Wenst u meerdere opleidingen
te volgen bij LegalLearning?
Overweeg dan zeker ons jaarabonnement
Krijg toegang tot +150 opleidingen
Live & on demand webinars
Voor uzelf en/of uw medewerkers
Precontractuele aansprakelijkheid:
een overzicht van recente wetgeving en rechtspraak, inclusief voorbeeldclausules
Mr. Roeland Moeyersons (Andersen)
Webinar op donderdag 13 februari 2025
Contracten anno 2025:
een praktijkgerichte blik na de inwerkingtreding van boek 6 BW
Prof. dr. Ignace Claeys en prof. dr. Thijs Tanghe (Eubelius)
Webinar op donderdag 6 februari 2025
Boek 3 ‘Goederenrecht’ vier jaar later:
een evaluatie aan de hand van 15 vragen
Dr. Siel Demeyere (Eubelius)
Webinar op dinsdag 6 mei 2025
Schade bij niet-nakoming van een contractuele verbintenis. Cassatie arrest van 8 november 2024 (LegalNews)
Auteur: Marc Vandecasteele (LegalNews)
Krachtens artikel 1149 Oud Burgerlijk Wetboek, is, ingeval van foutieve niet-nakoming van een contractuele verbintenis, de schuldenaar verplicht de schade die de schuldeiser hierdoor lijdt te vergoeden. Deze schade bestaat, in het algemeen, uit het geleden verlies en de gederfde winst, behoudens de toepassing van de artikelen 1150 en 1151 Oud Burgerlijk Wetboek.
De schadevergoeding wegens contractuele wanprestatie heeft tot doel de schuldeiser te plaatsen in de toestand waarin hij zich zou hebben bevonden indien de schuldenaar zijn verbintenis zou zijn nagekomen.
De schuldeiser kan niet terzelfdertijd vergoeding verkrijgen voor het herstel van de schade veroorzaakt door de foutieve niet-nakoming door de schuldenaar van zijn contractuele verbintenis, en weigeren zijn eigen verbintenissen ten aanzien van de schuldenaar na te komen.
In haar appelconclusie voert de eiseres, zonder betwisting door de verweerster, aan dat:
- de verweerster op heden nog 10 pct. van de totale aannemingssom, met name 29.348,22 euro, niet heeft voldaan;
- de facturatie- en betalingsvoorwaarden bepalen dat 5 pct. van de totale aannemingssom zou worden voldaan bij de oplevering, in het bijzonder, 2,5 pct. bij de voorlopige oplevering, 2,5 pct. bij de definitieve oplevering;
- de overige 5 pct. omwille van de problematiek van de lekkende daken evenmin werd gefactureerd in afwachting van een regeling.
De Ondernemingsrechtbank Antwerpen, Afdeling Hasselt stelt vast en oordeelt op 3 december 2019 dat:
- de werken die de eiseres uitvoerde, gebreken vertonen, waaronder een lekkend dak, een gebrekkige betonvloer en kleinere gebreken;
- de eiseres ertoe is gehouden aan de verweersters een bedrag van 19.579,04 euro te betalen voor haar contractuele schade, met name enkele kleinere gebreken, de bijkomende herstellingswerken aan het lekkende dak, de genotsderving die de verweerster leed vanaf de aanvang van de expertise tot het ogenblik waarop de eiseres eerste herstellingswerken uitvoerde, de winstderving van de opbrengst van de zonnepanelen tijdens die herstellingswerken en tijdens toekomstige herstellingswerken, de winstderving door het stilleggen van de wasstraat van de carwash tijdens de herstellingswerken die de eiseres reeds uitvoerde, en het herstel en de minwaarde van de betonvloer;
- er geen voorlopige oplevering heeft plaatsgevonden en er geen sprake is van een ingebruikname zonder voorbehoud;
- de vordering van de eiseres tot integrale betaling door de verweerster van het saldo van het overeengekomen bedrag conform de offerte, met name 29.348,22 euro, ongegrond is omwille van de beschreven gebreken in de uitvoering van de werken, die een contractuele fout uitmaken en die nog steeds niet naar behoren werden opgelost.
Het Hof van beroep te Antwerpen stelt vast en oordeelt op 1 maart 2021 dat:
- de eerste rechter volledig en correct heeft geantwoord op alle middelen, argumenten, feiten en stukken die door partijen werden aangedragen;
- het hof van beroep zich de overwegingen van de eerste rechter dan ook eigen maakt;
- de eerste rechter terecht heeft vastgesteld dat er nog geen tegensprekelijke voorlopige oplevering heeft plaatsgevonden en dat er ook geen sprake is van een ingebruikname van de werken zonder voorbehoud;
- de eerste rechter een correcte afrekening tussen de partijen heeft opgesteld, gelet op de vaststellingen en het advies van de gerechtsdeskundige, alsook de stukken die de partijen hebben voorgelegd en hun contractuele afspraken.
De visie van het Hof van Cassatie:
De appelrechter die op grond van deze redenen het beroepen vonnis in al zijn beschikkingen bevestigt, veroordeelt de eiseres tot betaling van een schadevergoeding aan de verweerster voor de gebreken in de werken uitgevoerd door de eiseres en verklaart tezelfdertijd de vordering van de eiseres tot betaling van het saldo van de aannemingsprijs omwille van dezelfde gebreken ongegrond.
De appelrechter kent aldus aan de verweerster een hogere vergoeding toe dan de door hem vastgestelde schade en schendt artikel 1149 Oud Burgerlijk Wetboek.
» Bekijk alle artikels: Verbintenissen & Goederen