Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Vereffening-verdeling van nalatenschappen:
16 probleemstellingen

Mr. Nathalie Labeeuw (Cazimir)

Webinar op vrijdag 26 april 2024


Consumentenbescherming bij de verwerving
van financiële diensten: de laatste ontwikkelingen (optioneel met handboek)

Prof. dr. Reinhard Steennot (UGent)

Webinar op donderdag 30 mei 2024

Beding van voorafname – be careful what you wish for (aternio)

Auteur: Eveline Smet (aternio)

Dat het erg belangrijk is om de juiste woordkeuzes te maken, is een waarheid als een koe. Keer op keer worden dergelijke “clichés” bevestigd. Dit keer door onze Vlaamse Belastingdienst (Vlabel). In de voorliggende casus was er onduidelijkheid over de interpretatie van een beding van voorafname in het huwelijkscontract. Het ging specifiek over een keuzebeding en de implicaties daarvan bij de verdeling van de huwgemeenschap.

Gaat u mee met ons doorheen de wondere wereld van de modaliteiten in een huwelijkscontract?

Beding van voorafname – keuzebeding

Het beding van voorafname zorgt ervoor dat de langstlevende partner, bij een overlijden, kan kiezen wat deze alvast naar zich toe wil trekken.

Een gekende verschijningsvorm van een dergelijk beding, is het keuzebeding. Dat is heden ten dage een bijzonder gegeerde clausule in menig huwelijkscontract. Hierdoor kan de langstlevende partner zelf een pakket goederen uit de gemeenschap samenstellen. De gekozen goederen zullen dan toebedeeld worden door de werking van het huwelijkscontract en niet door het overlijden van de ene partner. Daardoor komt de erfbelasting ook alvast niet in het vizier. Handig toch?

No words needed – of misschien toch wel?

Behoudens wanneer het huwelijkscontract iets anders voorziet, kan de voorafname gebeuren zonder aanrekening op het deel van de langstlevende in het gemeenschappelijk vermogen. De verdeling van het saldo van dat gemeenschappelijk vermogen gebeurt dan nog tussen de langstlevende en de nalatenschap van de overleden partner.

U heeft de bui vermoedelijk voelen hangen bij het lezen van de intro. Het woordje “behoudens” voorspelt alvast niet veel goeds. Althans niet in de besproken interpretatie van Vlabel.

Zich van geen kwaad bewust, ging de langstlevende er van uit dat de helft van het resterende gemeenschappelijk vermogen aan haar zou toekomen. Bovendien zou ook het vruchtgebruik over de goederen uit de nalatenschap haar worden toegekend. Zo stond het althans opgenomen in de aangifte van nalatenschap.

Maar dit is buiten Vlabel gerekend. Zij stellen dat de langstlevende afstand had gedaan van haar helft in de huwgemeenschap. Daardoor diende de aanslag ten aanzien van de kinderen niet berekend te worden op de helft van de resterende goederen uit de gemeenschap. Nee, men diende de aanslag te vestigen op de totaliteit van de resterende goederen.

Hoe kan dat?

Ja, dat is natuurlijk de vraag. Want u hebt met ons meegelezen dat het beding van voorafname normaal gezien geen impact heeft op de verdeling van het saldo van het gemeenschappelijk vermogen. Dat laatste kan “gewoon” verdeeld worden, bij helften.

Men verwacht van een huwelijkscontract dat het voordelen en duidelijkheid brengt. Dat is in de overgrote meerderheid van de situaties ook echt wel het geval. Maar in dit geval zit de clue in de bewoordingen. Vlabel publiceert in de voorliggende casus namelijk een uittreksel van het huwelijkscontract in kwestie. Het contract stelt onder meer dat: “de bezittingen die na keuze niet toekomen aan de langstlevende echtgenoot zullen afhangen van de nalatenschap van de eerststervende echtgenoot”. 

Die zin is het probleem. Een klassiek beding van vooruitmaking impliceert dat wat rest van het gemeenschappelijk vermogen, gelijkmatig verdeeld wordt. Herinner u echter de zinsnede: “behoudens wanneer het huwelijkscontract iets anders voorziet”. De bewuste clausule in stelt duidelijk dat de resterende goederen onmiddellijk afhangen van de nalatenschap. Daardoor maken zij dus geen deel uit van het gemeenschappelijk vermogen. Bijgevolg wordt geargumenteerd dat partijen uitdrukkelijk hebben afgeweken van de aanrekening op het deel van de langstlevende in het gemeenschappelijk vermogen.

Conclusie

Vaak gaat men, om economische redenen of wegens tijdsgebrek, te snel voorbij aan formuleringen in officiële documenten. Jammer, maar heel erg “helaas”, want daardoor kan men in geval van betwistingen vaak tot ongewenste resultaten komen. Wees kritisch, wik en weeg uw woorden en neem uw tijd voor dergelijke documenten. Probeer de inhoud en draagwijdte steeds ten volle te begrijpen.

Bron: aternio

» Bekijk alle artikels: Successie & Vermogen