Aansprakelijkheid van medische beroepsbeoefenaars en zorginstellingen anno 2025
Prof. dr. Christophe Lemmens (Dewallens & partners)
Webinar op donderdag 16 oktober 2025
Boek 7 BW. Nieuwe regels voor
bijzondere contracten op komst
Prof. dr. Thijs Tanghe en mr. Tijl Eggers (Eubelius)
Webinar op dinsdag 21 oktober 2025
SUMMER DEAL 2025
10 webinars on demand naar keuze
10 webinars on demand voor €595
OVB – IBJ – ITAA – FSMA – BIV – NKN – Sam-Tes
Fiscale visitatie:
wat zijn uw rechten en plichten?
Mr. Maxim Vermeiren en mr. Tayfun Anil (Tiberghien)
Webinar op dinsdag 25 november 2025
Fiscale regularisatie:
de vijfde ronde komt er aan
Mr. Stijn De Meulenaer (Everest)
Webinar op dinsdag 30 september 2025
Zekerheden anno 2025
: een update aan de hand van
wetgeving en rechtspraak
Mr. Ivan Peeters (NautaDutilh)
Mr. Philip Van Steenwinkel (Hogan Lovells)
Webinar op dinsdag 14 oktober 2025
Interne expertiserapporten van verzekeraars: vertrouwelijke documenten, of gemeengoed? Over de verplichting om loyaal mee te werken aan de bewijsvoering (Schoups)
Verzekeraars stellen vaak een inspecteur, expert of privédetective aan om de omvang, oorzaak en/of verantwoordelijkheid voor een schadegeval te onderzoeken. Niet zelden baseren ze zich vervolgens op het rapport van die eenzijdige expertise om hun dekking af te wijzen. Onder het mom dat het een vertrouwelijk document betreft, laten ze na om hun verzekerde inzage te geven in dat rapport. De verzekerde kan het afwijzend standpunt van zijn verzekeraar dan niet beoordelen. De vraag is of de schadelijder de verzekeraar kan dwingen om die interne documenten voor te leggen.
In een recent vonnis bevestigde de ondernemingsrechtbank Antwerpen, afdeling Tongeren, dat een verzekeraar kan worden verplicht om interne documenten openbaar te maken wanneer die relevant zijn voor de beoordeling van het geschil.
De rechtbank sprak zich uit over een brandschadegeval waarin de verhuurder van het gebouw een brandverzekering had afgesloten. Terwijl de verzekeraar de gebouwschade van de verhuurder had vergoed, weigerde de verzekeraar om de huurder dekking te verschaffen voor de inboedel. De huurder was van mening dat ook zijn schade gedekt was. Hij vermoedde dat hij als huurder mee verzekerd was in de polis van de verhuurder; en als dat niet het geval zou zijn, zag hij sterke aanwijzingen dat de verhuurder aansprakelijk was voor de brand. De verzekeraar gaf de huurder echter geen inzage in de verzekeringspolis, noch in het expertiserapport van de verzekeraar. Hij stelde kortweg dat de huurder niet mee gedekt was onder de polis én dat uit het onderzoek van zijn expert was gebleken dat de exacte oorzaak van de brand niet kon worden vastgesteld. Herhaalde verzoeken tot mededeling van zowel de polis als de verslagen van zijn expert, legde de verzekeraar naast zich neer.
In het vonnis verplichtte de rechtbank de verzekeraar om zowel de verzekeringspolis als de verslagen van zijn expert voor te leggen.
Voor de voorlegging van de verzekeringsovereenkomst verwees de rechtbank naar artikel 78 van de Verzekeringswet. Deze bepaling stelt dat iedere “begunstigde die onder bezwarende titel recht heeft op de dekking van een verzekering”, recht heeft om mededeling te krijgen van de voorwaarden van de dekking. De verzekeraar wierp op dat de huurder geen verzekerde was onder de polis en dus geen recht had op inzage. De verzekeraar kon dat echter niet aantonen omdat hij … de polis niet bijbracht. De rechtbank oordeelde dat een brandpolis een typevoorbeeld is van een verzekering ten behoeve van een derde en dat de huurder voldoende aannemelijk maakte dat hij recht had op de dekking van deze polis. Ze besliste dat de huurder op grond van artikel 78 Verzekeringswet recht had op inzage van de polis.
Daarnaast verwees de rechtbank, voor de mededeling van zowel de verzekeringsovereenkomst als de verslagen van de verzekeringsexpert, naar artikel 8.4 van het Burgerlijk Wetboek. Het eerste lid van deze bepaling bevat het algemeen gekende principe dat de partij die een vordering stelt, daarvan de bewijslast draagt. Het derde lid nuanceert dit principe en bepaalt dat alle partijen gehouden zijn om mee te werken aan de bewijsvoering. Het vijfde lid stelt tot slot dat de rechtbank in uitzonderlijke gevallen de bewijslast aan een andere partij kan opleggen. In deze zaak ging de rechtbank niet zover de bewijslast om te keren. Wel beval ze de verzekeraar om de verzekeringspolis én de verslaggeving van zijn expert voor te leggen.
De verplichting van de verzekeraar om loyaal mee te werken aan de bewijsvoering, beperkt zich niet tot het afleveren van de relevante documenten in zijn bezit. Volgens bepaalde auteurs moet hij uitleg verschaffen en actief bijdragen tot het achterhalen van de waarheid.
Hoewel mag worden aangenomen dat deze verplichting ook geldt zonder voorafgaandelijk rechterlijk bevel, blijft de vaststelling dat verzekeraars ook vandaag terughoudend blijven in het – desgevraagd – voorleggen van (interne) expertiserapporten en gelijkaardige documenten. Nochtans vond deze verplichting al geruime tijd geleden ingang via de rechtspraak, en is ze sinds 1 november 2020 ook verankerd via artikel 8.4 van het Burgerlijk Wetboek.
Deze zaak biedt een goed voorbeeld van hoe de medewerkingsplicht aan de bewijsvoering van artikel 8.4, 3de lid BW in de praktijk kan worden toegepast. De verzekeraar kan zich niet verschuilen achter de bewijslast van de verzekerde. Hij moet zijn medewerking verlenen aan de bewijsvoering. Als het voldoende aannemelijk gemaakt wordt dat de verzekeraar stukken of informatie in zijn bezit heeft die relevant zijn voor de correcte beoordeling van het geschil, dan kan hij worden veroordeeld om deze informatie voor te leggen.
Bron: Schoups
» Bekijk alle artikels: Verzekeringen & Aansprakelijkheid