De nieuwe wet op de private opsporing

Dhr. Bart De Bie (i-Force) en mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op donderdag 17 oktober 2024


Vennootschapsrecht:
recente wetgeving én rechtspraak anno 2024

Mr. Joris De Vos en mr. Michaël Heene (DLA Piper)

Webinar op donderdag 21 november 2024

Beslag op aandelen in het Belgisch recht (Corporate Finance Lab)

Corporate Finance Lab

In een eerdere post werd uitgelegd dat een adequate beslagprocedure op aandelen in een vennootschap een belangrijke rol speelt bij de bescherming van de persoonlijke schuldeisers van aandeelhouders. Twee zakenrechtelijke kenmerken van het organisatierecht, capital lock-in en entity shielding verminderen de globale liquiditeit van het persoonlijke vermogen van een aandeelhouder. De daling van liquiditeit kan negatieve gevolgen hebben op de positie van de persoonlijke schuldeisers van aandeelhouders. Rechtseconomisch gezien beperkt een effectieve beslagprocedure de kans dat (malafide) aandeelhouders de positie van hun persoonlijke schuldeisers benadelen.

Dit blogbericht werpt een eerste blik op de organisatie van de beslagprocedure in het Belgisch recht. Het aanzicht toont een weinig fraai beeld:

1.

Het Belgisch beslagrecht heeft geen adequate procedurele regels om de tegeldemaking van aandelen te regelen. In tegenstelling tot de zeer gedetailleerde regeling rond het beslag op tak- en wortelvaste vruchten (art. 1529 Ger.W. – art. 1538 Ger.W.), telt het Gerechtelijk Wetboek slechts één artikel dat specifiek gaat over de gedwongen verkoop van aandelen: art. 1523 Ger.W. Art. 1523 Ger.W. blinkt daarbij niet meteen uit in doeltreffendheid. Zo is het onduidelijk of aandelen in een BVBA wel of niet binnen het toepassingsgebied van art. 1523 Ger.W. vallen en moet de verkoop gebeuren door een ad hoc-samengestelde Beurscommissie in Brussel met behulp van een “wisselagent”. [fusion_builder_container hundred_percent=”yes” overflow=”visible”][fusion_builder_row][fusion_builder_column type=”1_1″ background_position=”left top” background_color=”” border_size=”” border_color=”” border_style=”solid” spacing=”yes” background_image=”” background_repeat=”no-repeat” padding=”” margin_top=”0px” margin_bottom=”0px” class=”” id=”” animation_type=”” animation_speed=”0.3″ animation_direction=”left” hide_on_mobile=”no” center_content=”no” min_height=”none”][1]

Aandelen die buiten het toepassingsgebied van art. 1523 Ger.W. vallen zijn niet noodzakelijk beter af. De tegeldemaking van deze aandelen gebeurt via de “one size fits all”-procedure voor de tegeldemaking van roerende goederen, zonder enige mogelijkheid om de tegeldemakingsprocedure af te stemmen op het bijzondere karakter van aandelen of vennootschappen.[2]

2.

Daarnaast heeft het Belgisch vennootschapsrecht geen algemeen publiciteitssysteem voor het aandeelhouderschap. Het gebrek aan publiciteit bemoeilijkt vooral de positie van schuldeisers die beslag willen leggen op aandelen. Die kunnen immers pas overgaan tot beslag wanneer zij weet hebben van het bestaan van de aandelen. Hoewel de afschaffing van de aandelen aan toonder er al voor gezorgd heeft dat de malafide aandeelhouders de aandelen niet meer (letterlijk) onder de mat kunnen schuiven, blijft het voor schuldeisers erg moeilijk te achterhalen of, en hoeveel aandelen, hun schuldenaars exact bezitten. Het Belgisch recht kent namelijk (i) geen centraal aandeelhoudersregister (in tegenstelling tot Nederland) en (ii) persoonlijke schuldeisers hebben ook geen toegang tot het fysieke aandeelhoudersregister op de zetel van de vennootschap. [3]

3.

Wettelijke en statutaire overdrachtsbeperkingen zijn tegenwerpelijk bij de tegeldemaking van aandelen.[4] Overdrachtsbeperkingen regelen in beginsel aan wie de aandelen overgedragen mogen worden en vooral aan wie niet. Ze vormen zo een manier om controle te houden over het aandeelhouderschap van de vennootschap, iets wat niet onbelangrijk is bij bv. familiale ondernemingen of vennootschappen met een intuitu personae-karakter. Bij de BVBA verplicht art. 249 W.Venn. BVBA’s zelfs om een strikte goedkeuringsclausule op te nemen in haar statuten. Aangezien beslagleggende schuldeisers rekening moeten houden met de wettelijke en statutaire overdrachtsbeperkingen, betekent dit een extra horde voor de al erg moeizame tegeldemakingsprocedure van aandelen.[5]

4.

Ten slotte zal er voor aandelen in bepaalde vennootschappen geen of amper een (economische) markt bestaan om de aandelen te koop op aan te bieden. Zo kan de specifieke activiteit van een vennootschap (bv. beschermde beroepsgroepen, vennootschappen met een niche-activiteit) of de hoeveelheid aandelen (bv. minderheidsaandeelhouderschap in een bepaalde vennootschap) tot gevolg hebben dat er maar geringe interesse is voor de te koop aangeboden aandelen.

***

De vier geïdentificeerde problemen hebben verreikende gevolgen voor het uitvoerend beslag op aandelen. Het gebrekkig aan een adequaat wettelijk kader ondermijnt het fundamentele uitgangspunt van art. 7 en 8 Hyp.W., nl. dat eenieder met zijn persoonlijk vermogen instaat voor het nakomen van zijn verbintenissen. Een ietwat handige aandeelhouder met minder goede bedoelingen kan zijn aandelen immers de facto onbeslagbaar maken. Maar zelfs zonder slechte bedoelingen van aandeelhouders leidt het gebrek aan rechtszekerheid ertoe dat aandelen vaak in suboptimale omstandigheden te gelde gemaakt worden. Om een adequate bescherming te bieden aan de persoonlijke schuldeisers van aandeelhouders is een wetgevend ingrijpen broodnodig.

Bram Van Baelen

Corporate Finance Lab

[1] D. MICHIELS, “Beslag op aandelen in een BVBA”, T.Not. 1995, (173) 175-176.

[2] S. LOOSVELD, “De tegeldemaking van effecten en de huidige financiële wetgeving”, Bank Fin.R. 2004, (198) 200-205

[3] Voor een gedetailleerde analyse: D. BRULOOT en K. MARESCEAU, “Het aandeelhoudersregister in het Belgische recht: toepassingsproblemen en voorstellen tot hervorming”, T.Not. 2014, 688-729.

[4] K. GEENS & M. WYCKAERT, “Doorwerking van het gemeen contractenrecht in het vennootschappelijk rechtspersonenrecht” in VERENIGING VOOR DE VERGELIJKENDE STUDIE VAN HET RECHT VAN BELGIË EN NEDERLAND (ed.), Preadviezen 2013, Den Haag, BJU, 2013, (235) 298.

[5] E. DIRIX & K. BROECKX, Beslag in APR, Antwerpen, Kluwer, 2010, 470; G. POPPE, “Beslag op effecten: een effectief instrument?”, Activa 2004, (49) 56 en R. TAS, “Beslag op aandelen” in De B.V.B.A. in de praktijk 2008, afl.140, (146) 161-162.[/fusion_builder_column][/fusion_builder_row][/fusion_builder_container]

» Bekijk alle artikels: Vennootschappen & Verenigingen