SUMMER DEAL 2025
10 webinars on demand naar keuze
10 webinars on demand voor €595
OVB – IBJ – ITAA – FSMA – BIV – NKN – Sam-Tes
Wenst u meerdere opleidingen
te volgen bij LegalLearning?
Overweeg dan zeker ons jaarabonnement
Krijg toegang tot +150 opleidingen
Live & on demand webinars
Voor uzelf en/of uw medewerkers
De maatschap:
haar eigenheden nader geanalyseerd
(inclusief handboek)
Mr. Dirk Van Gerven, mr. Ivan Peeters en mr. Ken Lioen (NautaDutilh)
Webinar op vrijdag 4 juli 2025
Accountant. Stukken die toebehoren aan cliënt en stukken die vrucht zijn van de werkzaamheid van de accountant. Cass. 11 april 2025 (Recht op zaterdag)
Het cassatieberoep is gericht tegen de beslissing van de Nederlandstalige kamer van de Commissie van Beroep van het Instituut van de Belastingadviseurs en de Accountants van 9 januari 2023.
Krachtens artikel 43 van de wet van 17 maart 2019 betreffende de beroepen van accountant en belastingadviseur is de beroepsbeoefenaar ertoe gehouden om alle boeken, documenten en elektronische of andere gegevens die toebehoren aan de cliënt onverwijld uit handen te geven, wanneer deze erom verzoekt.
Uit deze bepaling volgt dat een onderscheid moet worden gemaakt tussen enerzijds de stukken die toebehoren aan de cliënt en anderzijds de stukken die de vrucht zijn van de werkzaamheid van de beroepsbeoefenaar en die slechts na betaling toekomen aan de cliënt.
De beroepsbeoefenaar is enkel ertoe gehouden de stukken die toebehoren aan de cliënt op diens eerste verzoek onverwijld over te maken. Hij is niet ertoe gehouden de stukken die de vrucht zijn van zijn beroepswerkzaamheid en waarvoor hij nog niet werd vergoed, aan de cliënt op diens eerste verzoek onverwijld over te maken.
De appelrechters stellen vast en oordelen dat:
- het voorschrift van artikel 43 van de wet van 17 maart 2019 betreffende de beroepen van accountant en belastingadviseur een algemene draagwijdte heeft en geen enkele uitzondering kent;
- als enige criterium geldt dat de stukken verbonden zijn aan het dossier van de cliënt omwille van de contractuele dienstverlening en om die reden aan de cliënt toebehoren;
- het door de eisers bedoelde onderscheid met betrekking tot elektronische bestanden, waarvan slechts een deel toebehoort aan de cliënt terwijl een ander deel toebehoort aan de beroepsbeoefenaar, geen wettelijke grondslag heeft;
- elektronische bestanden die zijn tot stand gebracht door de beroepsbeoefenaar en benut in het raam van de contractuele dienstverlening, uitsluitend toebehoren aan de cliënt, die recht heeft op de afgifte ervan op diens eerste verzoek.
De appelrechters die met deze redenen oordelen dat geen onderscheid moet worden gemaakt tussen de dossiergebonden stukken, verantwoorden niet naar recht hun beslissing om de eisers gelet op de niet-afgifte ervan te veroordelen tot een tuchtsanctie.
» Bekijk alle artikels: Successie & Vermogen