Erfpacht, opstal en mede-eigendom
bekeken door een fiscale bril

Mr. Esther Everaert en mr. Lizelotte De Maeyer (Stibbe)

Webinar op vrijdag 24 november 2023


Tegenwerpelijkheid en afdwingbaarheid van vermogensrechten aan de failliete boedel:
12 topics onder de loep (incl. boek)

Dr. Sander Baeyens (Freshfields)

Webinar op donderdag 8 juni 2023


Vlaamse erfbelasting:
10 fictiebepalingen onder de loep (incl. boek)

Prof. dr. Ayfer Aydogan (ECGB Advocaten / UGent)

Webinar op vrijdag 17 november 2023


De gevolgen van het contract voor derden
Een analyse na de inwerkingtreding van Boek 5
(Incl. boek)

Prof. dr. Vincent Sagaert (KU Leuven / Eubelius)

Webinar op dinsdag 12 september 2023


De bouwpromotieovereenkomst:
een contract met vele gezichten
Een analyse aan de hand van 10 vragen

Prof. dr. Ralph De Wit (VUB) en mr. Steve De Cauwer (De Groote-De Man)

Webinar op donderdag 19 oktober 2023

‘L’aveu en action’ opnieuw bevestigd door het Hof van Cassatie – Het gedrag van partijen kan het bestaan van een aannemingsovereenkomst bewijzen (Schoups)

Auteurs: Els Op de Beeck en Eva Sterkens (Schoups)

Sinds jaar en dag verleent een constante rechtspraak van het Hof van Cassatie bewijsrechtelijke betekenis aan de uitvoering van de overeenkomst door de partij tegen wie een bewijsvoering moet worden gedaan. In een recent arrest van 5 december 2022 heeft het Hof van Cassatie dit principe nogmaals bevestigd en verduidelijkt dat ook het gedrag van partijen het bestaan van een aannemingsovereenkomst kan bewijzen.

In de zaak die aanleiding heeft gegeven tot het Cassatiearrest van 5 december 2022 vorderde de aannemer de betaling van een factuur voor schilderwerken aan de woning waar de verweerder samen met zijn moeder woont. De verweerder weigerde deze factuur te betalen omdat hij meende dat hij niet de opdrachtgever was van de werken, maar dat het zijn moeder was die op de offerte was ingegaan en bijgevolg de opdrachtgever van de werken was. Tijdens de uitvoering van de werken had de verweerder evenwel verschillende meerwerken besteld (wat hij ook niet betwistte). De appelrechter oordeelde dat de verweerder inderdaad niet gehouden waren tot betaling van de factuur bij gebrek aan schriftelijk bewijs van een aannemingsovereenkomst tussen de aannemer en de verweerder. De verweerder zou volgens de appelrechter ook geen rechtshandelingen hebben gesteld die de uitvoering van een aannemingsovereenkomst uitmaakten.

Het Hof van Cassatie vernietigde deze beslissing bij arrest van 5 december 2022 (C.22.0134.N). Het Hof overwoog hierbij uitdrukkelijk dat een aannemingsovereenkomst kan worden bewezen door het gedrag van een van de partijen zoals de bestelling van meerwerken.

Bron: Schoups