Aandeelhoudersovereenkomsten
in het licht van de nieuwe wetgeving

Mr. Michaël Heene (DLA Piper)

Webinar op vrijdag 31 mei 2024


HR-aspecten bij M&A transacties

Mr. Nele Van Kerrebroeck (Linklaters)

Webinar op donderdag 16 mei 2024


Ondernemingsstrafrecht:
wat wijzigt er door boek I en boek II van het Strafwetboek?

Mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024

Nieuw Belgisch mechanisme ter compensatie van betaalde belasting wanneer aandelenopties onder water zijn (KPMG)

Auteur: KPMG

Publicatiedatum: juni 2018

De Belgische Aandelenoptiewet van 26 maart 1999 voorziet dat aandelenopties die schriftelijk aangeboden worden en schriftelijk aanvaard zijn binnen de 60 dagen volgend op het aanbod belastbaar zijn bij toekenning. De inkomstenbelasting betaald bij de toekenning is een finale kost, ongeacht of de aandelenopties later ook effectief uitgeoefend worden. Een recente ruling staat nu toe dat de werkgever de belasting die bij toekenning verschuldigd is, belastingvrij kan vergoeden aan de werknemer indien deze verlies zou maken bij de uitoefening van de aandelenopties.

Achtergrond

Internationale ondernemingen hebben opgemerkt dat de aanvaardingsgraad van aandelenopties in België opmerkelijk lager was dan het wereldwijd gemiddelde. In de meeste gevallen was dit omdat werknemers niet bereid waren om belasting te betalen bij de toekenning van de opties en het riscico te lopen deze bij toekenning betaalde belasting niet te kunnen recupereren wanneer de opties bij uitoefening onder water zijn (d.w.z. als de uitoefenprijs hoger is dan de waarde van het aandeel). De recente ruling staat de werkgever toe de werknemer een bedrag, gelijk aan het bedrag dat bij toekenning is betaald aan belasting, terug te betalen zonder dat dit nadelige gevolgen heeft op vlak van Belgische inkomstenbelasting.

Forfaitaire waarderingsmethode

De Aandelenoptiewet voorziet in een forfaitaire waarderingsmethode om het belastbaar voordeel te bepalen van aandelenopties die schriftelijk werden aanvaard binnen de 60 dagen volgend op een schriftelijk aanbod. Het voordeel van alle aard is in beginsel 18 % van de onderliggende waarde van de aandelen op het moment van het aanbod. Voor aandelenopties met een looptijd langer dan 5 jaar, wordt er één procent toegevoegd voor ieder bijkomstig jaar of deel van een jaar. Dit betekent bijvoorbeeld dat het voordeel van alle aard van aandelenopties met een tijdswaarde van 10 jaar gewaardeerd moet worden aan 23% (18% + 5%) van de onderliggende waarde van de opties op het moment van het aanbod.

Deze percentages kunnen gehalveerd worden indien bepaalde voorwaarden vervuld zijn. In de meeste gevallen voldoen opties op aandelen van de werkgever of het moederbedrijf aan deze voorwaarden.

Indien de uitoefenprijs van de aandelenopties lager is dan de werkelijke waarde van de aandelen op het ogenblik van de toekenning (opties “in the money”), wordt dit verschil toegevoegd aan de belastbare basis.

De Aandelenoptiewet bepaalt ook dat de optiehouder belast wordt op ieder zeker voordeel met betrekking tot de aandelenopties. Een zeker voordeel is een voordeel dat gerelateerd is aan het aanbod van de aandelenopties maar niet aan de waarde van de onderliggende aandelen. Een voorbeeld van een zeker voordeel is een belofte van de werkgever om de aandelen die via de uitoefening van de optie werden verkregen tegen een prijs 10% boven de uitoefenprijs terug te kopen.

Terugbetaling van belasting door werkgever

De Rulingcommissie heeft nu bevestigd dat de terugbetaling door de werkgever van de belasting op de toekenning van aandelenopties een zeker voordeel is. Maar de Rulingcommissie voegt eraan toe dat er geen inkomstenbelasting verschuldigd is zolang het bedrag van de terugbetaling lager is dan het oorspronkelijk forfaitair belastbaar voordeel.

Deze ruling bevestigt eveneens dat de terugbetaling een aftrekbare kost is in de vennootschapsbelasting en dat de werkgever deze betaling niet moet rapporteren op een fiscale fiche.

Anti-misbruik bepaling buiten spel

In de ruling wordt eveneens aandacht besteed aan de toepassing van de algemene fiscale anti-misbruik bepaling. De Rulingcommissie besluit dat de reden voor de cashbetaling, namelijk het verhogen van de aanvaardingsgraad van aandelenopties, een voldoende argument is om de anti-misbruik bepaling buiten spel te zetten.

Draagwijdte van de ruling

Een ruling is enkel bindend voor degene die de ruling heeft aangevraagd. Bijgevolg is deze ruling geen afdwingbaar precedent voor anderen. De Rulingcommissie zal echter belastingplichtigen die zich in dezelfde situatie bevinden, op dezelfde manier behandelen. Dit betekent dat de Rulingcommissie een gelijkaardige ruling zal afleveren voor andere bedrijven die onder dezelfde voorwaarden opereren. De argumenten om dit nieuw mechanisme toe te passen, zullen bepalend zijn om een gelijkaardige ruling te verkrijgen.

Problematiek grensoverschrijdende arbeid

Op basis van Nederlandse loonbelastingwetgeving zijn aandelenopties – in tegenstelling tot de Belgische regelgeving – in principe belast op het moment van uitoefening. Vervolgens dient in grensoverschrijdende situaties bepaald te worden over welk gedeelte van het voordeel Nederland belasting mag heffen. De allocatie van het heffingsrecht over het belastbaar voordeel uit voorwaardelijk toegekende aandelenopties volgt de allocatie van het reguliere loon in de periode van toekenning tot het moment dat de aandelenoptie onvoorwaardelijk wordt (periode “grant-vest”).

In situaties van grensoverschrijdende arbeid tussen België en Nederland zou door de uiteenlopende regelgeving sprake kunnen zijn van dubbele belastingheffing. Voor een inwoner van Nederland heeft de compensatie van betaalde Belgische belasting door de werkgever in Nederland mogelijk wel fiscale gevolgen. Indien u tegen dergelijke problematiek aanloopt zijn wij uiteraard graag bereid om hier nader over te adviseren.

Lees hier het originele artikel

» Bekijk alle artikels: Vennootschappen & Verenigingen