Recente wetgevende ontwikkelingen
met impact op de bouwsector

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Consumentenbescherming bij de verwerving
van financiële diensten: de laatste ontwikkelingen (optioneel met handboek)

Prof. dr. Reinhard Steennot (UGent)

Webinar op donderdag 30 mei 2024


Vereffening-verdeling van nalatenschappen:
16 probleemstellingen

Mr. Nathalie Labeeuw (Cazimir)

Webinar op vrijdag 26 april 2024


Het nieuwe Boek 6:
de impact op de werkvloer

Mr. Chris Persyn (Cautius)

Webinar op donderdag 4 juli 2024


Het nieuwe Boek 6 en de impact
voor de bouw- en vastgoedsector:
10 aandachtspunten

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op dinsdag 23 april 2024


Ondernemingsstrafrecht:
wat wijzigt er door boek I en boek II van het Strafwetboek?

Mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024

Eventueel vruchtgebruik: over hoe “misschien”, echt kan worden (aternio)

Auteur: Eveline Smet (aternio)

Publicatiedatum: 30/01/2020

Vruchtgebruik: you love it or you hate it. Menig artikel werd reeds gewijd aan dit zakelijk recht. Zo ook door aternio. Ondermeer in een eerdere bijdrage behandelden we alvast enkele types van vruchtgebruik. Maar wist u dat er ook zoiets bestaat als het eventuele vruchtgebruik?

Vruchtgebruik “klassiek”

De klassieke definitie is dat vruchtgebruik een zakelijk recht is om van een zaak, waarvan een ander het eigendom heeft, het tijdelijk genot te hebben. Het ontstaat door een opsplitsing van het (volle) eigendomsrecht in blote eigendom enerzijds en vruchtgebruik anderzijds. Het is een (zakelijk) recht om van een goed, waarvan een ander de blote eigendom heeft, het tijdelijk genot te hebben en de vruchten ervan te genieten. Dit alles mits inachtname van en respect voor de bestemming van het goed.

Eventueel vruchtgebruik

Wat is dan een eventueel vruchtgebruik? Dit is een recht onder opschortende voorwaarde dat afhankelijk is van de toekomstige, onzekere gebeurtenis dat de titularis ervan nog in leven is op het tijdstip dat het door de erflater toegestane vruchtgebruik eindigt. Euhm, say what?

Wel, onder de wettelijke regels verkrijgt de gehuwde langstlevende partner het vruchtgebruik over de goederen van de overledene. De blote eigendom komt dan terecht bij de afstammelingen van de overledene. Het is echter mogelijk dat er zich in de nalatenschap een goed in blote eigendom bevindt. Wanneer de wettelijke regels dan worden toegepast en de langstlevende krijgt het vruchtgebruik van de hele nalatenschap, dan ontstaat het eventueel vruchtgebruik.

Dit eventueel vruchtgebruik krijgt pas uitwerking bij het overlijden van de oorspronkelijke vruchtgebruiker of bij het verstrijken van de termijn waarvoor het oorspronkelijke vruchtgebruik werd aangegaan. Dit alles op voorwaarde dat degene die het eventuele vruchtgebruik heeft gekregen, nog in leven is op het moment dat het oorspronkelijke vruchtgebruik stopt.

Een voorbeeld

Karel en Marie zijn gehuwd en hebben 1 zoon, Andreas. Andreas is op zijn beurt gehuwd met Annemie. Zij hebben samen 2 kinderen. Karel heeft een appartement in zijn eigen vermogen zitten. Hij schenkt dit aan zijn enige zoon Andreas, onder voorbehoud van vruchtgebruik. Op die manier behoudt hij zelf nog de huurinkomsten van het appartement. De schenkingsakte voorziet niet dat het vruchtgebruik naar Marie gaat, eens Karel zou overlijden.

Andreas komt om het leven in een tragisch ongeval. Annemie, zijn echtgenote, erft het vruchtgebruik op zijn volledige nalatenschap. In die nalatenschap zit dus, onder andere, de blote eigendom op het appartement.

Aangezien Karel nog in leven is, verkrijgt Annemie nu enkel het eventueel vruchtgebruik op het appartement. Hiermee kan ze in feite niet echt iets beginnen.

Het is pas op het moment dat Karel overlijdt, dat Annemie het effectieve vruchtgebruik zal verkrijgen. Uiteraard, indien zij op dat moment zelf nog in leven is.

Actieve vermogensplanning

In wat voorafgaat, is het uitgangspunt steeds de klassieke situatie dat goederen worden verkregen ingevolge een erfenis. Maar het is uiteraard wenselijk om tijdens uw leven een actieve planning te ondernemen. Erven is namelijk, in vele gevallen, duurder dan schenken.

Is het mogelijk om de blote eigendom van een goed door te schenken? En zo ja, is het dan ook mogelijk om later toch nog het vruchtgebruik over dat goed te verkrijgen, eens de oorspronkelijke vruchtgebruiker komt te overlijden? Ook hier is het antwoord “ja”. U schenkt dan de blote eigendom door onder voorbehoud van het eventuele vruchtgebruik.

We maken even terug de koppeling met het voorbeeld, met dat verschil dat Andreas nu in leven blijft.

Andreas beslist om actief aan vermogensplanning te doen, en wil zijn blote eigendom op het appartement schenken aan zijn beide kinderen.  Anderzijds wil hij die huurinkomsten die zijn ouders nu opstrijken, later ook wel hebben. Dat vormt dan een aangename aanvulling op zijn pensioen. Dit is perfect mogelijk. Uiteraard moet men steeds rekening houden met wat er in de oorspronkelijke schenkingsakte staat. Het is niet ondenkbaar dat Karel en Marie hun goedkeuring moeten geven voor de schenking van Andreas aan zijn kinderen.

Nieuwe aangifte nalatenschap?

Moet er een nieuwe aangifte van nalatenschap gebeuren op het moment dat het eventuele vruchtgebruik omzet naar een effectief vruchtgebruik? Het antwoord is volmondig “ja”. Wanneer de actieve samenstelling van de nalatenschap wijzigt, na het openvallen van de nalatenschap, moet men een nieuwe aangifte indienen. Dit kan dus onder meer gebeuren door het intreden van een voorwaarde. U kan de regels hieromtrent uitgebreid nalezen in een eerdere bijdrage.

Het Hof van Cassatie heeft het voorgaande ook duidelijk bevestigd. In een arrest van 25 januari 2019 stelde het Hof dat het actueel worden van een eventueel vruchtgebruik belangrijke gevolgen heeft voor de vruchtgebruiker. De nieuwe vruchtgebruiker dient binnen de voorziene termijn een nieuwe aangifte nalatenschap in te dienen, waarbij men het actueel geworden vruchtgebruik moet waarderen. De waardering dient te gebeuren op datum van het actueel worden. Indien de nieuwe aangifte niet of niet tijdig gebeurt, beginnen er intresten te lopen.

Fiscaal

De fiscus berekent de schenkbelasting steeds op basis van de waarde van het goed in volle eigendom. Maar, door de blote eigendom reeds door te schenken met voorbehoud van het eventuele vruchtgebruik, kan men de waarde van het oorspronkelijke vruchtgebruik (dus dat van Karel in ons voorbeeld) in mindering brengen.

Dit gebeurt, uiteraard niet, wanneer u pas schenkt op het moment dat u zelf volle eigenaar bent geworden. Voor de schenkbelasting maakt dat geen verschil: de fiscus berekent de rechten op basis van de waarde in volle eigendom. Dit zal alvast een iets hoger prijskaartje betekenen.

Vererven is, zoals eerder aangehaald, de duurste oplossing. De erfrechtelijke tarieven worden dan losgelaten op de nalatenschap. Er gebeurt wel de opsplitsing tussen de roerende goederen en de onroerende goederen. Maar na die opsplitsing is het gedaan: de berekening van de erfbelasting gebeurt een eerste op de waarde van alle roerende goederen en een tweede keer op de waarde van alle onroerende goederen.

Conclusie

Het is dus niet omdat u “enkel” over goederen in blote eigendom beschikt, dat u nog niet aan vermogensplanning kan doen. Integendeel, dit kan interessante perspectieven openen.

Weet alleen dat het eventueel vruchtgebruik naast zijn voordelen, ook nadelen kan hebben. Het verdient namelijk enige aandacht en opvolging. Het is niet ondenkbaar dat er bij de eerste schenking een opvolging, een terugval of een aanwas van vruchtgebruik is voorzien. Het kan dus wel enige tijd duren vooraleer uw eventueel vruchtgebruik “actueel” wordt. Bovendien is het de verplichting van de nieuwe vruchtgebruiker, en van die persoon alleen, om een nieuwe aangifte van nalatenschap in te dienen met de actuele waarde. U mag niet wachten tot de fiscus u hierover zelf aanspreekt. De intresten op het niet tijdig indienen van de nieuwe aangifte lopen en tikken snel aan.

Lees hier het originele artikel