Contracten anno 2025:
een praktijkgerichte blik na de inwerkingtreding van boek 6 BW
Prof. dr. Ignace Claeys en prof. dr. Thijs Tanghe (Eubelius)
Webinar op donderdag 6 februari 2025
Wenst u meerdere opleidingen
te volgen bij LegalLearning?
Overweeg dan zeker ons jaarabonnement
Krijg toegang tot +150 opleidingen
Live & on demand webinars
Voor uzelf en/of uw medewerkers
Sociaal strafwetboek:
een grondige hervorming
werd goedgekeurd
Mr. Kenny Decruyenaere en mr. Veerle Van Keirsbilck (Claeys & Engels)
Webinar op donderdag 5 december 2024
Verzekeringsrecht:
recente wetgeving én rechtspraak
Mr. Sandra Lodewijckx (Lydian)
Webinar op donderdag 13 maart 2025
De oplevering, haar gevolgen
en de (tienjarige) aansprakelijkheid.
Recente rechtspraak (2022 – 2024)
Mr. Els Op de Beeck en mr. Sophie De Krock (Schoups)
Webinar op donderdag 6 februari 2025
De afschaffing van de quasi-immuniteit van de bestuurder: waarom delegatie én compliance nog belangrijker zijn geworden
Mr. Stijn De Meulenaer en mr. Fien Schreurs (Everest)
Webinar op dinsdag 18 februari 2025
Hoe kan een misbruikte vennootschap onder een eigen strafrechtelijke vervolging onderuit komen? (Janson)
Auteur: Stien Dijckmans (Janson)
Inleiding: eigen strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de vennootschap: theorie en praktijk
De eigen strafrechtelijke verantwoordelijkheid van een vennootschap werd ingevoerd middels art. 5 Sw .
Dit artikel had tot doel om de vennootschap die, als aparte entiteit, (mede) een misdrijf heeft gepleegd, hiervoor ook apart strafrechtelijk verantwoordelijk te kunnen stellen, los van de personen die de vennootschap vertegenwoordigen.
Echter, deze aparte strafrechtelijke aansprakelijkheidsstelling van de vennootschap, is enkel mogelijk ALS er een intrinsieke band kan worden aangetoond tussen het strafrechtelijk feit en de vennootschap als zodanig. Zo dient met andere woorden te worden aangetoond dat de vennootschap inhoudelijk bij de strafrechtelijke feiten betrokken was.
Ervaring leert dat de rechtspraak deze voorwaarde al te snel als vervuld aanneemt en zo vennootschappen mee worden veroordeeld voor strafbare feiten, zelfs wanneer in hoofde van deze vennootschappen geen eigen bewuste betrokkenheid bij de feiten kan worden aangetoond.
Mogelijk pervers gevolg:
Deze mede-veroordeling van de vennootschap, kan ongewild tot gevolg hebben dat de (ex-)bestuurder, als eigenlijke spin in het web, er voordeliger uitkomt.
Vennootschappen worden vaak samen met hun (ex-)bestuurder mee vervolgd voor ondernemingsrechtelijke misdrijven.
Indien deze ondernemingsrechtelijke misdrijven een illegaal vermogen hebben voortgebracht, wordt dit vaak bestraft door de veroordeelden (waaronder dus ook de vennootschap) een verbeurdverklaring op te leggen.
Van belang is aan te stippen dat een verbeurdverklaring een straf is en zodoende persoonlijk en individueel.
Dit wil meer specifiek zeggen dat indien
- de (ex-)bestuurder en de vennootschap samen voor een misdrijf worden veroordeeld, waarbij dat misdrijf een illegaal vermogen heeft opgebracht,
- en ze beide ook veroordeeld worden tot een verbeurdverklaring die persoonlijk aan elk van beide zal worden opgelegd, naar hun respectievelijke aandeel in de feiten (meestal wordt hier gemakkelijkheidshalve (niet zelden bestempeld als ex aequo et bono) gekozen voor de 50/50-verhouding);
bovenstaande tot gevolg heeft dat het deel van het illegaal bekomen vermogen dat wordt verbeurd verklaard in hoofde van de vennootschap, niet (meer) terugbetaald dient te worden door de (ex-)bestuurder.
Of hoe de (ex-)bestuurder uit zijn eigen misbruik een voordeel zou kunnen halen, ten koste van de misbruikte vennootschap.
Uitweg
Er lijkt een uitweg te zijn voor de mee-vervolgde vennootschap die niet betrokken was bij de strafbare feiten, die enkel en alleen door haar (ex-)bestuurder werden gepleegd.
Als de vennootschap er in slaagt om een misbruik van haar als entiteit aan te tonen, dan kan zij mogelijks de dans ontspringen.
Concreet dient de mee-vervolgde vennootschap dan aan te tonen dat haar zogezegde ‘betrokkenheid’ niets meer was dan een misbruik van haar juridisch kader of materiaal, door de (ex-) bestuurder, om misdrijven te plegen, in zijn/haar eigen belang.
Echter, hier stoot de misbruikte vennootschap nog op een leemte in de wetgeving, die vooral problematisch is bij eenpersoonsvenootschappen.
De wetgever voorziet – met art. 2bis V.T.Sv. – maar in de aanstelling van een lasthebber ad hoc, ter vertegenwoordiging van de strafrechtelijke belangen van de mee-vervolgde vennootschap, ten vroegste in het kader van de regeling van de rechtspleging.
In de fase van het onderzoek – zodoende de fase waar al het bewijs wordt verzameld en iedereen wordt verhoord – blijft de (misbruikte) vennootschap machteloos. Dit is een leemte die de wet zou moeten verhelpen. Zolang de vennootschap niet failliet gaat, is het dus de bestuurder-misbruiker die dan het lot van de mee vervolgde (misbruikte) vennootschap bepaald.
Uitweg gesteund door motivering van het nieuw Strafwetboek?
Met het nieuwe Strafwetboek (boek I) wordt een algemeen beroepsverbod ingevoerd voor zij die “ernstig misbruik hebben gemaakt van hun beroep om het misdrijf te plegen”.
Dit toont dat de wetgever zwaar tilt aan misbruikhandelingen die door een natuurlijke persoon worden gesteld t.a.v. een beroep/ entiteit.
In lijn daarmee, moet men ook consequent optreden naar een mee-vervolgde vennootschap, die in werkelijkheid door haar (ex-)bestuurder misbruikt is geweest bij het plegen van de strafbare feiten.
Als de veroordeelde natuurlijke persoon hiervoor in de toekomst een beroepsverbod zou kunnen opgelegd krijgen, dan moet men ook t.a.v. de misbruikte vennootschap kunnen oordelen dat zij onmogelijk voor die feiten – waarbij zij zelf misbruikt werd – kan worden veroordeeld.
Oppassen geblazen: de veroordeling van een vaak monddode vennootschap kan de eigenlijke kwaaddoener een voordeel opleveren.
Bron: Straf & Recht Advocaten
» Bekijk alle artikels: Vennootschappen & Verenigingen, Geschillen & Procedure