De insolventie van een
onderneming-natuurlijke persoon
Mr. Jens Vrebos, mr. Astrid Lescouhier
en mr. Marthe Oosthuyse (Crivits legal)
Webinar op donderdag 13 februari 2025
Successieplanning anno 2025:
wat wijzigt er?
Mr. Olivier De Keukelaere en mr. Rinse Elsermans (Cazimir)
Webinar op donderdag 24 april 2025
Contracten anno 2025:
een praktijkgerichte blik na de inwerkingtreding van boek 6 BW
Prof. dr. Ignace Claeys en prof. dr. Thijs Tanghe (Eubelius)
Webinar op donderdag 6 februari 2025
Wenst u meerdere opleidingen
te volgen bij LegalLearning?
Overweeg dan zeker ons jaarabonnement
Krijg toegang tot +150 opleidingen
Live & on demand webinars
Voor uzelf en/of uw medewerkers
Bestuurdersaansprakelijkheid
na 1 januari 2025:
een handleiding voor de bestuurder
Mr. Joris De Vos (advocaat)
Webinar op dinsdag 25 maart 2025
De afschaffing van de quasi-immuniteit van de bestuurder: waarom delegatie én compliance nog belangrijker zijn geworden
Mr. Stijn De Meulenaer en mr. Fien Schreurs (Everest)
Webinar op dinsdag 18 februari 2025
Meerwaarden op aandelen niet belastbaar bij “normaal beheer van privévermogen” – kwalificatie verder afgelijnd door het Hof van Cassatie (Deknudt Nelis Advocaten)
Auteurs: Laurens Lammens en Florence Van den Storme (Deknudt Nelis Advocaten)
Algemene principes
De algemene principes inzake de belastbaarheid van een meerwaarde verwezenlijkt bij de verkoop van aandelen zijn algemeen bekend:
- Wanneer deze meerwaarde kadert in het normaal beheer van privévermogen, is er geen belastbaar inkomen (art. 90, 1° WIB en art. 90, 9°, eerste streepje WIB).
- Wanneer deze meerwaarde niet kadert in het normaal beheer van privévermogen, is de meerwaarde belastbaar aan 33 %, meer gemeentebelasting (art. 90, 1° WIB en art. 90, 9°, eerste streepje WIB).
Wat er evenwel onder de notie ‘normaal beheer van privévermogen’ dient te worden begrepen, is niet steeds even duidelijk. Er bestaat omtrent de kwalificatie als ‘normaal beheer van privévermogen’ dan ook zeer veel rechtspraak en de beoordeling van de aanwezigheid van ‘abnormaal beheer’ is zeer casuïstisch. Een recente uitspraak van het Hof van Cassatie lijnt deze kwalificatie verder af.
Feiten
De situatie die aanleiding gaf tot de uitspraak van het Hof van Cassatie was de volgende. De broers X en Y zijn elk voor 50% eigenaar van de aandelen van een vennootschapsgroep. Broer X had een voorkooprecht bedongen om alle aandelen die zijn broer Y in de groep aanhield over te kopen. Naar aanleiding van een overnamebod door een derde partij A oefende broer X zijn voorkooprecht uit (waardoor hij aldus ook de 50% van de aandelen van zijn broer Y verkreeg), waarna hij onmiddellijk alle aandelen in de vennootschapsgroep aan een andere derde partij B verkocht. Broer X had hierbij de zekerheid dat hij de aandelen die hij van zijn broer Y zou overkopen meteen en tegen een hogere prijs aan de derde partij B zou kunnen doorverkopen.
Door onderhandelingen met de overnemende derde partij B had broer X bekomen dat hijzelf geen eigen middelen diende vrij te maken voor de betaling van de aankoopprijs van het aandelenpakket van zijn broer Y. De aankoop van dit aandelenpakket werd immers gefinancierd middels gelden die broer X van de overnemende derde partij B ter beschikking kreeg gesteld. Deze aankoopprijs werd dan tussen broer X en de overnemende derde partij B gecompenseerd bij de daaropvolgende verkoop van alle aandelen aan de overnemende derde partij B.
De fiscus is van oordeel dat de door broer X, op de eerst van broer Y overgenomen aandelen, gerealiseerde meerwaarde belastbaar is omdat deze niet kadert in het normaal beheer van het privévermogen. Er ontstaat een lange procedure die uiteindelijk recent beslecht is geworden door het Hof van Cassatie bij arrest van 7 december 2023.
Hof van Cassatie
Broer X voert aan dat er pas sprake kan zijn van abnormaal beheer van privévermogen als de verrichtingen gebeuren met speculatief inzicht en een aanzienlijk risico op verlies. Aangezien in casu de transacties op zodanige wijze werden gestructureerd dat de derde partij B met zekerheid de aandelen zou overnemen, dat broer X geen eigen middelen moest aanwenden en dat broer X geen enkel financieel risico liep, zou er volgens broer X niet anders kunnen worden geconcludeerd dan dat de verrichtingen kaderen binnen het normaal beheer van privévermogen.
Het Hof van Cassatie haalt aan dat uit de wetsgeschiedenis van artikel 90, 9°, eerste streepje WIB volgt dat onder het begrip ‘normale verrichtingen van het beheer van een privévermogen’ moet worden verstaan daden van ‘eenvoudig’ beheer, dit zijn daden die een redelijk en zorgvuldig persoon verricht voor het dagelijks beheer van zijn privévermogen. Bij de beoordeling of daden behoren tot eenvoudig beheer, kunnen onder meer de risico’s op verlies bij de verrichtingen en de aangewende professionele middelen in acht worden genomen. Doch uit het enkele gegeven dat een verrichting niet met risico’s op verlies gepaard gaat, volgt volgens het Hof niet noodzakelijk dat het gaat om een verrichting van eenvoudig beheer van een privévermogen.
Het Hof kwam tot het oordeel dat de verrichtingen naar aanleiding waarvan broer X een meerwaarde op het aandelenpakket van zijn broer Y heeft gerealiseerd, niet kwalificeren als normale verrichtingen van beheer van een privévermogen. Wat ertoe leidt dat de hierbij gerealiseerde meerwaarde op grond van artikel 90, 9°, eerste streepje WIB belastbaar is aan 33 % meer gemeentebelasting.
Bron: Deknudt Nelis Advocaten
» Bekijk alle artikels: Vennootschappen & Verenigingen, Successie & Vermogen