumentenbescherming bij de verwerving
van financiële diensten: de laatste ontwikkelingen (optioneel met handboek)

Prof. dr. Reinhard Steennot (UGent)

Webinar op donderdag 30 mei 2024


Vakantiedagen en het arbeidsrecht

Mr. Kato Aerts en mr. Sarah Witvrouw (Lydian)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024


Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Het nieuwe Boek 6:
de impact op de werkvloer

Mr. Chris Persyn (Cautius)

Webinar op donderdag 4 juli 2024


HR-aspecten bij M&A transacties

Mr. Nele Van Kerrebroeck (Linklaters)

Webinar op donderdag 16 mei 2024

Amateurkunstenvergoeding. Wet van 31 juli 2023 gepubliceerd in het Staatsblad van 28 augustus 2023 (LegalNews)

Auteur: Marc Vandecasteele (LegalNews)

Deze wet is de fiscale equivalent van de eerdere hervorming die in de commissie voor Sociale Zaken werd goedgekeurd in het kader van de vergoedingen toegekend aan kunstenaars. Via de wet van 25 april 2007 werd een fiscale regeling ingevoerd voor artistieke activiteiten die op sociaal vlak onder de kleinevergoedingsregeling vallen. Deze fiscale regeling wordt nu aangepast om rekening te houden met de wijzigingen die op sociaal vlak worden aangebracht in die kleinevergoedingsregeling, die vanaf 1 januari 2024 de amateurkunstenvergoeding wordt.

1. Begrenzing per kalenderjaar

Net als op sociaal vlak verdwijnt de grens van 2000 euro (= basisbedrag) per kalenderjaar. Het geïndexeerde bedrag bedraagt 2953,27 euro voor het aanslagjaar 2024. Deze begrenzing maakt voortaan plaats voor een begrenzing naargelang van het aantal dagen per kalenderjaar waarop prestaties kunnen worden geleverd tegen een vrijgestelde forfaitaire onkostenvergoeding, in casu 30 dagen per kalenderjaar.

2. Begrenzing per dag

Om in aanmerking te komen voor de fiscale vrijstelling, geldt een maximumbedrag per dag per opdrachtgever voor de forfaitaire onkostenvergoedingen. Voor het aanslagjaar 2024 is dat maximumbedrag per dag gelijk aan 147,67 euro per opdrachtgever. Dat dagbedrag wordt onder de gewijzigde regeling nu verlaagd tot 70 euro. Dat bedrag moet jaarlijks worden geïndexeerd aan de hand van het gezondheidsindexcijfer van de maand december 2021.

Bovenop die forfaitaire onkostenvergoeding mogen voortaan echter ook de werkelijke reiskosten worden terugbetaald, zij het voor maximum 20 euro per dag (jaarlijks te indexeren).

3. Registratie

De huidige voorwaarde inzake de behoorlijk ingevulde kunstenaarskaart wordt vervangen door een voorwaarde inzake de registratie via de beveiligde elektronische toepassing die door de RSZ ter beschikking wordt gesteld, en dit zowel van de uitvoerder, de opdrachtgever als van de prestatie.

De uitvoerder en de opdrachtgever moeten geldig geregistreerd zijn via de beveiligde elektronische toepassing. Dit houdt in dat hun registratie niet mag geannuleerd zijn, noch geschorst door de Kunstwerkcommissie of, wat de opdrachtgever betreft, door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ). De vergoedingen zullen ook via de beveiligde elektronische toepassing worden geregistreerd, zowel de forfaitaire onkostenvergoeding als de terugbetalingen van de werkelijke reiskosten.

De fiscale administratie zal op die manier via een gegevensuitwisseling met de RSZ gemakkelijker kunnen nagaan of aan de voorwaarden voor de vrijstelling is voldaan.

Wanneer achteraf zou blijken dat een prestatie ten onrechte werd geregistreerd (bijvoorbeeld omdat de belastingplichtige geen artistieke prestaties verrichtte, maar een andere dienst leverde), vervalt natuurlijk ook de vrijstelling voor de vergoedingen voor de betrokken prestaties.

4. Vermelding op de berekeningsnota

Het bedrag van de vrijgestelde vergoedingen zal onder de aangepaste regeling ook worden vermeld op de berekeningsnota bij het aanslagbiljet in de personenbelasting. De fiscale administratie zal deze gegevens opvragen bij de RSZ.

Lees de volledige fiche van het Wetsontwerp