Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Het nieuwe Boek 6 en de impact
voor de bouw- en vastgoedsector:
10 aandachtspunten

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op dinsdag 23 april 2024


Recente wetgevende ontwikkelingen
met impact op de bouwsector

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Aansprakelijkheid van hulppersonen
in en buiten de contractketting.
Een analyse in het licht van Boek 6

Prof. dr. Ignace Claeys en mr. Camille Desmet (Eubelius)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024


Vereffening-verdeling van nalatenschappen:
16 probleemstellingen

Mr. Nathalie Labeeuw (Cazimir)

Webinar op vrijdag 26 april 2024

Dien ik nog een NDA te sluiten in het licht van de wet op de bescherming inzake bedrijfsgeheimen? (Forum Advocaten)

Auteurs: Frederic Rosiers en Justine Heureux (Forum Advocaten)

De wet inzake bescherming van bedrijfsgeheimen is in 2018 in werking getreden en beschermt niet-openbaar gemaakte informatie tegen illegale verspreiding. Voorheen kon deze informatie enkel afdoende beschermd worden door het sluiten van een geheimhoudingsovereenkomst (non disclosure agreement) (“NDA”). De nieuwe wet mag dan wel innovatief zijn, maar toch blijft het sluiten van een NDA ook onder deze wet van belang.

De wet betreffende de bescherming van bedrijfsgeheimen

Op 30 juli 2018 is de wet betreffende de bescherming van bedrijfsgeheimen in werking getreden. Deze wet beschermt de illegale openbaarmaking van niet-openbaar gemaakte knowhow en bedrijfsgeheimen.  De wet is terug te vinden in boek XI van het wetboek van economisch recht (WER) (hierna “Bedrijfsgeheimenwet”).

Niet alle informatie wordt gekwalificeerd als een bedrijfsgeheim. Om zich op de Bedrijfsgeheimenwet te kunnen beroepen moet er in de eerste plaats sprake zijn van een ‘bedrijfsgeheim’. Om te kunnen spreken van een bedrijfsgeheim, moet deze informatie voldoen aan 3 voorwaarden:

  • het moet geheim zijn: de informatie is dus niet algemeen bekend of gemakkelijk toegankelijk;
  • het moet handelswaarde hebben; en
  • er werden redelijke maatregelen genomen om het bedrijfsgeheim vertrouwelijk te houden.

Wat als een redelijke maatregel wordt beschouwd, wordt steeds in concreto beoordeeld. Enkele voorbeelden van redelijke maatregelen:

  • Organisatorische beveiligingsmaatregelen zodat enkel sleutelfiguren binnen de onderneming toegang hebben tot bepaalde bedrijfsgeheimen;
  • Juridische beveiligingsmaatregelen zoals het opnemen van een geheimhoudingsclausule in de overeenkomst;
  • Digitale beveiligingsmaatregelen zoals encryptie van de informatie;

De Bedrijfsgeheimenwet is innovatief op het gebied van de afdwingbaarheid. Indien een partij een inbreuk pleegt op de wet en dus overgaat tot de illegale verspreiding van een bedrijfsgeheim, dan kan de andere partij de rechter verzoeken om volgende maatregelen te nemen:

  • Staking van de handeling (gebruik van het bedrijfsgeheim);
  • De openbaarmaking van het bedrijfsgeheim verbieden;
  • De productie van inbreukmakende goederen laten staken;
  • Inbreukmakende producten laten terugroepen of laten vernietigen;
  • Beslag leggen bij de inbreukmakende partij;
  • Het eisen van een schadevergoeding;

Deze actiemiddelen zijn bijzonder effectief ter bescherming van bedrijfsgeheimen.

Een NDA blijft relevant

Indien tussen beide partijen een NDA werd gesloten, zal het eenvoudiger zijn om bij de rechter aan te tonen dat er sprake is van een bedrijfsgeheim conform de Bedrijfsgeheimenwet. Door het sluiten van een NDA tonen partijen immers aan dat zij redelijke maatregelen hebben genomen ter bescherming van het bedrijfsgeheim. Daarnaast tonen partijen makkelijker het illegale gebruik of de openbaarmaking aan van de informatie, aangezien het gebruik ervan een inbreuk vormt op de gesloten NDA.

Een NDA afsluiten is dus een must om bedrijfsgeheimen effectief te beschermen.

Een NDA kan een afzonderlijk contract zijn of deel uitmaken van een andere overeenkomst (bijvoorbeeld een consultancy-overeenkomst).

Wat dient in een NDA te worden opgenomen?

In een NDA kan onder meer het volgende worden opgenomen:

  • De doelstelling waarvoor vrijgegeven informatie (niet) mag worden gebruikt;
  • De manier waarop informatie ter beschikking zal worden gesteld;
  • Personen die toegang kunnen/mogen hebben tot vrijgegeven informatie;
  • De voorwaarden waaronder informatie met derden kan worden gedeeld;
  • De verplichting tot teruggave/vernietiging van documenten bij beëindiging van de relatie of het doel waarvoor de NDA werd gesloten;
  • De duur van de vertrouwelijkheid;
  • Sancties bij inbreuk (waaronder een forfaitaire schadevergoeding).
De duur van een NDA in het licht van de bescherming van bedrijfsgeheimen

Hoe lang geldt de vertrouwelijkheidsverbintenis van de ontvanger van de informatie?

De keuze omtrent de duur van deze verbintenis is vrij te bepalen door de partijen.

Indien zij niets bepalen wordt de verplichting geacht te zijn aangegaan voor onbepaalde duur. Het nadeel hiervan is dat dergelijke verbintenissen kunnen opgezegd worden zodat de verbintenis komt te vervallen.

Het is dan ook aan te bevelen om een bepaalde duur te bepalen. Gebruikelijk is een termijn van drie tot vijf jaar, maar langer is ook mogelijk. Te lange termijnen kunnen dan weer als onredelijk worden beschouwd.

Partijen zijn dus vrij een termijn af te spreken gedurende dewelke deze informatie vertrouwelijk dient te blijven. Hoelang deze termijn redelijkerwijze mag bedragen hangt af van verschillende factoren zoals de aard van de informatie, de relevantie van de informatie, en de actualiteit van de informatie.

In de Bedrijfsgeheimenwet wordt geen duur bepaald van een vertrouwelijkheidsverbintenis, zodat dit best contractueel geregeld wordt tussen de partijen.

Wel zijn er regels inzake de verjaring. Zo bepaalt de wet dat vorderingen die betrekking hebben op bedrijfsgeheimen na verloop van vijf jaar verjaren. Deze termijn begint te lopen vanaf de dag die volgt op de dag waarop de eiser kennis heeft van de gedraging en het feit dat deze gedraging een onrechtmatig verkrijgen, gebruiken of openbaar maken van een bedrijfsgeheim vormt én kennis heeft van de identiteit van de inbreukmaker. In ieder geval verjaart de vordering door verloop van twintig jaar vanaf de dag volgend op die waarop het onrechtmatig verkrijgen, gebruiken of openbaar maken zich heeft voorgedaan. Niets staat eraan in de weg dat in de NDA afwijkende termijnen worden overeengekomen.

Bron: Forum Advocaten

» Bekijk alle artikels: Verbintenissen & Goederen