Nanny of huispersoneel, een aftrekbare kost voor uw vennootschap? (aternio)

Auteur: Sophie Claeys (aternio)

Als bedrijfsleider bent u waarschijnlijk vaak druk bezig en maakt u lange werkdagen. Het is dan niet ongebruikelijk om huispersoneel in te schakelen om het thuisfront op orde te houden, of om een nanny in dienst te nemen voor de opvang van uw kinderen. Maar wist u dat de kosten voor een nanny of huispersoneel in bepaalde gevallen fiscaal aftrekbaar kunnen zijn voor uw vennootschap?

Fiscale aftrekbaarheid: utopie of realiteit?

Het idee dat de kosten voor een nanny fiscaal aftrekbaar zijn, lijkt misschien te mooi om waar te zijn, maar het is wel degelijk mogelijk. Dit werd zelfs bevestigd door de Minister van Financiën. De sleutel ligt in het aantonen dat deze kosten rechtstreeks verband houden met de werkelijke prestaties van de bedrijfsleider voor de vennootschap.

Dienst Voorafgaande Beslissingen

In een ruling van 30 juni 2020 heeft de Dienst Voorafgaande Beslissingen (DVB) – ook wel bekend als de rulingdienst – zich uitgesproken over de fiscale aftrekbaarheid van de kosten voor een nanny in een vennootschap.

Volgens de rulingdienst zijn de kosten aftrekbaar als de nanny via een interimkantoor wordt ingehuurd of rechtstreeks door de vennootschap wordt aangeworven. De diensten van de nanny moeten plaatsvinden op werkdagen en tijdens reguliere werkuren, met uitzondering van speciale omstandigheden, zoals een zakendiner tot 20 uur, waarbij de noodzaak met bewijsstukken moet worden onderbouwd.

Voorwaarden voor aftrekbaarheid

De kern van de aftrekbaarheid ligt in het economische belang voor de vennootschap. De rulingdienst oordeelde dat de kosten voor de nanny aftrekbaar zijn, mits aangetoond kan worden dat de afwezigheid van de nanny zou leiden tot een vermindering van de tijd die de bedrijfsleider aan de vennootschap kan besteden, en dus tot een verlies van inkomsten voor de vennootschap. De vennootschap kan alleen kosten aftrekken die direct verband houden met het economisch belang van de onderneming.

Voordeel van alle aard

Voor de bedrijfsleider vormt de terbeschikkingstelling van een nanny een belastbaar voordeel van alle aard (VAA). Dit VAA mag forfaitair worden berekend volgens het forfait voor dienstboden en huispersoneel, wat neerkomt op €5.950 per jaar (niet geïndexeerd).

Dit bedrag kan proportioneel worden verminderd bij deeltijdse tewerkstelling van de nanny. De rulingdienst stelt voor de bepaling van het VAA de volgende formule voor:

(VAA/1.672 uren) × aantal effectief gewerkte uren tijdens het jaar, waarbij 1.672 uren overeenkomen met een voltijds werkjaar.

Dit forfait geldt niet alleen voor een nanny, maar ook voor andere vormen van huispersoneel zoals poetshulpen, chauffeurs, koks en tuinmannen. Wanneer het echter gaat om sporadische kinderopvang of hulp, moet het VAA worden bepaald op basis van de werkelijke waarde bij de verkrijger.

Wat zegt de Minister van Financiën?

Er bestond enige onduidelijkheid over de automatische aftrekbaarheid van kosten zodra de bedrijfsleider wordt belast op een VAA. Deze kwestie werd opgehelderd na een parlementaire vraag van De Roover op 3 januari 2024.

De Minister van Financiën bevestigde dat artikel 49 WIB’92 vereist dat de kosten door de vennootschap zijn gemaakt om belastbare inkomsten te verkrijgen of te behouden. De vennootschap moet aantonen dat de gemaakte kosten gerechtvaardigd zijn door werkelijk geleverde prestaties van de bedrijfsleider.

Geen automatische aftrek

De minister benadrukte dat de aftrek niet automatisch wordt toegestaan zodra een fiscale fiche wordt opgesteld met het VAA van de bedrijfsleider. De vennootschap moet nog steeds bewijzen dat de uitgave gerechtvaardigd is door reële prestaties die in het belang van de vennootschap zijn verricht.

Dit standpunt is in lijn met de “bezoldigingstheorie” uit cassatierechtspraak, waarbij alleen kosten die verband houden met werkelijk geleverde prestaties binnen de vennootschap aftrekbaar zijn als beroepskosten volgens artikel 49 WIB’92. Kosten die uitsluitend zijn gemaakt om privé-uitgaven van de bedrijfsleider te dekken, zijn niet aftrekbaar.

Wat met de personenbelasting?

Tot slot wees de Minister van Financiën erop dat de aftrek van kosten voor een nanny als beroepskost volledig wordt afgewezen in de personenbelasting voor een belastingplichtige die winsten of baten behaalt of kwalificeert als bedrijfsleider. Kinderopvangkosten zijn namelijk persoonlijke uitgaven en zijn expliciet uitgesloten van aftrek volgens artikel 53, 1° WIB’92. Dit artikel is echter niet van toepassing in de vennootschapsbelasting.

Conclusie

Hoewel het mogelijk is om de kosten voor een nanny of ander huispersoneel af te trekken binnen uw vennootschap, is dit aan strikte voorwaarden gebonden. De vennootschap moet aantonen dat deze kosten rechtstreeks verband houden met de beroepsactiviteiten van de bedrijfsleider en dat ze noodzakelijk zijn voor het verkrijgen of behouden van belastbare inkomsten.

Bron: aternio