Ondernemingsstrafrecht:
wat wijzigt er door boek I en boek II van het Strafwetboek?

Mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024


Aandachtspunten bij het opstellen
en analyseren van ICT-contracten

Mr. Lynn Pype en mr. Liesa Boghaert (Timelex)

Webinar op donderdag 16 mei 2024


De invoering van Boek 6
en de impact voor de medische sector

Prof. dr. Christophe Lemmens (Dewallens & Partners)

Webinar op vrijdag 4 oktober 2024


Zekerheden: een update
aan de hand van wetgeving en rechtspraak

Mr. Ivan Peeters en mr. Philip Van Steenwinkel (Hogan Lovells)

Webinar op vrijdag 8 november 2024


Aansprakelijkheid van hulppersonen
in en buiten de contractketting.
Een analyse in het licht van Boek 6

Prof. dr. Ignace Claeys en mr. Camille Desmet (Eubelius)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024


Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024

Precontractuele informatie bij collectieve verzekeringen (Schuermans Advocaten)

Auteur: Schuermans Advocaten

Een collectieve verzekeringsovereenkomst is een raamcontract gesloten tussen een verzekeraar en een verzekeringnemer in het kader waarvan de verzekeringnemer zijn klanten of potentiële klanten aanbiedt of verplicht om zich aan te sluiten bij het raamcontract. Het kan bijvoorbeeld gaan om een collectieve verzekering die een sportclub afsluit voor haar leden (FSMA, Praktijkgids over de IDD-gedragsregels, p. 127). Ook in levensverzekeringen komt deze constructie voor.

De vraag is vaak of de verzekeringnemer ook gekwalificeerd kan worden als een verzekeringstussenpersoon en welke informatie precies moet worden doorgegeven aan zijn klant vóór de toetreding tot de collectieve verzekering.

Zo heeft het Hof van Justitie zich op 24 februari 2022 uitgesproken over collectieve fractieverzekeringen (“unit-linked insurance”). Bij fractieverzekeringen worden de betaalde premies belegd in fracties van een beleggingsfonds. De waarde van die fracties hangt af van de activa die het fonds beheert. Wanneer de waarde van die onderliggende activa fluctueert, zal dat ook het geval zijn voor de waarde van de fracties waarin de premies van de verzekeringnemer zijn belegd (conclusie Advocaat-Generaal Bobek dd. 2 september 2021).

Het Hof diende zich uit te spreken over een aantal prejudiciële vragen. Gelet op het temporele aspect van deze twee zaken, was onder andere de Richtlijn 2002/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 november 2002 betreffende levensverzekering van toepassing. Die Richtlijn is opgeheven door de Solvabiliteit II-Richtlijn. Toch is dit arrest nog zeer relevant voor de beoordeling van de precontractuele informatieplicht bij collectieve verzekeringen.

Zonder in details te treden (het arrest is immers technisch en lang), trachten wij dit arrest kernachtig samen te vatten:

  • de consument die toetreedt tot de collectieve verzekering moet alle precontractuele informatie krijgen die de verzekeringnemer moet krijgen overeenkomstig artikel 36 lid 1 van de Richtlijn 2002/83/EG: “Vóór de sluiting van de verzekeringsovereenkomst dienen aan de verzekeringnemer ten minste de in bijlage III, onder A, vermelde gegevens te worden medegedeeld.”;
  • de verzekeraar moet die informatie bezorgen aan de verzekeringnemer, die op zijn beurt de informatie moet doorgeven aan de consument voordat deze toetreedt tot de collectieve verzekering;
  • bij fractieverzekeringen moet de consument ook duidelijke, nauwkeurige en begrijpelijke informatie krijgen over de kenmerken van de onderliggende activa en over de daaraan verbonden structurele risico’s, maar geen uitputtende informatie over de aard en omvang van alle risico’s die verbonden zijn aan de belegging in die onderliggende activa;
  • de consument moet die informatie ontvangen vóór de toetreding en niet pas op het moment van de toetreding. De consument moet dus de tijd krijgen om te beoordelen of de collectieve verzekering het beste past bij zijn behoeften;
  • de sanctie bij schending van deze precontractuele informatieplicht moet bepaald worden door de lidstaten zelf, maar kan in bepaalde gevallen bestaan in de nietigheid of ongeldigheid van de collectieve polis of de toetreding ertoe en dus in de terugbetaling van de geïnvesteerde premies;
  • door bepaalde precontractuele informatie niet te verstrekken, kan er sprake zijn van een misleidende handelspraktijk.

Bron: Schuermans Advocaten