Consumentenbescherming bij de verwerving
van financiële diensten: de laatste ontwikkelingen (optioneel met handboek)

Prof. dr. Reinhard Steennot (UGent)

Webinar op donderdag 30 mei 2024


Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024

De wetgever, de kaaimantaks en de Nederlandse StAK (Deloitte Legal)

Auteur: Caroline Costermans (Deloitte Legal)

Verduidelijking of (onbewuste) verwarring?

In onze newsflash van 30 november kondigden we reeds aan dat de kaaimantaks wetgeving wordt verstrengd en dat dit een impact kan hebben op de Nederlandse Stichting Administratiekantoor (‘StAK’).

Op 7 december 2023 heeft minister van Financiën tijdens de bespreking van het wetsontwerp in de Kamercommissie toelichting gegeven over de toepassing van de verstrengde kaaimantaks op een Nederlandse StAK.

De minister bevestigt dat de Nederlandse StAK als een juridische constructie kwalificeert (wat ook in lijn is met de wettekst). Naast de uitgebreide ‘compliance’ verplichtingen door rapportering in de fiscale aangifte (rechts)personenbelasting, impliceert dit tevens de toepassing van een  10-jarige onderzoeks- en aanslagtermijn.

Vervolgens legt de minister de link met de Certificeringswet, wat wij zeker toejuichen. Hij stelt dat de door de StAK verkregen inkomsten niet onder het toepassingsgebied van de kaaimantaks vallen, behalve in het geval dat de certificaten betrekking hebben op aandelen van  een juridische constructie of wanneer niet aan de voorwaarden van artikel 13 van de Certificeringswet wordt voldaan.

Men lijkt hiermee onze eerdere positie te bevestigen dat voor de transparante belasting van de door de StAK verkregen inkomsten de Certificeringswet voorrang krijgt. Zie in dat verband onze eerdere newsflash (‘Verorbert de kaaiman de StAKs?’).

Wat de certificering en decertificering voor StAKs die voldoen aan artikel 13 van de Certificeringswet betreft, wordt de toepassing van het nieuwe wetsontwerp in de memorie van toelichting gemilderd. Daarin wordt aangegeven dat er geen sprake is van een verwezenlijkte meer- of minderwaarde (althans indien het gebruik van de StAK is geïnspireerd door ‘legitieme doeleinden van vermogensplanning’).

De bijkomende toelichting van de minister (aangaande de inkomsten) is een tweede stap voorwaarts. Echter de vraag naar het lot van de uitkeringen gedaan door de StAK kan men zich zeker nog stellen.  Bovendien omvat het wetsontwerp ook fictieve uitkeringsmomenten zoals bv. bij een emigratie van de oprichter of bij de overdracht van (activa van) een juridische constructie naar het buitenland, dewelke niet onder het toepassingsgebied van de Certificeringswet vallen. Hoe men hiermee om zal gaan, is nog steeds onduidelijk.

Wij hopen daarom dat één en ander verder wordt verduidelijkt bij een tweede lezing. Die zouden wij als rechtsbeoefenaars in elk geval verwelkomen. Ook een circulaire hierover kan de praktijk de gevraagde duidelijkheid geven.

Familiale certificaathouders of andere (bv. in de private equity sfeer) die vragen hebben bij de impact van bovenstaande, kunnen wij assisteren bij het evalueren van de beste piste. In sommige situaties gebeurt dat best voor het jaareinde.  Al is het maar om bovenstaande onduidelijkheid en eventuele risico’s die daaruit voortvloeien te identificeren.

Wie tegemoet komt aan de doelstelling van de kaaimantaks door de structuur naar België  over te hevelen zal worden beloond. Dat betekent immers  de inkorting van de uitgebreide onderzoeks- en aanslagtermijnen, evenals minder ‘compliance’, want geen kaaimantaksboekhouding.

Bron: Deloitte Legal

» Bekijk alle artikels: Successie & Vermogen