De nieuwe wet op de private opsporing

Dhr. Bart De Bie (i-Force) en

mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op donderdag 17 oktober 2024


Precontractuele aansprakelijkheid:
een overzicht van recente wetgeving en rechtspraak, inclusief voorbeeldclausules

Mr. Roeland Moeyersons (Andersen)

Webinar op donderdag 13 februari 2025


De oplevering, haar gevolgen
en de (tienjarige) aansprakelijkheid.
Recente rechtspraak (2022 – 2024)

Mr. Els Op de Beeck en mr. Sophie De Krock (Schoups)

Webinar op donderdag 6 februari 2025


Zekerheden: een update
aan de hand van wetgeving en rechtspraak

Mr. Philip Van Steenwinkel (Hogan Lovells)

Mr. Ivan Peeters (Nauta Dutilh)

Webinar op vrijdag 8 november 2024

Buitencontractuele aansprakelijkheid: oogverlies van een kind en raming van de schade door de rechter. Cassatie-arrest van 6 september 2024 (LegalNews)

Auteur: Marc Vandecasteele (LegalNews)

De feiten

Een meisje van 13 jaar oud raakte op 22 september 2010 gewond toen ze deelnam aan een paintballactiviteit van een KSA-afdeling. Een projectiel beschadigde haar rechteroog waardoor ze het zicht aan dit oog volledig verloor.

Het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg Brugge van 29 april 2013

De rechtbank stelde verschillende partijen, op grond van artikelen 1382, 1383 en 1384 van het oud Burgerlijk Wetboek, aansprakelijk:

  • de bvba Cagode, organisator van de paintballsessie, en haar verzekeraar BA-Uitbating Fidea (thans Baloise Belgium)
  • de vzw KSJ-KSA-VKSJ Landelijk Verbond (thans KSA Nationaal genaamd) en haar aansprakelijkheidsverzekeraar Axa Belgium
  • F.J., A.S., ouders van J.J. die het paintballwapen manipuleerde, in eigen naam en als wettige vertegenwoordigers van hun destijds minderjarige zoon, en hun verzekeraar Federale Verzekering
  • A.M. en G.D.W., ouders van L.M. die het paintballwapen manipuleerde, in eigen naam en als wettige vertegenwoordigers van hun destijds minderjarige dochter, en hun verzekeraar AG Insurance.

Deze partijen werden in solidum veroordeeld tot betaling van o.m. een provisie van 10.000 EUR aan de echtgenoten V.-M. in hun hoedanigheid van wettige beheerders over de persoon en de goederen van hun destijds minderjarige dochter A.V.

Het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg Brugge van 12 januari 2021

Na minnelijke medische expertise, deed de rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afd. Brugge, bij vonnis van 12 januari 2021 uitspraak over de schadeeisen van eiseres (en haar ouders en zussen). Mr. W., curator over het faillissement van de bv Cagode en Baloise Belgium stelden hoger beroep in. Dit werd gevolgd door incidenteel beroep van eiseres  en haar ouders en zussen) en van partijen J.-S.-Federale Verzekering, partijen M.-D.W.-AG Insurance en partijen KSA-Axa Belgium.

Het arrest van het hof van beroep te Gent van 17 november 2022

In het arrest van 17 november 2022 veroordeelt het hof van beroep Gent de aansprakelijke partijen (met uitzondering van de bv Cagode) tot betaling van, in hoofdsom en na aftrek van reeds betaalde provisies, 228.499,20 EUR aan eiseres en zegt voor recht dat eiseres voor voormeld bedrag een vordering heeft lastens bv Cagode in faillissement.

De visie van het Hof van Cassatie op 6 september 2024

De rechter beoordeelt in feite het bestaan van de schade veroorzaakt door een onrechtmatige daad of een tot aansprakelijkheid leidend feit en het bedrag van de vergoeding voor het volledige herstel ervan.

Hij mag de schade naar billijkheid ramen, mits hij de redenen aangeeft waarom hij de door het slachtoffer voorgestelde berekeningswijze niet kan aannemen en tevens vaststelt dat de schade onmogelijk anders kan worden bepaald.

Hij moet de schade die het slachtoffer heeft geleden door de onrechtmatige daad of het tot aansprakelijkheid leidend feit in concreto ramen.

De appelrechter stelt vast en oordeelt dat:

  • opdat een concrete toekomstige schade door middel van kapitalisatie zou kunnen worden vergoed, er voldoende zekerheid moet zijn over de precieze omvang van de schadepost die wordt gekapitaliseerd;
  • de kapitalisatiemethode dus een minimum aan gelijkwaardigheid veronderstelt tussen de periodes waarin de schadevergoeding verschuldigd is;
  • de eiseres de schade uit de blijvende persoonlijke ongeschiktheid kapitaliseert op basis van een forfaitair bedrag per dag;
  • dergelijke berekeningswijze van de schade veronderstelt dat de pijn, hinder en het leed dat iemand ervaart ten gevolge van zijn blijvende letsels, iedere dag min of meer gelijkwaardig is;
  • het voldoende aannemelijk is dat de 40 pct. blijvende persoonlijke ongeschiktheid werd toegekend voor enerzijds de pijn en het leed verbonden aan het verlies van het oog en anderzijds voor een resterende blijvende psychische problematiek;
  • voor vele slachtoffers met een blijvend letsel geldt dat door de jaren heen een gewenning optreedt en bepaalde ongemakken die men ervaart in de beginfase verdwijnen doordat men zijn levenswijze aanpast en leert leven met de beperkingen;
  • dit niet alleen geldt voor beperkte maar ook voor zware blijvende letsels;
  • voor sommige letsels ook een aantal van de fysieke ongemakken verdwijnen;
  • voor het verlies van een oog specifiek geldt dat het resterende oog functies overneemt en er een gewijzigd gedrag, houding en ervaring is door toedoen van de werking van de hersens;
    – het leven evenwel meer is dan het stellen van fysieke handelingen;
  • de eiseres, die pas 26 jaar is en nog een gans leven moet uitbouwen, in de loop van haar verdere leven zal worden geconfronteerd met allerlei situaties, tal van gebeurtenissen en mensen, waarbij zij afhankelijk van de situatie meer of minder het leed verbonden aan haar blijvende letsels zal ervaren;
  • rekening houdend met deze elementen, onmogelijk gesteld kan worden dat in de vele toekomstige jaren van de eiseres, er een minimale gelijkwaardigheid zal zijn in de hinder, pijn en het leed dat de eiseres dagelijks zal ervaren;
  • de weerhouden graad van 40 pct. blijvende persoonlijke ongeschiktheid bewijst dat pijn en hinder die de eiseres ten gevolge van de blijvende letsels ervaart en nog zal ervaren ernstig is.
    De appelrechter die op grond van deze redenen beslist dat de schade uit de blijvende persoonlijke ongeschiktheid niet door middel van de kapitalisatiemethode kan worden geraamd, en deze schade naar billijkheid raamt op 90.000 euro, verantwoordt zijn beslissing naar recht.

Lees hier het Cassatie-arrest van 6 september 2024

» Bekijk alle artikels: Verzekeringen & Aansprakelijkheid

Boeken in de kijker: