De nieuwe wet op de private opsporing

Dhr. Bart De Bie (i-Force) en mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op donderdag 17 oktober 2024


Recente wetgevende ontwikkelingen
met impact op de bouwsector

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Aandachtspunten bij het opstellen
en analyseren van ICT-contracten

Mr. Lynn Pype en mr. Liesa Boghaert (Timelex)

Webinar op donderdag 16 mei 2024


De invoering van Boek 6
en de impact voor de medische sector

Prof. dr. Christophe Lemmens (Dewallens & Partners)

Webinar op vrijdag 4 oktober 2024


Het nieuwe Boek 6 en de impact inzake verzekeringen:
een analyse aan de hand van 10 knelpunten

Mr. Sandra Lodewijckx en mr. Pieter-Jan Van Mierlo (Lydian)

Webinar op vrijdag 26 april 2024


Consumentenbescherming bij de verwerving
van financiële diensten: de laatste ontwikkelingen (optioneel met handboek)

Prof. dr. Reinhard Steennot (UGent)

Webinar op donderdag 30 mei 2024

Inbreuk op arbeids- en rusttijden (tachograaf): welk gerecht is bevoegd in hoger beroep? Cassatie-arrest van 24 oktober 2023 (LegalNews)

Auteur: Marc Vandecasteele (LegalNews)

De reden voor Cassatie

Een bestuurder als beklaagde en een onderneming als burgerrechtelijk aansprakelijke partij zijn onder meer gedagvaard voor het feit omschreven onder de telastlegging E, namelijk een inbreuk op artikel 34.1, eerste lid, Verordening (EU) nr. 165/2014 van het Europees Parlement en van de Raad van 4 februari 2014 betreffende tachografen in het wegvervoer, meer bepaald door als bestuurder van een voertuig waarop deze verordening van toepassing is, te hebben nagelaten voor iedere dag dat hij rijdt, vanaf het tijdstip waarop hij het voertuig overneemt, gebruik te maken van een registratieblad of van de bestuurderskaart.

Het bestreden vonnis (p. 6) stelt vast dat de bestuurder een werknemer is van de onderneming.

Volgens artikel 578, 7°, Gerechtelijk Wetboek is de arbeidsreglementering een aangelegenheid die tot de bevoegdheid van de arbeidsgerechten behoort.

De met de telastlegging E verweten overtreding heeft betrekking op de controle van arbeids- en rusttijden en betreft derhalve de arbeidsreglementering.

Hieruit volgt dat van deze zaak kennis moet worden genomen, ook in hoger beroep, door de bij artikel 76, § 2, tweede lid, Gerechtelijk Wetboek bedoelde gespecialiseerde kamer, die moet zijn samengesteld uit twee rechters van de rechtbank van eerste aanleg en een rechter in de arbeidsrechtbank.

Uit de stukken waarop het Hof van Cassatie vermag acht te slaan, blijkt niet dat over deze zaak werd geoordeeld door een correctionele kamer samengesteld overeenkomstig artikel 78, vijfde lid, Gerechtelijk Wetboek en daarom vernietigt het Hof van Cassatie bestreden vonnis, behoudens in zoverre het de bestuurder vrijspreekt voor het feit omschreven onder de telastlegging.

Lees het Cassatie-arrest van 24 oktober 2023