Zekerheden: een update
aan de hand van wetgeving en rechtspraak

Mr. Philip Van Steenwinkel (Hogan Lovells)

Mr. Ivan Peeters (Nauta Dutilh)

Webinar op vrijdag 8 november 2024


De oplevering, haar gevolgen
en de (tienjarige) aansprakelijkheid.
Recente rechtspraak (2022 – 2024)

Mr. Els Op de Beeck en mr. Sophie De Krock (Schoups)

Webinar op donderdag 6 februari 2025


Precontractuele aansprakelijkheid:
een overzicht van recente wetgeving en rechtspraak, inclusief voorbeeldclausules

Mr. Roeland Moeyersons (Andersen)

Webinar op donderdag 13 februari 2025


De nieuwe wet op de private opsporing

Dhr. Bart De Bie (i-Force) en

mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op donderdag 17 oktober 2024

Causaal verband bij overheidsaansprakelijkheid (Publius)

Auteur: Dirk Van Heuven (Publius)

Af en toe is het zinvol om de ABC van de causaliteitsleer in herinnering te brengen. Veel duidelijker dan in dit arrest van het Hof van Cassatie wordt het niet.

In een loepzuiver arrest nr. C.22.0482.N van 28 september 2023 heet het:

Eenieder die een fout heeft begaan, is aansprakelijk voor de veroorzaakte schade, ook al is de schade mede veroorzaakt door de fout van een derde of door de fout van het slachtoffer zelf.

Het oorzakelijk verband tussen een fout en de geleden schade kan slechts worden uitgesloten indien de rechter vaststelt dat de schade zoals ze zich in concreto heeft voorgedaan, op dezelfde wijze zou zijn ontstaan zonder die fout.

Uit de vaststellingen van de appelrechter blijkt dat:

  • de verweerster op 3 oktober 2014 aan de eiseres per e-mail heeft gemeld dat er geen stedenbouwkundige vergunning is vereist voor de realisatie van een maïs­ doolhof, mits aan de in dat bericht opgesomde voorwaarden is voldaan;
  • de verweerster haar standpunt bij brief van 11 december 2014 heeft herhaald;
  • de eiseres op 20 januari 2015 een huurcontract voor bedrijfsgronden heeft ge- sloten met de vorige uitbaters van het maïsdoolhof;
  • de eiseres op 1 mei 2015 is begonnen met het bouwen van het hoogteparcours en de plaatsing van bijbehorende installaties, waaronder containers;
  • de eiseres op 26 juni 2015 een aanvraag heeft ingediend voor het verkrijgen van een vergunning voor het realiseren van een maïsdoolhof met een hoogte­ parcours;
  • de verweerster op 11 augustus 2015 de vergunning heeft verleend onder be­ paalde voorwaarden;
  • de Bestendige Deputatie bij besluit van 21 december 2015 het hoger beroep te gen de beslissing van de verweerster ontvankelijk en gegrond heeft verklaard en de vergunning heeft geweigerd;
  • de Raad voor Vergunningsbetwistingen bij arrest van 6 november 2018 het hoger beroep tegen het besluit van de Bestendige Deputatie heeft verworpen.

De appelrechter oordeelt dat uit de motivering gegeven door de Raad voor Vergunningsbetwistingen in het arrest van 6 november 2018 kan worden afgeleid dat de uitbating van een maïsdoolhof los van elke landbouwactiviteit niet tot de wettelijke mogelijkheden behoort, zodat de verweerster op dat punt een inschat­ tingsfout heeft gemaakt, maar dat deze fout niet in oorzakelijk verband staat met de door de eiseres geleden schade.

Hij laat zijn beslissing dat er geen oorzakelijk verband bestaat tussen de fout van de verweerster en de door de eiseres geleden schade steunen op de redenen dat:

  • de eiseres steeds de bedoeling heeft gehad een totaalbeleving te creëren met in­ zonderheid een hoogteparcours, zonneplaatsen, een speeltuin, terrassen en bars, en met constructies die langer dan 90 dagen ter plaatse zouden blijven;
  • de verweerster op dat punt voldoende duidelijk geweest is door de informatie te verstrekken waaruit blijkt dat voor die meer uitgebreide activiteiten wel een vergunning moest worden aangevraagd;
  • een normaal en zorgvuldig persoon geplaatst in dezelfde omstandigheden op basis van de door de verweerster verstrekte informatie een vergunning zou hebben aangevraagd vooraleer tot investeringen over te gaan;
  • de eiseres onvoorzichtig heeft gehandeld door een huurovereenkomst te sluiten, verregaande investeringen te doen en zelfs al met de uitbating te starten, zonder ook maar enige vergunning aan te vragen en dus zonder de minste zekerheid te hebben dat haar project daadwerkelijk legaal zou kunnen worden gerealiseerd;
  • de eiseres voorbarig heeft gehandeld en die voorbarigheid de oorzaak is van de door haar geleden schade.

Op grond van deze redenen waaruit niet volgt dat de schade van de eiseres zich ook zonder de fout van de verweerster op dezelfde wijze zou hebben voorgedaan, verantwoordt de appelrechter zijn beslissing niet naar recht.

Het middel is gegrond’.

In de beroepsprocedure na cassatie wordt ingegaan op de vraag of de gemeente al dan niet een fout heeft begaan en of ook zonder deze vermeende fout dezelfde schade zou geleden zijn. Ondergeschikt wordt ingegaan op de aansprakelijkheidsverdeling. Er is nog geen uitspraak na cassatie.

Bron: Publius

» Bekijk alle artikels: Verzekeringen & Aansprakelijkheid

Boeken in de kijker: