Prijszetting in het kader van M&A

Mr. Francis van der Haert (Cazimir)

Webinar op dinsdag 14 oktober 2025


Participatie in de aandelen
door werknemers

Mr. Francis van der Haert (Cazimir)

Webinar op donderdag 27 november 2025


Wenst u meerdere opleidingen
te volgen bij LegalLearning?

Overweeg dan zeker ons jaarabonnement 

 

Krijg toegang tot +150 opleidingen

Live & on demand webinars

Voor uzelf en/of uw medewerkers


SUMMER DEAL 2025
10 webinars on demand naar keuze

10 webinars on demand voor €595

OVB – IBJ – ITAA – FSMA – BIV – NKN – Sam-Tes


Faillissementsrecht anno 2025:
recente wetgeving én rechtspraak

Mr. Ilse Van de Mierop en mr. Charlotte Sas (DLA Piper)

Webinar op donderdag 27 november 2025


Conflicten in rechtspersonen

Mr. Vanessa Ramon (Cygnus Advocaten)

Webinar op donderdag 9 oktober 2025

Bijzonder aansprakelijkheidsrisico voor bestuurders die vroeger betrokken zijn geweest bij failliete vennootschappen (Recht op zaterdag)

Auteur: Marc Vandecasteele (Recht op zaterdag)

Het arrest van het Hof van beroep te Brussel van 1 december 2022 stelt vast dat de eiseres “bestuurder was van de failliete vennootschap en [dat], binnen de vijf jaar voorafgaand aan het faillissement [van deze laatste], zij […] bestuurder was van […] de vennootschap X, die bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Brussel op 1 oktober 2012 failliet werd verklaard, met een schuld aan [de verweerder] van ongeveer 482.712,11 euro”.

Uit deze vaststellingen blijkt dat het arrest, om de betrokkenheid van de eiseres af te leiden, zich niet baseert op de procedure van gerechtelijke reorganisatie door minnelijke schikking van de vennootschap X, maar op haar faillissement.

Verder bepaalt artikel 265, § 2, eerste lid, van het Wetboek van Vennootschappen (in de toepasselijke versie) dat de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid bestuurders, voormalige bestuurders en alle andere personen die daadwerkelijk het beheer van de vennootschap hebben uitgeoefend persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk kan stellen voor alle of een deel van de sociale bijdragen, verhogingen, nalatigheidsinteresten en forfaitaire vergoeding bedoeld in artikel 54ter van het koninklijk besluit van 28 november 1969 ter uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van het besluitwet van 28 december 1944 betreffende de sociale zekerheid der werknemers, verschuldigd op het moment van de faillietverklaring. Dit geldt indien deze bestuurders, voormalige bestuurders en verantwoordelijken zich tijdens de vijf jaar voorafgaand aan de faillietverklaring in de situatie beschreven in artikel 38, § 3octies, 8°, van de wet van 29 juni 1981 bevonden.

De situatie beschreven in artikel 38, § 3octies, 8°, houdt in dat een rechtspersoon onder zijn bestuurders, zaakvoerders of personen met bevoegdheid om de vennootschap te verbinden personen telt die betrokken waren bij minstens twee faillissementen, liquidaties of soortgelijke operaties die schulden tegenover een inninginstantie voor sociale zekerheidsbijdragen hebben veroorzaakt.

De betrokkenheid van een persoon bij het faillissement van een vennootschap die schulden aan sociale zekerheidsbijdragen veroorzaakt, wordt afgeleid uit diens enkele hoedanigheid als bestuurder of zaakvoerder, wettelijk of feitelijk, van die vennootschap. Dit geldt zelfs als die persoon deze hoedanigheid niet meer heeft op het moment dat het faillissement wordt uitgesproken.

Het Hof van Cassatie is van oordeel dat voor zover het middel het tegendeel beweert, het juridisch faalt.

Lees hier het Cassatie-arrest van 6 maart 2025

Boeken in de kijker: