Consumentenbescherming bij de verwerving
van financiële diensten: de laatste ontwikkelingen (optioneel met handboek)

Prof. dr. Reinhard Steennot (UGent)

Webinar op donderdag 30 mei 2024


Vereffening-verdeling van nalatenschappen:
16 probleemstellingen

Mr. Nathalie Labeeuw (Cazimir)

Webinar op vrijdag 26 april 2024


Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024

Een investeringskrediet vervroegd terugbetalen: wederbeleggingsvergoeding betalen of niet? (Van Steenbrugge Advocaten)

Auteur: Cedric Haspeslagh (Van Steenbrugge Advocaten) 

Publicatiedatum: 25/09/2020

Een onderneming wenst een investeringskrediet soms vervroegd terug te betalen. Zo gebeurt het dat een krediet wordt aangegaan met een looptijd van 20 jaar om de aankoop van een bedrijfsgebouw te financieren. Wanneer de onderneming het gebouw 5 jaar later met winst kan verkopen, zal zij de bank vervroegd willen terugbetalen – zodat zij niet langer interesten moet betalen op het opgenomen kapitaal – en de meerwaarde willen opstrijken.

Bij een vervroegde terugbetaling zal de bank echter meestal een wederbeleggingsvergoeding aanrekenen. De bank had immers gerekend op een vaste opbrengst in de vorm van interesten gedurende 20 jaar. Die opbrengst ziet zij nu gedeeltelijk verloren gaan. Om dat verlies op te vangen, wordt een wederbeleggingsvergoeding aangerekend.

Deze vergoeding kan hoog oplopen. Bepaalde rechtspraak en rechtsleer proberen daaraan een mouw te passen door een investeringskrediet te kwalificeren als een lening. Voor deze soort overeenkomst kan de wederbeleggingsvergoeding namelijk maximaal 6 maanden interest bedragen (art. 1907bis BW). Andere rechtspraak en rechtsleer beschouwen een investeringskrediet dan weer als een kredietopening. Bij dat soort overeenkomst geldt meer vrijheid voor de bank bij het bepalen van het bedrag van de wederbeleggingsvergoeding.

Het Hof van Cassatie heeft zich recent uitgesproken over deze discussie in zijn arresten van 27.04.2020 (C.19.0602.N) en 18.06.2020 (C.19.0140.N). Daarin werd geoordeeld dat een investeringskrediet gekwalificeerd kan worden als een kredietopening.

Een analyse door mr. Cedric Haspeslagh van deze arresten is te vinden op de blogspot Corporate Finance Lab.

Lees hier het originele artikel

» Bekijk alle artikels: Successie & Vermogen