Ondernemingsstrafrecht:
wat wijzigt er door boek I en boek II van het Strafwetboek?

Mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024


Aandeelhoudersovereenkomsten
in het licht van de nieuwe wetgeving

Mr. Michaël Heene (DLA Piper)

Webinar op vrijdag 31 mei 2024


HR-aspecten bij M&A transacties

Mr. Nele Van Kerrebroeck (Linklaters)

Webinar op donderdag 16 mei 2024

De statutaire zetelleer maakt zijn intrede in België (Gevaco Advocaten)

Auteur: Sebastian Ben Abdessalem (Gevaco Advocaten)

Publicatiedatum: 31/01/2020

Op 1 januari 2020 kon men niet enkel de intrede van een nieuw decennium vieren maar ook de toepasselijkheid van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (W.V.V.). De inwerkingtreding ervan dateert van 1 mei 2019 en voorziet in een overgangsperiode tot 31 december 2023. Het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (W.V.V.) heeft het vroegere Wetboek van Vennootschappen vervangen.

Onder andere het aantal vennootschapsvormen en de mogelijkheid van een NV om slechts één bestuurder te hebben, veranderen het Belgisch vennootschapsrecht op ingrijpende wijze. Het W.V.V. heeft echter niet enkel gevolgen voor Belgische vennootschappen, ook buitenlandse vennootschappen worden beïnvloed door het W.V.V. Dit is in grote mate te danken aan een grote ommezwaai in het toepassingsgebied van het W.V.V. Waar onder het ‘oude’ wetboek vennootschappen de werkelijke zetelleer werd gehanteerd, zal de W.V.V. overschakelen naar de statutaire zetelleer.

Wat houdt de statutaire zetelleer nu juist in? Zoals de naam al aangeeft, zal de statutaire zetelleer ertoe leiden dat de statutaire zetel van de vennootschap zal aanzien worden als het aanknopingspunt inzake de toepasselijkheid van het W.V.V. Het Belgische vennootschapsrecht geldt voortaan indien de vennootschap vanuit België wordt bestuurd of geleid. Dit zorgt voor een meer flexibel en aantrekkelijk vennootschapsrecht.

De wetgever is van mening dat deze wijziging een aantal voordelen met zich meebrengt zowel voor Belgische als buitenlandse vennootschappen.

Zo biedt de statutaire zetelleer het voordeel van de rechtszekerheid. Voor de inwerkingtreding van het W.V.V. moest men immers de werkelijke zetelleer hanteren. Dit houdt in dat men het recht van het land zal toepassen waar de voornaamste vestiging van de vennootschap zich bevindt. Welke vestiging precies als voornaamste beschouwd wordt, is niet altijd eenduidig te bepalen en is in bepaalde gevallen voor betwisting vatbaar. Als gevolg hiervan kon een vennootschap onder het oude wetboek vennootschappen niet altijd zekerheid verkrijgen omtrent de toepasselijke vennootschapsregelgeving waaraan zij onderworpen is. Nochtans is dit gezien de verschillen tussen het geldende vennootschapsrecht in verschillende landen een cruciale factor.

Derhalve heeft de wetgever via het toepassen van de statutaire zetelleer deze onzekerheid geremedieerd. De statutaire zetel van een vennootschap is immers een vaststaand gegeven waarover geen twijfel of betwisting kan ontstaan.

Een tweede voordeel bestaat erin dat de statutaire zetelleer de aantrekkelijkheid van België als vestigingsland voor internationale ondernemingen zal verhogen. Dit past volledig binnen de doelstellingen van het W.V.V. zijnde, het aantrekkelijker en competitiever maken van het Belgische vennootschapsrecht.

België volgt hierbij het voorbeeld van Nederland en Groot-Brittannië die reeds de statutaire zetelleer toepasten. Door het invoeren van deze leer verkrijgt een land een economisch voordeel ten opzichte van de landen die de werkelijke zetelleer toepassen. De statutaire zetelleer laat ondernemingen immers toe te ‘kiezen’ welk recht ze zullen toepassen.

Ook speelt de Belgische wetgever handig in op de rechtspraak van het Hof van Justitie van de EU. Het hof bepaalde in het arrest Polbud van 25 oktober 2017 dat iedere EU lidstaat verplicht is om een verplaatsing van de statutaire zetel toe te laten. Zo oordeelt het Hof dat de verplaatsing van de statutaire zetel beschermd wordt door het recht op vrije vestiging. Hierbij is  het al dan niet bestaan van een economische activiteit ter plaatse van de statutaire zetel van geen belang. Aldus heeft de rechtspraak van het Hof die een flexibel verplaatsen van de statutaire zetel mogelijk maakt bijgedragen tot de beslissing van de Belgische wetgever om de statutaire zetelleer te implementeren.

Hoewel het omwisselen van de werkelijke zetelleer naar de statutaire zetelleer grote voordelen biedt en zij wellicht nodig was om het Belgisch vennootschapsrecht aantrekkelijker en meer flexibel te maken, drong een nieuw vraagstuk zich op. Namelijk: hoe verhoudt de statutaire zetelleer zich tot het Belgische fiscaal recht?

Een vennootschap is een fiscale inwoner van België en zij wordt in België op haar wereldwijde winst belast indien haar voornaamste inrichting of haar zetel van bestuur in België is gevestigd. Op fiscaal vlak blijft de werkelijke zetelleer dan ook het uitgangspunt in België.

Deze asymmetrie leid ertoe dat het vennootschapsrecht en fiscaal recht een verschillende toepassingsgebied kennen. Zo kan een onderneming onderworpen zijn aan het Belgische vennootschapsrecht maar toch niet belast worden in België. Als een vennootschap immers haar statutaire zetel in België heeft gevestigd maar haar werkelijke zetel zich in het buitenland bevindt, zal de onderneming wel vallen onder het Belgisch vennootschapsrecht maar zal ze niet in België belast worden.

Om duidelijkheid te scheppen heeft de wetgever een nieuw weerlegbaar wettelijk vermoeden toegevoegd aan het Belgisch belastingrecht: een vennootschap wordt geacht onderworpen te zijn aan de Belgische vennootschapsbelasting wanneer zij is opgericht naar Belgisch vennootschapsrecht. De vennootschap in kwestie moet dan als tegenbewijs aantonen dat zij werkelijk wordt geleid in het buitenland en dat zij tevens onderworpen is aan de vennootschapsbelasting in het buitenland. De vennootschap moet dit aantonen conform zowel het lokaal intern recht als het desbetreffende dubbelbelastingverdrag.

Voor vennootschappen die actief zijn in België is het aldus cruciaal na te gaan of zij onder de toepassing van het Belgisch vennootschaps- en/of fiscaal recht vallen, nu deze niet noodzakelijk samenvallen. De vennootschap zal zich moeten vergewissen van zowel de vennootschapsrechtelijke als fiscale bepalingen.

Men kan dus concluderen de overschakeling naar de statutaire zetelleer perfect binnen de algemene doelstellingen van het W.V.V. valt. De statutaire zetelleer zorgt immers voor een meer open, flexibel een eenvoudig vennootschapsrecht. Dit is een grote vooruitgang ten opzichte van het oudere wetboek vennootschappen. Zoals vermeld, zal men de statutaire zetelleer wel moeten combineren met de werkelijke zeteleer in bijvoorbeeld het domein van het fiscaal recht.

Lees hier het originele artikel

» Bekijk alle artikels: Vennootschappen & Verenigingen