Verzekerden binnenkort beter beschermd na natuurrampen en noodweer? (Schoups)

Auteur: Bob Goedemé, Jef Feyaerts en Eva Sterkens (Schoups)

In de zomer van 2021 veroorzaakten zware overstromingen in het zuiden van het land heel wat schade. Ook in mei 2024 zorgde wateroverlast voor grote schade in de Voerstreek. Schade als gevolg van natuurrampen en noodweer is in principe gedekt onder de brandverzekering, maar het bekomen van een correct geschatte vergoeding bleek in het verleden niet steeds even eenduidig.

Bij de zware overstromingen in de zomer 2021 bleken heel wat verzekerden nl. moeilijkheden te hebben met de uitgevoerde verzekeringsexpertises en de uitkeringen van schadevergoedingen. De expertises zouden onnauwkeurig zijn uitgevoerd, met onaangepaste schadevergoedingen tot gevolg.

Om tegemoet te komen aan deze problematiek, keurde de Kamer begin mei 2024 een wetsontwerp goed ter hervorming van de regels in de Verzekeringswet rond verzekeringsexpertises in het kader van de brandverzekering. Het doel van deze nieuwe regels is het garanderen van eerlijkere schadevergoedingen voor de verzekerden, maar ook meer transparantie bij de uitgevoerde expertises.

Met de wet van 3 mei 2024[1] worden aldus opnieuw[2] wijzigingen aangebracht aan de Verzekeringswet. De belangrijkste wijzingen in de wet van 3 mei 2024 hebben betrekking op de brandverzekeringen, dit door invoering van een nieuw artikel 121/1 Ver. W.[3]

De nieuwe wet zal specifiek in het kader van de brandverzekeringen bepaalde informatieverplichtingen opleggen aan de verzekeraar en de verzekeringsexpert bij verzekeringsexpertises. Daarnaast zal dit ook een bedenktermijn voor de verzekerde invoeren.

Informatieverplichtingen

Het nieuwe artikel 121/1 Verz.W. bevestigt dat zowel de verzekerde als de verzekeraar na een schadegeval een expert kunnen aanstellen.

Voordat de door de verzekeraar aangestelde expert ter plaatse gaat, moet hij op een duidelijke en begrijpelijke wijze (en op een duurzame gegevensdrager) bepaalde informatie bezorgen aan de verzekerde. Deze informatie heeft onder meer betrekking op identificatiegegevens van de partijen, de ombudsdienst verzekeringen, een eventuele door de expert onderschreven gedragscode[4] en het bestaan van een bedenktermijn.

Ook de expert die wordt aangesteld door de verzekerde moet een aantal informatieverplichtingen naleven voor de overeenkomst tot het uitvoeren van de expertise wordt gesloten. Zo moet de expert zijn identificatiegegevens meedelen, net zoals de eventuele door hem ondertekende gedragscode, de voorwaarden om de overeenkomst tot het uitvoeren van de expertise op te zeggen en de (inschatting van de) totale prijs van de expertise en zijn opdracht.

Om meer transparantie te bieden bij uitgevoerde (verzekerings-)expertises, zal de door de verzekeraar aangestelde expert de verplichting hebben om na elke expertise ter plaatse of bij een expertise uitgevoerd door een door de verzekerde aangestelde expert een verslag op te maken waarin het schadebedrag wordt vastgesteld. Dit verslag moet de expert vervolgens in kopie bezorgen aan zowel de verzekeraar als de verzekerde, waarna de verzekeraar op basis van het expertisebedrag een voorstel tot schadevergoeding zal formuleren.

Indien er geen expert wordt aangesteld door de verzekeraar, zal er geen expertiseverslag opgesteld moeten worden na “elke expertise ter plaatse”. De door de verzekerde aangestelde expert zal op het einde van zijn opdracht wel een verslag moeten opmaken, dat hij dient te bezorgen aan de verzekerde. De wet, noch de Memorie van Toelichting vermeldt of hij dit ook aan de verzekeraar moet bezorgen.

De Koning krijgt de mogelijkheid om de vorm en inhoud van deze verslagen te bepalen.

Bedenktermijn

De wet voorziet een termijn voor de verzekerde in twee bepalingen. Enerzijds wordt er voorzien in een wachttermijn van minimum één dag wanneer er door de verzekeringsexpert een ongevraagd bezoek bij de verzekerde plaatsvond met oog op het uitvoeren van een expertise voor vaststelling van de schade. Wanneer hierbij een aanbod wordt gedaan tot het uitvoeren van een expertise, is er sprake van een wachttermijn van minimum één dag[5] na ontvangst van het aanbod tot het uitvoeren van een expertise door een verzekeringsexpert.

Anderzijds wordt een bedenktermijn van vijf werkdagen ingevoerd vooraleer de verzekerde de door de verzekeraar voorgestelde schadevergoeding kan aanvaarden. Deze termijn dient ervoor om de verzekerde die zich gelet op het schadegeval in een situatie van ongerustheid bevindt, toe te laten de nodige tijd te nemen om het voorstel van de verzekeraar te overwegen.

Het nieuwe artikel 121/1 van de Verzekeringswet zal in werking treden op 1 juli 2025 om de sector toe te laten zich aan te passen aan de nieuwe bepalingen én om de verzekeraars de mogelijkheid te geven om een gedragscode voor de experten op te stellen.

[1] Wet van 3 mei 2024 houdende diverse bepalingen inzake economie, BS 31 mei 2024, 68973.

[2] Zie hiervoor onze eerdere nieuwsbrieven van 14 november 2023 (Nieuwe opzeggingsregels voor verzekeringsovereenkomsten | Schoups) en 12 april 2024 (Bereid u voor op snelle(re) reacties van uw verzekeraar bij schadegeval: algemene regels op komst voor de termijnen waarbinnen verzekeraars moeten reageren en uitkeren (incl. sancties) | Schoups).

[3] Art. 115 e.v. Verz.W.

[4] Uit de Memorie van Toelichting begrijpen wij dat er tot op heden nog geen dergelijke gedragscodes bestaan, maar dat aan de verzekeringsmaatschappijen de mogelijkheid wordt geboden om een gedragscode op te stellen.

[5] Volgens de Memorie van Toelichting is dit één kalenderdag.

Bron: Schoups