De nieuwe wet op de private opsporing

Dhr. Bart De Bie (i-Force) en

mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op donderdag 17 oktober 2024


Vennootschapsrecht:
recente wetgeving én rechtspraak
anno 2024

Mr. Joris De Vos en mr. Michaël Heene (DLA Piper)

Webinar op donderdag 21 november 2024

Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD) / Richtlijn passende zorgvuldigheid: hoofdpunten (Schuermans Advocaten)

Auteur: Schuermans Advocaten

De Richtlijn is van toepassing op (groepen van) ondernemingen die gevestigd zijn in de Europese Unie met meer dan 1000 werknemers en die een wereldwijde jaaromzet van meer dan 450 miljoen euro hebben op het moment van de volledige implementatie van de Richtlijn. De Richtlijn is eveneens van toepassing op (groepen van) ondernemingen die gevestigd zijn buiten de Europese Unie maar diensten aanbieden in de Europese Unie en indien zij voldoen aan de voornoemde voorwaarden voor jaaromzet en het aantal werknemers.

De Richtlijn legt aan de voormelde ondernemingen verplichtingen op met betrekking tot feitelijke en potentiële negatieve effecten op de mensenrechten en negatieve milieueffecten wat betreft hun eigen activiteiten, de activiteiten van hun dochterondernemingen en de activiteiten die worden uitgevoerd door hun zakenpartners in de activiteitenketens van die ondernemingen.

Zo dienen ondernemingen o.a. de potentiële negatieve effecten op mensenrechten en het milieu te onderzoeken teneinde deze te voorkomen, zoveel mogelijk te verlichten of te beëindigen. Indien het niet mogelijk is om de negatieve effecten te voorkomen, dienen de kwestieuze ondernemingen te zorgen voor herstel. De kwestieuze ondernemingen kunnen immers worden aangesproken door de slachtoffers van de schade die zij aanrichten wanneer zij de bepalingen van de richtlijn niet in acht hebben genomen. Daarnaast wordt de ondernemingen ook opgelegd om een kennisgevingsmechanisme en klachtenprocedure te voorzien. Eveneens dienen de kwestieuze ondernemingen de doeltreffendheid van hun maatregelen te monitoren en desgevallend de maatregelen bij te sturen. Daarenboven moeten de ondernemingen voldoen aan het Verdrag van Parijs waarin als doel wordt gesteld om de opwarming van de aarde onder 1,5°C te houden. Ondernemingen moeten dus een zogenaamd “net zero” plan in voege hebben.

Zowel op het nationale niveau als op het niveau van de Europese Unie wordt voorzien in toezicht. Op nationaal niveau zullen de lidstaten hun daartoe bevoegde autoriteiten beopdrachten terwijl er op Europees niveau een netwerk van toezichthoudende autoriteiten wordt voorzien. Bij niet-naleving van de regels, kunnen lidstaten onder andere geldboetes opleggen tot 5% van de wereldwijde netto-omzet van een onderneming. Bovendien zullen de lidstaten in hun regelgeving moeten voorzien dat de naleving van de bepalingen uit de richtlijn in aanmerking wordt genomen bij de gunning van overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten.

De Richtlijn trad in werking op 8 juli 2024. Uiterlijk 26 juli 2026 moeten de lidstaten de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vaststellen om aan de richtlijn te voldoen. De Richtlijn wordt vervolgens gedeeltelijk van toepassing in 2027, 2028 en 2029.

Bron: Schuermans Advocaten

» Bekijk alle artikels: Vennootschappen & Verenigingen

Boeken in de kijker: