Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Consumentenbescherming bij de verwerving
van financiële diensten: de laatste ontwikkelingen (optioneel met handboek)

Prof. dr. Reinhard Steennot (UGent)

Webinar op donderdag 30 mei 2024

De fiscale eindejaarswetgeving: wat verandert er? (Monard Law)

Auteurs: Luk Cassimon, Eline de Schepper en Wylma Gashi (Monard Law)

Naar goede gewoonte houdt het naderen van het jaareinde ook in dat er nieuwe fiscale wetgeving wordt aangenomen.

Wij lijsten hierbij alvast de meest opmerkelijke nieuwe fiscale maatregelen op die in de pijplijn zitten! Voorlopig situeren de initiatieven zich nog in de fase van ontwerp (of voorontwerp), zodat aanpassingen nog mogelijk zijn.

ONTWERP VAN PROGRAMMAWET
  • Verhogen registratierecht voor erfpacht- en opstalrechten: het registratierecht m.b.t. akten tot vestiging van een erfpacht- of opstalrecht wordt vanaf 1 januari 2024 verhoogd van 2% naar 5%;
  • Btw-tarief voor afbraak en heropbouw: een verlaagd tarief van 6% zal gelden voor de afbraak en heropbouw van (i) een woning bestemd voor de bewoning door de bouwheer-natuurlijk persoon en (ii) gebouwen bestemd voor langdurende verhuur in het kader van het sociaal beleid. Afbraak en heropbouw door een projectontwikkelaar voor woning die niet bestemd zijn voor langdurende sociale verhuur zullen dus niet langer in aanmerking komen voor het verlaagd tarief van 6%;
  • CFC: hervorming van de huidige regeling naar een “entiteitsbenadering”. Bij toepassing daarvan zullen door de CFC verkregen “passieve inkomsten” (zoals rentes, royalty’s, dividenden en inkomsten uit financiële activiteiten) onder bepaalde voorwaarden belastbaar zijn bij de controlerende Belgische vennootschap;
  • Interesten en royalty-betalingen aan belastingparadijzen: interesten, royalty’s en dergelijke die aan entiteiten gevestigd in een belastingparadijs betaald worden, zijn niet aftrekbaar tenzij kan worden aangetoond dat deze betalingen kaderen in werkelijke en oprechte verrichtingen en marktconform zijn (art. 54 WIB92). Deze maatregel wordt nu beperkt tot transacties met partijen waarmee de Belgische belastingplichtige zich (on)rechtstreeks in een band van wederzijdse afhankelijkheid bevindt. De belastingplichtige kan ook een tegenbewijs leveren. Eenzelfde aanpassing geldt ook inzake de niet-tegenstelbaarheid van overdrachten van activa aan entiteiten gevestigd in belastingparadijzen;
  • Kaaimantaks: aanpassingen aan de kaaimantaks, zoals uitbreiding van het begrip “oprichter” en onderwerping van bepaalde private alternatieve beleggingsinstellingen aan de kaaimantaks;
  • Andere aanpassingen: tot slot voorziet het ontwerp ook in andere aanpassingen, zoals verhoging van de jaarlijkse taks op kredietinstellingen, uitbreiding van het regime van flexi-jobs en een invoering van een vrijstelling tot doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor seizoensarbeiders in de fruit- en groenteteelt.

Volgens het ontwerp van programmawet zullen voormelde maatregelen in werking treden op 1 januari 2024.

WETSONTWERP DIVERSE FISCALE BEPALINGEN VAN 19 OKTOBER 2023
  • Mobiliteitsrichtlijn: de richtlijn (EU) 2019/2121 met betrekking tot grensoverschrijdende omzettingen, fusies en splitsingen werd recent omgezet in Belgisch recht. De Mobiliteitsrichtlijn voorziet in specifieke vormen van reorganisatie, zoals de zusterfusie en een disproportionele partiële splitsing. Het WIB92 zal worden aangepast, zodat het belastingneutraal karakter van een fusie, splitsing (of ermee gelijkgestelde verrichting) wordt uitgebreid naar deze nieuwe vormen van reorganisaties.
  • Betalingen aan belastingparadijzen: om belastingontduiking tegen te gaan, zal artikel 307, §1/2, WIB92 voorschrijven dat bij het bepalen van de ondergrens van 100.000 EUR per belastbaar tijdperk, voortaan ook de toename van korte termijnschulden meegerekend wordt. Deze wijziging zou vanaf aanslagjaar 2024 van toepassing zijn.
  • Belastingvermindering voor giften: voor ontvangen giften die ten minste 25 EUR bedragen, moeten de bevoegde instanties voortaan een attest (i.p.v. een kwijtschrift) gebruiken. Er wordt geen verplicht model opgelegd. De verplichte afgifte van dit attest vormt een aanvullende voorwaarde voor de belastingvermindering. In dat licht wordt verwacht dat de instanties die giften ontvangen, het attest ook automatisch via elektronische weg aan de administratie bezorgen. Deze wijzigingen zouden op 1 januari 2024 in werking treden.
  • Aangiftetermijnen in de personenbelasting is de deadline voor de papieren aangifte 30 juni. De elektronische aangiften moeten uiterlijk 15 juli ingediend worden. Belastingplichtigen die inkomsten genieten uit het buitenland en geen gebruik maken van een forfaitaire grondslag, kunnen hun aangifte elektronisch indienen tot en met 16 oktober van het jaar waarnaar het aanslagjaar wordt vernoemd. Belastingplichtigen die belast worden op een forfaitaire grondslag moeten de aangifte uiterlijk 15 januari van het jaar volgend op het jaar waarnaar het aanslagjaar wordt genoemd, indienen. Er worden daarnaast ook enkele wijzigingen voorzien met betrekking tot aangiftes n.a.v. een overlijden.
  • Onderzoekstermijn inzake bedrijfsvoorheffing: inzake bedrijfsvoorheffing worden de onderzoekstermijnen volledig gealigneerd aan de aanslagtermijnen, zodat de fiscus voortaan ook over een bijzondere onderzoekstermijn beschikt indien een onderzoek of controle uitwijst dat de verschuldigde bedrijfsvoorheffing niet, laattijdig, onvolledig of onjuist is aangegeven (aanpassing van 333/3 WIB92).
  • Aangifte huurprijs: natuurlijke personen die een woning huren zullen bij de aangifte in de personenbelasting voortaan een specifieke bijlage moeten voegen met specifieke inlichtingen over het gehuurde onroerend goed, de huur, de huurvoordelen en de identiteit van de verhuurder. Ook vergoedingen voor een recht van erfpacht, opstal, vruchtgebruik of erfdienstbaarheid moeten vermeld worden. Gebeurt dit niet, dan zijn de huurprijs en de eraan verbonden kosten niet aftrekbaar als beroepskost.
  • Andere aanpassingen: tot slot voorziet het wetsontwerp ook in diverse andere aanpassingen, zoals a. m.b.t. de jaarlijkse taksen op de verzekeringsverrichtingen en effectenrekeningen, wijzigingen betreffende de taks tot vergoeding der successierechten (zie hiervoor de afzonderlijke newsflash die hierover gepubliceerd werd), het belastingkrediet voor de fietskilometervergoeding toegekend in toepassing van cao nr. 164, de uitbreiding en indexering van het mobiliteitsbudget, specifieke aanpassingen m.b.t. aangiftetermijnen.
WETSONTWERP DIVERSE FISCALE BEPALINGEN VAN 1 DECEMBER 2023
  • Verhoging fietsvergoeding en belastingkrediet: voor werknemers en bedrijfsleiders die hun beroepskosten forfaitair vaststellen wordt de vrijstelling voor fietsvergoedingen verhoogd naar 0,35 EUR per kilometer, met een jaarlijkse maximumgrens van 2.500 EUR, na indexatie. Er wordt ook voorzien in een belastingkrediet voor werkgevers die fietsvergoedingen toekennen voor verplaatsingen tussen 1 januari 2024 en 31 december 2026.
  • Gespreide taxatie meerwaarden: voor herbeleggingen in het kader van de gespreide taxatie van gedwongen meerwaarden in een onroerend goed, een vaartuig of een vliegtuig wordt de minimale herbeleggingstermijn vanaf aanslagjaar 2024 vastgesteld op vijf jaar (art. 47, §4 WIB92), zoals dit reeds het geval was voor vrijwillig verwezenlijkte meerwaarden.
  • Platformexploitanten: in het licht van de DAC 7-verplichtingen voor platformexploitanten, zou er een nieuw artikel 315quinquies WIB92 worden ingevoerd. Op basis daarvan kan de administratie platformexploitant vragen om alle informatie of documenten te verstrekken die hen toelaten om de inhoud van de meegedeelde informatie te controleren. De mededeling van informatie zal elektronisch gebeuren. Deze wijzigingen treden tien dagen na de publicatie van de wet in het Belgisch Staatsblad in werking.
  • Uitstel nieuwe btw-procedures: de inwerkingtreding van de nieuwe btw-procedures (voorzien bij wet van 12 maart 2023), wordt uitgesteld van 1 januari 2024 naar 1 januari 2025.
  • Andere aanpassingen: tot slot voorziet het wetsontwerp ook in enkele andere aanpassingen, zoals de tijdelijke verhoging van het maximumbedrag van de netto bestaansmiddelen voor alle kinderen ten laste en verduidelijking i.v.m. de nalatigheidsinteresten inzake de tax shelter voor audiovisuele werken.
HET NIEUW FRAUDEPLAN

Daarnaast werkt de minister van Financiën momenteel ook aan een nieuw actieplan tegen fiscale en sociale fraude. Dit plan bevat meerdere fiscale maatregelen, waaronder een aanpassing (verruiming) van de algemene antimisbruikbepaling en een uitbreiding van de bewaarplicht van boeken en bescheiden naar buitenlandse ondernemingen. Deze nieuwe maatregelen kunnen verregaande gevolgen hebben voor belastingplichtigen.

Dit actieplan zit nog maar in de fase van ontwerp, zodat aanpassingen nog mogelijk zijn.

Bron: Monard Law

» Bekijk alle artikels: Successie & Vermogen