De oplevering, haar gevolgen
en de (tienjarige) aansprakelijkheid.
Recente rechtspraak (2022 – 2024)

Mr. Els Op de Beeck en mr. Sophie De Krock (Schoups)

Webinar op donderdag 6 februari 2025


De afschaffing van de quasi-immuniteit van de bestuurder: waarom delegatie én compliance nog belangrijker zijn geworden

Mr. Stijn De Meulenaer en mr. Fien Schreurs (Everest)

Webinar op dinsdag 18 februari 2025


Wenst u meerdere opleidingen
te volgen bij LegalLearning?

Overweeg dan zeker ons jaarabonnement 

 

Krijg toegang tot +150 opleidingen

Live & on demand webinars

Voor uzelf en/of uw medewerkers


Precontractuele aansprakelijkheid:
een overzicht van recente wetgeving en rechtspraak, inclusief voorbeeldclausules

Mr. Roeland Moeyersons (Andersen)

Webinar op donderdag 13 februari 2025


Successieplanning anno 2025:
wat wijzigt er?

Mr. Olivier De Keukelaere en mr. Rinse Elsermans (Cazimir)

Webinar op donderdag 24 april 2025


Contracten anno 2025:
een praktijkgerichte blik na de inwerkingtreding van boek 6 BW

Prof. dr. Ignace Claeys en prof. dr. Thijs Tanghe (Eubelius)

Webinar op donderdag 6 februari 2025

Over het nieuwe buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht en de gevolgen voor verzekeringen en risicobeheer (Schoups)

Auteurs: Bob Goedemé en Eva Sterkens (Schoups)

We naderen stilaan de periode van de nieuwjaarswensen. Als u zich afvraagt wat 2025 zal brengen, denkt u wellicht niet in eerste instantie aan de inwerkingtreding van nieuwe rechtsregels. Met deze bijdrage herinneren we u aan die nieuwe regels en de impact die ze kunnen hebben op uw contracten en verzekeringspolissen.

In vorige nieuwsbrieven berichtten we al over het nieuw buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht.[1]  Op 7 februari 2024 werd de wet houdende Boek 6 ‘Buitencontractuele aansprakelijkheid’ van het Burgerlijk Wetboek goedgekeurd. Ze werd in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd op 1 juli 2024.[2] Precies zes maanden later, op 1 januari 2025, zullen de nieuwe regels in werking treden. Vanaf dan zullen ze van toepassing zijn op alle feiten die tot aansprakelijkheid kunnen leiden. In die zin zullen ze ook rechtstreeks interfereren met lopende contracten.

Via 55 artikelen verdeeld over 7 Hoofdstukken zal Boek 6 ‘Buitencontractuele aansprakelijkheid’ de artikelen 1382 t.e.m. 1386 van het oud Burgerlijk Wetboek vervangen (de oude bepalingen blijven van toepassing op feiten vóór 1 januari 2025, ook wanneer de gevolgen ervan zich na die datum (verder) manifesteren). De flinke uitbreiding van het aantal wetsbepalingen zal er de verzekeraars zo in ieder geval toe noodzaken (de verwijzingen in) hun polissen up-to-date te brengen.

Maar de impact gaat verder. Het merendeel van de nieuwe wetsbepalingen is van aanvullend recht. Partijen kunnen er in beginsel contractueel van afwijken (onverminderd beperkingen opgelegd door bijzondere wetgeving). Doen ze dat niet, dan sluipen de nieuwe regels via het gemeen recht binnen in de rechtsverhouding. Concreet: doet zich na 1 januari 2025 een feit voor dat niet geregeld zou zijn door uw contract, dan zullen daarop de nieuwe regels van Boek 6 van toepassing zijn (ongeacht of het contract getekend werd vóór of na 1 januari 2025). In die zin zullen de nieuwe regels inzake buitencontractuele aansprakelijkheid rechtstreeks doorwerken, ook in contractuele verhoudingen.

Naast de wettelijke verankering van gevestigde principes uit de rechtspraak over buitencontractuele aansprakelijkheid, brengt Boek 6 ook enkele belangrijke nieuwigheden en veranderingen met zich mee. Hierna lichten we er kort de afschaffing van het samenloopverbod en de quasi-immuniteit van hulppersonen uit. Onder meer die wijzigingen zullen naar verwachting een grote impact hebben, ook op het verzekeringslandschap.

Kort gezegd, houdt het actueel nog geldend samenloopverbod in dat tussen contractspartijen alleen op contractuele grond kan worden gevorderd. Slechts in uitzonderlijke gevallen kon van dat beginsel worden afgeweken. Voor feiten vanaf 1 januari 2025 zal het samenloopverbod verdwijnen (ongeacht of het contract getekend werd vóór of na 1 januari 2025). Behalve de contractant op grond van het contract te kunnen aanspreken voor zijn fout, zullen contractspartijen elkaar ook buitencontractueel kunnen aanspreken (tenminste voor zover de contractuele fout ook een schending uitmaakt van een wettelijke gedragsnorm of de algemene zorgvuldigheidsnorm). De contractspartij die buitencontractueel wordt aangesproken kan zich dan beroepen op de contractuele verweermiddelen[3] (bv. een aansprakelijkheidsbeperking).

 

 

In het verlengde van het samenloopverbod gaat, met het nieuwe Boek 6, per 1 januari 2025 ook de quasi-immuniteit van hulppersonen op de schop. Onder het huidige recht is het niet mogelijk om de uitvoeringsagent van uw contractspartij aan te spreken (niet contractueel, noch buitencontractueel). Behalve in uitzonderlijke gevallen is die hulppersoon als het ware “immuun” voor uw aanspraken.

Vanaf 1 januari 2025 zal het mogelijk zijn om de hulppersoon van uw medecontractant rechtstreeks aan te spreken. Concreet: als opdrachtgever zal u de onderaannemer van uw hoofdaannemer, met wie u zelf geen contract hebt, rechtstreeks (buitencontractueel) kunnen aanspreken voor zijn fout. Dit kan bv. interessant zijn wanneer de hoofdaannemer failliet is en u de schade voor een contractuele fout op de aansprakelijke onderaannemer wil verhalen. De onderaannemer die door de opdrachtgever buitencontractueel wordt aangesproken, kan op zijn beurt in principe alle contractuele verweermiddelen inroepen (uit zowel de hoofd- als de hulpovereenkomst).

 

 

Het wegvallen van deze dubbele barrière zal vanaf 1 januari 2025 naar verwachting aanleiding geven tot een toevloed aan buitencontractuele aansprakelijkheidsvorderingen tussen partijen die elkaar voorheen buitencontractueel niet konden aanspreken. Bij uitbreiding zal het ook leiden tot meer claims en betwistingen ten aanzien van aansprakelijkheidsverzekeraars.

Denk bv. aan de klassieke verzekering BA-uitbating. Met deze verzekering verzekert een onderneming haar buitencontractuele aansprakelijkheid voor schade die ze tijdens haar activiteiten berokkent aan derden. De contractuele aansprakelijkheid, d.i. de goede uitvoering van de contractuele verbintenis (het eigen werk), zal door de verzekeraar uitgesloten zijn van de dekking (het ondernemingsrisico is nooit verzekerd). Een buitencontractuele claim tussen contractanten wegens een tekortkoming aan de contractuele verbintenissen, kon door de verzekeraar BA-uitbating van de aansprakelijke partij tot nog toe eenvoudig worden afgewezen omdat tussen contractanten enkel contractueel kon worden gevorderd (en de contractuele aansprakelijkheid niet verzekerd is in zijn polis). Met de afschaffing van het samenloopverbod zal die verzekeraar zich vanaf 1 januari 2025 moeten verweren tegen dezelfde claim, zij het nu gestoeld (ook) op buitencontractuele grond (waarbij de buitencontractuele aansprakelijkheid wel gedekt is in de polis).

Gelijkaardige discussies zijn denkbaar m.b.t. andere polissen (Alle Bouwplaatsrisico’s (afdeling II), Beroepsaansprakelijkheid, Wet Peeters I, tienjarige (Controle)verzekering, etc.). Verzekeraars die bij het afsluiten van hun polis geen notie hadden van het komende Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek, en hun premie bepaalden op basis van een volgens het huidige recht heldere buitencontractuele aansprakelijkheidsdekking, zullen vanaf 1 januari 2025 geconfronteerd worden met veel meer – als het ware gecamoufleerde – aanspraken op dekking. Hoe de verzekeringspraktijk en, in tweede fase, de rechtspraak daarmee zullen omgaan, is vooralsnog onduidelijk.

Die rechtsonzekerheid zou ertoe kunnen leiden dat verzekeraars zich in de praktijk strikter zullen gaan opstellen, bv. in het kader van hun acceptatiepolitiek (door meer gedetailleerde informatie op te vragen om hen toe te laten het risico beter te beoordelen), bij de afhandeling van schadegevallen, etc.

De algemene verwachting is dat de verzekeringspraktijk een belangrijke invloed zal ondervinden van de inwerkingtreding van Boek 6. Vanuit alle richtingen wordt met argusogen gekeken naar de verzekeraars en de manier waarop zij met de nieuwe regels zullen omgaan. Maar waar 1 januari 2025 voor de deur staat, blijft het volgens kenners opmerkelijk stil aan die zijde. Nochtans – het zij herhaald – zullen de nieuwe regels onmiddellijk van toepassing worden op alle feiten die zich vanaf die datum voordoen en die tot aansprakelijkheid kunnen leiden (zij kunnen dus ook interfereren met lopende contracten).

Om te vermijden dat u 2025 zou starten met een (verzekerings)kater, verdient het aanbeveling om die lopende contracten actief na te kijken, te verifiëren of en in welke mate de inwerkingtreding van Boek 6 daarop een impact kan uitoefenen, de risico’s te identificeren, deze risico’s af te toetsen aan de hand van uw huidige verzekeringsdekking en waar nodig tijdig te anticiperen en in overleg te treden met de specialisten (legal/risk manager, verzekeringsmakelaar, verzekeraar, …). Ook als advocaten staan wij u hierin uiteraard graag bij.


[1] Zie ook: Nieuwsflash: Boek 6 BW treedt in werking op 1 januari 2025. Be prepared. | SchoupsWetsvoorstel Boek 6 Burgerlijk Wetboek en de afschaffing van de quasi-immuniteit van de uitvoeringsagent: een stand van zaken | SchoupsWetsvoorstel Boek 6 Burgerlijk Wetboek gestemd door de Kamer: de laatste loodjes richting een nieuw buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht | SchoupsDe aansprakelijkheid van bestuurders van vennootschappen – Wat brengt boek 6 BW? | SchoupsInvoering van boek 6 BW: meer mogelijkheden voor de rechter ten gronde | Schoups.

[2] Wet van 7 februari 2024 houdende boek 6 ‘Buitencontractuele aansprakelijkheid’ van het Burgerlijk Wetboek, BS 1 juli 2024, 79393.

[3] De Wet voorziet een uitzondering voor vorderingen tot schadeloosstelling voor lichamelijke en psychische schade en opzettelijke fouten. Daartegen zal geen contractueel verweer mogelijk zijn.

Bron: Schoups

» Bekijk alle artikels: Verzekeringen & Aansprakelijkheid

Boeken in de kijker: