Vereffening-verdeling van nalatenschappen:
16 probleemstellingen

Mr. Nathalie Labeeuw (Cazimir)

Webinar op vrijdag 26 april 2024


Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Consumentenbescherming bij de verwerving
van financiële diensten: de laatste ontwikkelingen (optioneel met handboek)

Prof. dr. Reinhard Steennot (UGent)

Webinar op donderdag 30 mei 2024

Dossier levensverzekeringen – Welke waarde is belastbaar? (Cazimir)

Auteur: Cazimir Advocaten

Een levensverzekering opnemen in de aangifte van nalatenschap is geen sinecure. U kon in onze voorgaande artikelen (taxatie in de erfbelasting met uitkering en zonder uitkering op moment van overlijden) en in het dossier levensverzekeringen reeds lezen hoe een levensverzekering fiscaal wordt behandeld in de erfbelasting.

Van zodra u een levensverzekering moet aangeven in de aangifte van de nalatenschap, moet u zich de vraag stellen welke waarde hiervoor moet worden opgenomen.

De Vlaamse Belastingdienst heeft hierover reeds op 3 januari 2017 een standpunt gepubliceerd (nr. 16112) dat luidde als volgt:

“Voor uitkeringen van levensverzekeringen die onder de toepassing van art. 2.7.1.0.6 VCF vallen gelden, wat de waardering van de belastbare grondslag betreft, de algemene regels van de artt. 2.7.3.3.1 en 2.7.3.3.2, hetgeen betekent dat men zich voor de waardering moet plaatsen op de dag van het overlijden.

Het feit dat de nadien aan de begunstigde uitgekeerde som hoger of lager is dan de waardering op datum van het overlijden, mag geen invloed hebben op de heffing van de erfbelasting. Dit zou indruisen tegen een gelijke fiscale behandeling van de belastingplichtigen.

Het federale standpunt, zoals verwoord in RJ S 8/28-01 wordt dus niet gevolgd.”

Dit standpunt moest begrepen worden in die zin dat de algemene waarderingsregels enkel van toepassing waren in het geval dat de levensverzekering tot uitkering komt bij het overlijden van de erflater. De algemene waarderingsregels knopen aan bij de waarde op de dag van het overlijden.

Daarentegen is het een veel voorkomende misvatting bij levensverzekeringen die pas na het overlijden van de erflater tot uitkering komen, dat ook hier de waarde op het ogenblik van het overlijden zou moeten worden aangeven. Dit is niet correct. De Vlaamse Codex Fiscaliteit voorziet namelijk uitdrukkelijk dat de waarde op het ogenblik van de nieuwe gebeurtenis moet worden opgenomen in deze nieuwe aangifte (art. 3.7.3.3.7 VCF).

Recent (op 13 september 2021, gepubliceerd op 29 september 2021) heeft de Vlaamse Belastingdienst het bestaande standpunt nr. 16112 in die zin verduidelijkt.

  • De algemene waarderingsregels (vervat in de artikelen 2.7.3.3.1 en 3.7.3.3.2 VCF) moeten worden gehanteerd wanneer het gaat om uitkeringen van levensverzekeringen ontvangen bij het overlijden van de erflater.
  • Gaat het om levensverzekeringen die nog niet tot uitkering zijn gekomen bij het overlijden van de erflater, maar belastbaar worden in de erfbelasting na het overlijden van de erflater ingevolge een nieuwe gebeurtenis (i.e. afkoop/uitkering), dan zal de nieuwe gebeurtenis ertoe leiden dat er een nieuwe aangifte moet worden ingediend waarbij er rekening zal moeten worden gehouden met de waarde ten tijde van de effectieve uitkering of afkoop (art. 3.7.3.3.7 VCF).

Bron: Cazimir Advocaten

» Bekijk alle artikels: Successie & Vermogen