Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Recente wetgevende ontwikkelingen
met impact op de bouwsector

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Het nieuwe Boek 6 en de impact
voor de bouw- en vastgoedsector:
10 aandachtspunten

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op dinsdag 23 april 2024


Aansprakelijkheid van hulppersonen
in en buiten de contractketting.
Een analyse in het licht van Boek 6

Prof. dr. Ignace Claeys en mr. Camille Desmet (Eubelius)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024


Vereffening-verdeling van nalatenschappen:
16 probleemstellingen

Mr. Nathalie Labeeuw (Cazimir)

Webinar op vrijdag 26 april 2024

Contractvrijheid in het nieuwe verbintenissenrecht (Forum Advocaten)

Auteurs: Robin Madereel, Geert de Hoon en Ilse De Geyter (Forum Advocaten)

In onze eerdere blogberichten over het nieuwe verbintenissenrecht, kon u al kennis maken met een aantal van de belangrijkste nieuwigheden die de wetgever heeft voorzien in Boek 5 van het nieuw Burgerlijk Wetboek. Dit boek treedt in werking op 1 januari 2023.

In deze blog behandelen wij enkele belangrijke basisprincipes uiforumt het verbintenissenrecht: de contractvrijheid (art. 5.14 BW) en de onderhandelingsvrijheid (art. 5.15 BW).

Contractvrijheid

Een essentieel, maar geen absoluut beginsel

De contractvrijheid is een fundamenteel beginsel in ons rechtssysteem, maar had toch geen wettelijke grondslag in het oud Burgerlijk Wetboek.

De rechtspraak en rechtsleer onderscheiden traditioneel drie aspecten van de contractvrijheid:

  • de vrijheid om al dan niet een contract te sluiten
  • de vrijheid om zijn medecontractant te kiezen
  • de vrijheid om de inhoud van het contract te bepalen

Op de drie aspecten van de contractvrijheid bestaan verschillende uitzonderingen of begrenzingen. Zo mag het uitoefenen van de contractvrijheid geen afbreuk doen aan…

  • regels van openbare orde of regels van dwingend recht;
  • de gelijkwaardige rechten en vrijheden van anderen of aan de menselijke waardigheid van de medecontractant. Dat betekent bijvoorbeeld dat contractweigering geen discriminatie mag uitmaken, hetgeen ook uitdrukkelijk door de wetgever wordt bevestigd in bijzondere wetgeving.

Het uitoefenen van de contractvrijheid mag bovendien geen rechtsmisbruik uitmaken.

Nieuwe regelgeving

De contractvrijheid, met inbegrip van zijn verschillende facetten, wordt nu wettelijk verankerd in artikel 5.14 BW.

“Buiten de gevallen die de wet bepaalt, staat het iedereen vrij om al dan niet een contract te sluiten en om zijn medecontractant te kiezen, zonder de redenen van zijn keuze te moeten verantwoorden.

De partijen zijn vrij om de inhoud van het contract te bepalen, voor zover dit voldoet aan de bij wet bepaalde geldigheidsvereisten.”

Door de formulering “buiten de gevallen die de wet bepaalt” onderstreept de wetgever eveneens de talrijke beperkingen aan de contractvrijheid.

Tevens wordt benadrukt dat contracten moeten voldoen aan bepaalde geldigheidsvereisten.

Onderhandelingsvrijheid

Wat is de meerwaarde van dit beginsel?

De onderhandelingsvrijheid impliceert dat partijen vrij zijn onderhandelingen aan te vatten, te onderbreken en af te breken. De rechtsleer merkt terecht op dat de onderhandelingsvrijheden het logisch gevolg zijn van de contractvrijheid zelf. Als men de vrijheid heeft om al dan niet een contract te sluiten, heeft men evident ook de vrijheid om onderhandelingen aan te vatten en die af te breken.

Nieuwe regelgeving

Thans biedt art. 5.15 (nieuw) BW de onderhandelingsvrijheid een aparte wettelijke grondslag:

De partijen zijn vrij precontractuele onderhandelingen aan te vatten, te voeren en af te breken. Ze handelen hierbij in overeenstemming met de eisen van de goede trouw.”

De Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel houdende boek 5 BW verduidelijkt dat het gaat om een essentieel beginsel en dat uitzonderingen “met grote mate van terughoudendheid” moeten worden toegepast.

Wel wordt verduidelijkt dat men dient te handelen in overeenstemming met de eisen van de goede trouw. Dit is niet meer dan de veruitwendiging van een ander algemeen principe, met name dat de precontractuele fase wordt beheerst door artikel 1382 oud BW. Indien niet wordt gehandeld in overeenstemming met de goede trouw en onderhandelingen zonder rechtmatige reden worden verbroken, kan dit aanleiding geven tot buitencontractuele aansprakelijkheid.

Conclusie

De fundamentele beginselen van de contract- en onderhandelingsvrijheid worden in het nieuwe boek 5 Burgerlijk Wetboek wettelijk verankerd.

Boek 5 BW vormt op dit vlak slechts een codificatie van de bestaande rechtspraak en rechtsleer en brengt voor de contract- en onderhandelingsvrijheid geen inhoudelijke wijzigingen met zich mee. De contractvrijheid blijft nog steeds het uitgangspunt. Net zoals dat het geval was onder het oude recht, is die vrijheid niet ongelimiteerd.

Bron: Forum Advocaten

» Bekijk alle artikels: Verbintenissen & Goederen