Consumentenbescherming bij de verwerving
van financiële diensten: de laatste ontwikkelingen (optioneel met handboek)

Prof. dr. Reinhard Steennot (UGent)

Webinar op donderdag 30 mei 2024


Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Vereffening-verdeling van nalatenschappen:
16 probleemstellingen

Mr. Nathalie Labeeuw (Cazimir)

Webinar op vrijdag 26 april 2024

Inbreng in de huwgemeenschap gevolgd door een schenking aan de kinderen. Twee Voorafgaande Beslissingen Vlabel van 4 juli 2023 gepubliceerd op 29 augustus 2023 (LegalNews)

Auteur: Marc Vandecasteele (LegalNews)

VB 23027 – Inbreng in de huwgemeenschap gevolgd door een schenking aan de kinderen

De aanvragers verklaren naar aanleiding van een recent sterfgeval in de familie zelf bewust te zijn dat zij een vermogensoverdracht willen inplannen, met name door de totaliteit in blote eigendom van voormeld onroerend goed te schenken aan hun twee zonen, voormeld (met voorbehoud van levenslang vruchtgebruik), elk voor de onverdeelde helft in blote eigendom.

Gelet op de feitenconstellatie, de tijdspanne tussen de inbreng van het onroerend goed en de voorgenomen schenking en de niet-fiscale motieven beslist het besluitvormingsorgaan dat de anti-misbruikbepaling van artikel 3.17.0.0.2 VCF niet moet worden toegepast.

Deze beslissing heeft alleen betrekking op registratiebelasting en doet geen uitspraak over andere belastingen.

Lees hier de VB 23027

VB 23026 – Inbreng in de huwgemeenschap na 4 jaar gevolgd door een schenking aan de kinderen

De schenkers wensen via voorafgaande beslissing bevestiging te krijgen dat voormelde inbreng in de huwgemeenschap, gevolgd door de schenking vanuit de huwgemeenschap niet ingaat tegen de artikelen 2.8.3.0.1, §1 en 2.8.4.1.1, §1 en §2 VCF, en er bijgevolg géén fiscaal misbruik is in de zin van art. 3.17.0.0.2 VCF, rekening houdende met navolgende niet-fiscale motieven van de inbreng.

Gelet op de feitenconstellatie, de tijdspanne tussen de inbreng van de onroerende goederen en de voorgenomen schenking en de niet-fiscale motieven beslist het besluitvormingsorgaan dat de anti-misbruikbepaling van artikel 3.17.0.0.2 VCF niet moet worden toegepast.

Noch is er voor de aangekochte goederen gevolgd door de voorgenomen schenking sprake van fiscaal misbruik.

Deze beslissing heeft alleen betrekking op registratiebelasting en doet geen uitspraak over andere belastingen.

Lees hier de VB 23026

» Bekijk alle artikels: Successie & Vermogen