Aansprakelijkheid van hulppersonen
in en buiten de contractketting.
Een analyse in het licht van Boek 6

Prof. dr. Ignace Claeys en mr. Camille Desmet (Eubelius)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024


Consumentenbescherming bij de verwerving
van financiële diensten: de laatste ontwikkelingen (optioneel met handboek)

Prof. dr. Reinhard Steennot (UGent)

Webinar op donderdag 30 mei 2024


Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Recente wetgevende ontwikkelingen
met impact op de bouwsector

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Vereffening-verdeling van nalatenschappen:
16 probleemstellingen

Mr. Nathalie Labeeuw (Cazimir)

Webinar op vrijdag 26 april 2024

Verval testament mogelijk bij verdwijnen van de oorzaak (Delboo)

Auteur: Delboo

In de rechtspraak bestaat sinds lange tijd discussie over de mogelijkheid voor erfgenamen om een testament terzijde te laten schuiven indien de determinerende beweegredenen voor de begiftiging in het testament verdwenen zijn. Het Hof van Cassatie bevestigt in zijn arrest van 19 oktober 2023 dat erfgenamen een testament wel degelijk kunnen laten vervallen verklaren als de determinerende beweegredenen erachter verdwenen of weggevallen zijn.

Feiten

De heer V, een weduwnaar zonder kinderen, wordt op latere leeftijd hulpbehoevend en gaat in 2002 bij zijn buur en goede vriend de heer X inwonen, waarbij X de zorg op zich neemt. In 2005 komt ook de toenmalige partner van X inwonen die eveneens de zorg van V op zich neemt. In de loop van 2005 wordt de heer V tijdelijk opgenomen in een woonzorgcentrum, nadien woont hij opnieuw bij X totdat de heer V in 2007 definitief opgenomen wordt in een woonzorgcentrum.

Als dank voor de zorgen door X en diens toenmalige partner besloot de heer V in 2006 een notarieel testament op te maken waarin hij X en zijn partner aanduidde als zijn enige algemene legatarissen. Ook deed de heer V een notariële schenking aan X en zijn partner, onder de last dat zij zouden instaan voor de verdere kosten van zijn hospitalisatie, verzorging en opvang.

In 2009 start de heer V echter een procedure tot herroeping van voormelde schenking omdat zijn leefomstandigheden bij X en zijn toenmalige partner verre van ideaal waren. Onder meer blijkt dat er pas in juli 2007 een vaste telefoonlijn werd aangesloten (noodzakelijk voor het persoonlijke alarmsysteem van de heer V), bleef de heer V veel alleen in de woning, stonden er tal van facturen open op naam van de heer V, had de heer V zich borg gesteld voor een autolening van X waarbij de bank de heer V heeft aangesproken door de niet-terugbetaling door X, bleek dat de woning van X verbouwd werd waardoor de heer V in een koude omgeving diende te leven die niet aangepast was aan een bejaard persoon, de heer V niet altijd de nodige verzorging en aangepaste voeding kreeg,…

De rechtbank in eerste aanleg besliste in het voordeel van de heer V en oordeelde dat de heer V zijn schenking mocht herroepen wegens de niet-vervulling van de voorwaarden, minstens wegens ondankbaarheid, onder meer aangezien X en zijn toenmalige partner niet eens de moeite namen om de heer V af en toe een bezoek te brengen. Blijkbaar werd deze beslissing niet aangevochten door X en Y.

Na het overlijden van de heer V stelde zijn neef, de enige wettelijke erfgenaam van de heer V, vast dat het notarieel testament van de heer V nog steeds X en zijn toenmalige partner als enige algemene legatarissen aanduidde. Omwille van de gekende historiek tussen de heer V enerzijds, en X en zijn toenmalige partner anderzijds, startte zijn neef een gerechtelijke procedure tot de herroeping van het testament van de heer V.

Cassatie 19 oktober 2023

De rechtbank in eerste aanleg volgde de neef en oordeelde dat het notariële testament geen uitwerking mocht krijgen. Dat vonnis werd in hoger beroep bevestigd, waarna X de zaak voor het Hof van Cassatie bracht.

Ook het Hof van Cassatie volgde de neef en oordeelde dat indien de determinerende beweegreden van het testamentaire legaat, al dan niet buiten de wil van de testator, verdwenen of weggevallen is vóór zijn overlijden, de beschikking kan vervallen worden verklaard en deze geen uitwerking zal krijgen.

Commentaar

In het algemeen verbintenissen- en overeenkomstenrecht heeft het bestaan van een oorzaak enkel belang op het ogenblik van de totstandkoming van de rechtshandeling, omdat het een geldigheidsvereiste is. Het latere verdwijnen of wegvallen van de oorzaak heeft in de regel geen gevolgen voor het bestaan en de uitwerking van de rechtshandeling.

Voor testamenten liggen de zaken anders. Het Hof van Cassatie oordeelde in zijn arresten van 16 november 1989 en 21 januari 2000 dat het wegvallen van de oorzaak / determinerende beweegreden in het testamentenrecht wel tot het verval van de testamentaire beschikking kan leiden. Hiervoor is vereist dat (1) de doorslaggevende beweegreden van het legaat waarmee deze onlosmakelijk was verbonden en die er haar enige reden van bestaan van uitmaakte, is weggevallen, (2) deze beweegreden is weggevallen buiten de wil van de testator en (3) de verdwijning ervan zich heeft voorgedaan vóór het overlijden van de testator.

Na een cassatie-arrest van 12 december 2008 was er in de rechtsleer onzekerheid gerezen of de latere verdwijning van de oorzaak wel of geen invloed had op de geldigheid van een testament.

In het besproken arrest heeft het Hof van Cassatie nog eens klaar en duidelijk bevestigd dat een testament na het overlijden van de testator wel degelijk kan worden vernietigd indien blijkt dat de oorzaak of determinerende beweegreden weggevallen is vóór het overlijden van de testator.

Bron: Delboo