Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Consumentenbescherming bij de verwerving
van financiële diensten: de laatste ontwikkelingen (optioneel met handboek)

Prof. dr. Reinhard Steennot (UGent)

Webinar op donderdag 30 mei 2024

Schenk- en erfbelasting. Verstrengde houding Vlabel inzake gunstregime familiale vennootschappen (Deloitte)

Auteur: Thomas Storme (Deloitte)

De schenk- en erfbelasting zijn gewestelijke belastingen waardoor elk gewest haar eigen regelgeving kent. Niettemin zijn er parallellen. Zo kent elk gewest een gunstregime voor de schenking of vererving van familiebedrijven.

Uiteraard zijn aan de gunstregimes specifieke voorwaarden verbonden. De controle op deze voorwaarden berust bij de gewestelijke fiscale administraties. Voor Vlaanderen is dit de Vlaamse Belastingdienst (Vlabel). Reeds enige tijd constateren wij een verstrengde houding van Vlabel. Uit het aantal dossiers waarin wij dit vaststellen, kunnen we niet anders dan afleiden dat het om een beleidswijziging gaat.

Meer concreet beoordeelt Vlabel de activiteitsvoorwaarde strenger dan voorheen. Deze voorwaarde houdt in dat de vennootschap waarvan de aandelen worden geschonken of vererfd, een economische activiteit moet hebben. Hiermee wordt een nijverheids-, handels-, ambachts- of landbouwactiviteit bedoeld, of de uitbating van een vrij beroep.

De intercompany-dienstverlening binnen vennootschapsgroepen werd door Vlabel lang zonder veel vragen aanvaard als economische activiteit. Thans stellen we vast dat Vlabel gaat beoordelen of de intercompany-dienstverlening die als economische activiteit wordt ingeroepen door de belastingplichtige die van het gunstregime gebruik wil maken, niet eerder kunstmatig is. Het eventueel kunstmatige karakter leidt Vlabel bijvoorbeeld af uit volgende omstandigheden:

  • Er is maar één personeelslid;
  • Het personeel is gehuisvest in de kantoren van een andere vennootschap;
  • Er wordt maar (hoofdzakelijk) aan één vennootschap gefactureerd voor de intercompany-diensten;
  • De nodige contractuele onderbouw is niet voorhanden.

Vlabel leidt dan uit de concrete omstandigheden af dat het personeel dat de intercompany-dienstverlening uitvoert, feitelijk is tewerkgesteld bij de vennootschap die de diensten geniet. Door de intercompany-dienstverleningsactiviteit toe te rekenen aan de dienstengenietende vennootschap in plaats van aan de dienstverlenende vennootschap besluit Vlabel dat die laatste bij gebrek aan economische activiteit niet in aanmerking komt voor toepassing van het gunstregime. De problematiek komt zowel naar voren in holdingstructuren als tussen zustervennootschappen.

Zeker wie rekent op het gunstregime om de (fiscale) gevolgen van een onverwacht overlijden beheersbaar te houden, dient zich af te vragen of één en ander nog goed gestructureerd is en voldoende onderbouwd.

Bron: Deloitte

» Bekijk alle artikels: Successie & Vermogen