HR-aspecten bij M&A transacties

Mr. Nele Van Kerrebroeck (Linklaters)

Webinar op donderdag 16 mei 2024


Ondernemingsstrafrecht:
wat wijzigt er door boek I en boek II van het Strafwetboek?

Mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024


Aandeelhoudersovereenkomsten
in het licht van de nieuwe wetgeving

Mr. Michaël Heene (DLA Piper)

Webinar op vrijdag 31 mei 2024

Extra opletten geblazen bij vertegenwoordiging in vennootschappen vanaf 1 januari 2023 (Caluwaerts Uytterhoeven)

Auteurs: Frederik Van Overtveldt en Ellen Cortois (Caluwaerts Uytterhoeven)

De wet van 28 april 2022 houdende boek 1 ‘Algemene bepalingen’ van het Burgerlijk Wetboek zal op 1 januari 2023 in werking treden. Met de feestdagen in het vooruitzicht is dit het perfecte moment om even stil te staan bij het nieuwe artikel 1.8 BW inzake ‘vertegenwoordiging’. Meer bepaald bij paragraaf 6 dat ogenschijnlijk voor heel wat controverse in en buiten de vennootschapscontext zal zorgen:

“§ 6. Wie voor rekening van een ander rechtshandelingen moet verrichten, mag niet optreden als tegenpartij van die andere noch in geval van een belangenconflict. Een dergelijke rechtshandeling is nietig, tenzij de vertegenwoordigde hiermee uitdrukkelijk of stilzwijgend heeft ingestemd.”

Van ‘vertegenwoordiging’ spreekt men wanneer rechtsgevolgen worden toegerekend aan een ander dan de handelende persoon. Tot voor kort was er nog geen algemene bepaling gewijd aan dit begrip. Er diende steeds naar de rechtspraak en rechtsleer gegrepen te worden. Hier zal vanaf 1 januari 2023 verandering in komen met artikel 1.8 van het Burgerlijk Wetboek. De aankomende wettelijke bepaling zal namelijk trachten de leemte inzake vertegenwoordiging op te vullen door enkele verworvenheden uit de rechtspraak en rechtsleer te bevestigen, doch zonder de materie volledig te regelen.

Nadat het oorspronkelijke wetsontwerp hier nog niets over had opgenomen, heeft de wetgever in een latere versie deze specifieke paragraaf 6 opgenomen die vanaf 1 januari 2023 wettelijk verankert dat het niet mogelijk is om als vertegenwoordiger op te treden als tegenpartij van de vertegenwoordigde, noch in het geval dat er sprake zou zijn van een belangenconflict.

De motivatie van de wetgever om deze paragraaf in te voeren is gegrond op bestaande rechtspraak van het Hof van Cassatie dat dergelijk optreden niet mogelijk zou achten (Cass. 18 maart 2004, AR C.02.0249.N). Dit arrest handelde echter enkel over de hypothese van een optreden ‘als tegenpartij’ door de vertegenwoordiger terwijl de aankomende wettekst eveneens een verbod invoert voor de vertegenwoordiger in geval van een belangenconflict. De wet gaat dus verder.

In beide gevallen zal er in geval van een inbreuk sprake zijn van een relatieve nietigheid, behoudens wanneer de vertegenwoordigde op de hoogte was van het gegeven dat de vertegenwoordiger als tegenpartij zou optreden of op de hoogte was van het belangenconflict.

Het is dus duidelijk dat de nieuwe wettelijke bepaling een ruimer toepassingsgebied kent dan bijvoorbeeld de specifieke belangenconflictenregeling in het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV). Hierdoor komen er heel wat situaties in het vizier die niet specifiek voorzien zijn in het WVV. Zo voorziet de belangenconflictregeling in het WVV dat er sprake moet zijn van een vermogensrechtelijk belang terwijl de algemene regeling in artikel 1.8, §6 Burgerlijk Wetboek deze beperking niet stelt.

Dit leidt dan ook tot heel wat vragen in de vennootschapsrechtelijke context waar het gebruikelijk is dat personen optreden in diverse hoedanigheden voor of met de vennootschap.

Zo kan een collegiaal bestuursorgaan een overeenkomst sluiten met bestuurder X waarbij zij X een volmacht geeft om namens de vennootschap te tekenen. Ook kan deze overeenkomst met een vennootschap gesloten worden waar X aandeelhouder in is of ook met een vennootschap waarin X tevens bestuurder is. En wat met de volmachten tussen aandeelhouders in transactiedocumentatie? Of wat met de volmachten tussen aandeelhouders en/of aan het bestuur voor een deelname aan de algemene vergadering?

Vanaf 1 januari 2023 is het dus opletten geblazen wanneer u geconfronteerd wordt met vertegenwoordiging in een vennootschapsrechtelijke context en zal het van groot belang zijn om uw corporate housekeeping goed op orde te hebben, waarbij bepaalde zaken goed worden vastgelegd en genotuleerd. Meer dan ooit tevoren zal de uitdrukkelijke toestemming van de vertegenwoordigde moeten worden geformaliseerd om de (mogelijke) sanctie van de relatieve nietigheid te vermijden.

Bron: Caluwaerts Uytterhoeven

» Bekijk alle artikels: Vennootschappen & Verenigingen