Vereffening-verdeling van nalatenschappen:
16 probleemstellingen

Mr. Nathalie Labeeuw (Cazimir)

Webinar op vrijdag 26 april 2024


Consumentenbescherming bij de verwerving
van financiële diensten: de laatste ontwikkelingen (optioneel met handboek)

Prof. dr. Reinhard Steennot (UGent)

Webinar op donderdag 30 mei 2024


Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024

Fiscale tendensen voor vermogende particulieren in België en Nederland (Deloitte Legal)

Auteur: Deloitte Legal

Afgelopen zomer heeft de Belgische minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) een zgn. Blauwdruk gepubliceerd voor een bredere fiscale hervorming. Opzet is om het belastingstelsel te moderniseren en neutraler te maken. De Blauwdruk bevat slechts krijtlijnen voor de beoogde hervorming, implementatie wordt gezien over een periode van 10 jaar.

Hoewel een bredere fiscale hervorming op basis van de Blauwdruk in België bijgevolg nog toekomstmuziek lijkt te zijn, werden recent toch al een aantal concrete fiscale maatregelen voorgesteld. Deze maatregelen moeten met name de koopkracht versterken en ook de werkgelegenheidsgraad vergroten.

In Nederland werden afgelopen Prinsjesdag traditiegetrouw nieuwe concrete fiscale maatregelen bekendgemaakt. Codewoord is ook hier “koopkracht”. Beide landen willen de hogere koopkracht faciliteren door een verlaging van de lasten op arbeid. Dit zou echter wel gepaard gaan met compenserende fiscale maatregelen.

Aangezien het de verwachting is dat de belastingplannen aan weerszijden van de landsgrens een impact zullen hebben op vermogende particulieren en hun onderneming, geven we u in deze bijdrage alvast graag een overzicht van een aantal fiscale tendensen in België en Nederland.

Tendensen met betrekking tot ondernemingen en bestuurders

Vennootschapsbelasting

Ingevolge een eerdere fiscale hervorming werd het algemeen tarief in de Belgische vennootschapsbelasting teruggebracht tot 25%. Onder strikte voorwaarden kan dit tarief op de eerste schijf van EUR 100.000 worden verlaagd tot 20%. Indien uitvoering wordt gegeven aan de Blauwdruk, dan zou dit gunsttarief van 20% nog worden verlaagd tot 15%. Dit gunsttarief zou bovendien van toepassing worden op de eerste schijf van EUR 200.000. Daar waar in België wordt gedacht aan een (verdere) verlaging van het tarief van de vennootschapsbelasting, is in Nederland een omgekeerde tendens waar te nemen. Zo wordt geopperd om per 1 januari 2023 het opstaptarief van 15% naar 19% te verhogen en wil men tevens de schijfgrens van het opstaptarief terugbrengen van EUR 395.000 naar EUR 200.000. Het toptarief van 25,8% zou daarentegen stand houden.

Minimumbezoldiging / gebruikelijk loon

Teneinde te voorkomen dat zelfstandige ondernemers hun onderneming (te makkelijk) onderbrengen in een vennootschap, trekken beide landen wel dezelfde kaart door de minimumbezoldiging (België) / het gebruikelijk loon (Nederland) te verhogen.

In België is voorgesteld om de huidige minimumbezoldiging voor bestuurders van EUR 45.000 te indexeren en niet langer toe te staan om deze bezoldiging in te vullen door alternatieve verloningsvormen. Wanneer de minimumbezoldiging niet voor minstens één bestuurder wordt gerespecteerd, gaat het verlaagd tarief in de vennootschapsbelasting verloren voor de vennootschap.

In Nederland zou de doelmatigheidsmarge van 25% op de schop gaan en zouden DGA’s voortaan een gebruikelijk loon dienen te verkrijgen dat voor 100% overeenkomt met het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking. Daarnaast geldt een wettelijke ondergrens voor het gebruikelijk loon van EUR 48.000 (2022, 2023 nog niet bekend).

Tendensen voor (groot)aandeelhouders

Dividenduitkeringen

De fiscale Blauwdruk beoogt in België het geldende dividendtarief van 30% te verlagen tot 25%. De huidige uitzonderingsregimes waarmee de belastingdruk op dividenden onder strikte voorwaarden kan worden teruggebracht tot 15% of zelfs 10% (de zgn. liquidatiereserve en het VVPRbis-regime) zouden evenwel worden afgeschaft, met respect voor verworven rechten. Wellicht impliceert deze laatste zinsnede dat voor bestaande liquidatiereserves zal kunnen worden vastgeklikt aan de tarieven van de huidige uitzonderingsregimes.

In Nederland ligt concreet het voorstel voor om vanaf 2024 twee tariefschijven in te voeren in Box 2. De eerste tariefschijf van EUR 67.000 zou worden belast aan 24,5% (voor partners geldt dit tarief tot een inkomen van EUR 134.000), voor het meerdere zou een tarief van 31% gelden. Deze maatregel zou een stimulans moeten zijn om jaarlijks de winst van de vennootschap uit te keren om zoveel mogelijk gebruik te maken van het laagste tarief.

Op 13 september jl. is het wetsvoorstel ‘excessief lenen bij de eigen vennootschap’ door de Tweede Kamer aangenomen. Dit voorstel beoogt het aangaan van leningen door DGA’s en andere aanmerkelijkbelanghouders in te dammen. Op grond van dit wetsvoorstel wordt met ingang van 2023 aan het eind van elk kalenderjaar het totaal aan schulden van de aanmerkelijkbelanghouder aan de eigen vennootschap(pen) berekend. Het deel van de schulden dat EUR 700.000 overstijgt wordt vervolgens als fictief regulier voordeel in Box 2 belast. Er geldt een uitzondering voor kwalificerende eigenwoningschulden. Volgens de huidige planning zal de maatregel voor het eerst gaan gelden in het kalenderjaar 2023, waarbij gekeken zal worden naar de stand van de schulden per 31 december 2023.

Meerwaarden op aandelen

Hoewel de afgelopen jaren regelmatig werd gesproken over de invoering van een algemene meerwaardebelasting, zijn meerwaarden op aandelen in België vooralsnog vrijgesteld van belasting, voor zover ze worden gerealiseerd binnen het normaal beheer van privévermogen. De fiscale Blauwdruk voorziet om dit heilige huisje in te slaan en beoogt meerwaarden op aandelen te belasten aan het tarief van 15%. Er zou echter wel een beperkte vrijstelling worden voorzien indien de vennootschap met behoud van haar activiteit wordt overgedragen en er zou ook rekening worden gehouden met minderwaarden. Ook zou de meerwaardebelasting worden ingevoerd met respect voor verworven rechten, hetgeen wellicht een fiscale step-up impliceert.

In Nederland zijn meerwaarden op aanmerkelijke belangen reeds belastbaar. Voor de voorgestelde tariefswijzigingen in Box 2 verwijzen we naar hierboven.

Tendensen met betrekking tot (inkomsten uit) privévermogen

België en Nederland gaan op een verschillende manier om met belasting op (inkomsten uit) vermogen. Wel is in beide landen duidelijk dat ook (inkomsten uit) vermogen in het vizier worden genomen, al heeft recente rechtspraak daar in Nederland wel grenzen opgelegd.

Belasting op inkomsten uit vermogen in België

Tot op vandaag kent België geen algemene vermogensbelasting, noch een vermogenswinstbelasting. Wel hanteert België een aantal specifieke belastingen op het vermogen en vermogenstransacties, zoals bijvoorbeeld de taks van 0,15% op effectenrekeningen van meer dan 1 mio euro en de beurstaks voor bepaalde aan- en / of verkopen van financiële instrumenten.

Ook de Blauwdruk voorziet niet in een algemene vermogensbelasting of vermogenswinstbelasting, maar blijft vasthouden aan het belasten van inkomsten die daadwerkelijk voortkomen uit het vermogen. De effectentaks en de beurstaks zouden zelfs worden afgeschaft.

De Blauwdruk beoogt wel belastbare basis van inkomsten uit vermogen aanzienlijk te vergroten.

Alle recurrente inkomsten uit vermogen zouden voortaan belastbaar worden aan een tarief van 25%. Daaronder worden ook werkelijke huurinkomsten begrepen. Ook zouden uitzonderingsregimes uitdoven met respect voor verworven rechten. Hier zou bijvoorbeeld kunnen worden gedacht aan het huidige gunstregimes voor de spaardeposito’s, de TAK23 levensverzekeringen, etc. Om de kleine spaarder-belegger niet al te zeer te raken zou jaarlijks een algemene vrijstelling van EUR 6.000 gelden.

Daarnaast zullen ook alle meerwaarden gerealiseerd op financiële producten aan de belastbare basis worden toegevoegd, alsook meerwaarden op de verkoop van een niet-eigen woning. Deze meerwaarden worden onderworpen aan een tarief van 15%. Ook voor deze meerwaarden zou een fiscale step-up worden ingevoerd en zou rekening worden gehouden met minderwaarden.

Vermogensrendementsheffing in Nederland

Nederland kent wel reeds een vermogensrendementsheffing (‘Box 3’). Voor 2017 werd de belastbare basis van deze vermogensrendementsheffing forfaitair berekend als 4% van het belastbare Box 3 vermogen. Sedert 2017 werd de belastbare basis van deze heffing berekend als een forfaitair rendement over een fictieve vermogenssamenstelling. Daarbij werd het vermogen (fictief) opgedeeld in rendementsklassen, waarbij voor iedere klasse een verschillend rendementspercentage gold.

De Nederlandse Hoge Raad heeft inmiddels duidelijke grenzen gesteld aan deze regeling, omdat de belastingheffing uitging van forfaitaire rendementen die in realiteit niet haalbaar bleken.

Er ligt thans een nieuw Box 3 voorstel voor, waarbij vanaf 2026 naar de werkelijk behaalde rendementen zou worden gekeken om de belastbare basis in Box 3 te bepalen.

In tussentijd zou voor de berekening van de vermogensrendementsheffing rekening worden gehouden met de werkelijke vermogenssamenstelling. Voor iedere vermogenscategorie wordt een afzonderlijk rendementspercentage gehanteerd dat meer moet aansluiten bij de werkelijke rendementen. Volgende rendementspercentages worden voor 2021 voorgesteld: 0,01% voor banktegoeden, 2,46% voor schulden en 5,69% voor alle overige bezittingen. Antimisbruikbepalingen moeten voorkomen dat de belastbare basis in Box 3 wordt uitgehold door (tijdelijke) omzettingen van vermogen in andere (lager belaste) vermogenscategorieën.

Naast de wijzingen met betrekking tot de belastbare basis, wordt ook een tariefverhoging in Box 3 geambieerd. Het huidige tarief van 31% zou gradueel worden verhoogd tot 34% in 2025.

Recente maatregelen in België

De Blauwdruk beoogt de implementatie van een brede fiscale hervorming op 10 jaar.

Gezien de huidige economische situatie heeft de minister van Financiën Van Peteghem nu reeds een eerste reeks fiscale maatregelen voorgesteld. Het is de bedoeling om deze maatregelen in de loop van december 2022 binnen de regering te bespreken. Invoering van deze maatregelen zou worden gespreid over een periode van drie jaar. Hieronder volgt een beperkte selectie uit het voorstel. De maatregelen zijn in wezen bedoeld om het substantieel optrekken van de belastingvrije som in de personenbelasting te financieren.

In de personenbelasting wil de minister beknibbelen op een rits voordelen alle aard van werknemers (en bedrijfsleiders). Verder zien de voorgestelde maatregelen op het afschaffen van een aantal belastingvoordelen en belastingverminderingen (waaronder deze voor huisbedienden en minderwaarden bij de vereffening van een private privak). Ook zou het belastingstelsel voor onderhoudsgelden over een periode van 10 jaar uitdoven.

In de vennootschapsbelasting wordt gekeken naar de omvorming van de DBIaftrek naar een vrijstelling en zou één van de participatievoorwaarden worden verstrengd, zowel voor DBI- als voor RV-doeleinden. Daarnaast zou ook het fiscaal gunstregime voor DBI-BEVEKS en de kostenaftrek voor het verwerven, aanhouden en vervreemden van aandelen worden afgeschaft.

Key take-aways

Wat betreft België is het belangrijk in gedachten te houden dat er – vandaag – geen formeel politiek akkoord bestaat over deze maatregelen. In Nederland heeft de Tweede Kamer op 10 november 2022 wel reeds haar goedkeuring met het Belastingplan 2023 gegeven. Zodra ook de Eerste Kamer in december 2022 instemt met dit Belastingplan, wordt het per 1 januari 2023 definitief van kracht.

Zelfs indien de uiteindelijke fiscale maatregelen zouden afwijken van hetgeen hierboven is uiteen gezet, is wel reeds duidelijk dat beide landen streven naar een betere balans tussen lasten op arbeid en lasten op (inkomsten uit) vermogen. Ook wordt gezocht naar meer (fiscale) gelijkheid tussen ondernemers, werknemers en DGA’s.

Het is nog afwachten welke concrete fiscale maatregelen uiteindelijk zullen landen, maar het startschot voor een dergelijke hervorming lijkt zowel in België als in Nederland alvast te zijn gegeven.

Deze publicatie is bijgewerkt tot 18 november 2022.

Bron: Deloitte Legal

» Bekijk alle artikels: Successie & Vermogen