De nieuwe wet op de private opsporing
Dhr. Bart De Bie (i-Force) en mr. Stijn De Meulenaer (Everest)
Webinar op donderdag 17 oktober 2024
Aansprakelijkheid van hulppersonen
in en buiten de contractketting.
Een analyse in het licht van Boek 6
Prof. dr. Ignace Claeys en mr. Camille Desmet (Eubelius)
Webinar op vrijdag 30 augustus 2024
De invoering van Boek 6
en de impact voor de medische sector
Prof. dr. Christophe Lemmens (Dewallens & Partners)
Webinar op vrijdag 4 oktober 2024
HR-aspecten bij M&A transacties
Mr. Nele Van Kerrebroeck (Linklaters)
Webinar op donderdag 16 mei 2024
Ondernemingsstrafrecht:
wat wijzigt er door boek I en boek II van het Strafwetboek?
Mr. Stijn De Meulenaer (Everest)
Webinar op dinsdag 11 juni 2024
Consumentenbescherming bij de verwerving
van financiële diensten: de laatste ontwikkelingen (optioneel met handboek)
Prof. dr. Reinhard Steennot (UGent)
Webinar op donderdag 30 mei 2024
Is kennelijk grove fout nog gedekt door cap op bestuursaansprakelijkheid? (Corporate Finance Lab)
Auteur: Gillis Lindemans (Corporate Finance Lab)
Publicatiedatum: 04/03/2019
De cap op bestuursaansprakelijkheid in het WVV is goeddeels ontzenuwd, zoals eerder gesignaleerd. Door een amendement te elfder ure geldt de aansprakelijkheidsbeperking immers enkel nog voor toevallige lichte fouten (artikel 2:57, § 3, 1° WVV). Dergelijke kleinere zonden leiden echter in de praktijk hoe dan ook zelden tot bestuursaansprakelijkheid.
Een dergelijke spoedamputatie laat onvermijdelijk enkele kleine littekens na.
Zo ook hier: wellicht werd over het hoofd gezien dat de aanhef van artikel 2:57 WVV de cap uitdrukkelijk van toepassing verklaart op de faillissementsaansprakelijkheden wegens kennelijk grove fout (artikel XX.225 WER) en de voorzetting van een reddeloze onderneming (“wrongful trading”; artikel XX.227 WER).
Zeker die eerste kan uit haar aard niet (meer) onder de cap vallen. Een fout kan immers niet tegelijkertijd én kennelijk grof, én toevallig en licht zijn.
Een soortgelijke redenering valt te verdedigen bij de voortzetting van een reddeloze rechtspersoon (hoewel de logische contradictie hier wat minder scherp oogt). In de praktijk is de “wrongful” in “wrongful trading” immers maar aan de orde als de houding van het bestuur meer dan lichtelijk foutief was.
De verwijzing naar die aansprakelijkheidsgronden in artikel 2:57, § 1, WVV is dus uitgehold van bij haar ontstaan. Een bestuurder die een vordering wegens kennelijk grove fout tegen zich krijgt, zal echter ongetwijfeld zijn best doen om de rechter van het tegendeel te overtuigen. Om alle verwarring te vermijden, kan de verwijzing bij gelegenheid dus maar beter worden geschrapt.
Lees hier het originele artikel
Lees hier meer bijdragen over ‘bestuurdersaansprakelijkheid’
» Bekijk alle artikels: Vennootschappen & Verenigingen, Verbintenissen & Goederen, Verzekeringen & Aansprakelijkheid