De nieuwe wet op de private opsporing

Dhr. Bart De Bie (i-Force) en mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op donderdag 17 oktober 2024


Aandachtspunten bij het opstellen
en analyseren van ICT-contracten

Mr. Lynn Pype en mr. Liesa Boghaert (Timelex)

Webinar op donderdag 16 mei 2024


Handelspraktijken en consumentenbescherming:
recente topics onder de loep

Dr. Stijn Claeys en mr. Arne Baert (Racine)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024

Verwijderen persoonsgegevens uit doopregister. Beslissing GBA 19 december 2023 (LegalNews)

Auteur: Marc Vandecasteele (LegalNews)

De feiten

Het voorwerp van de klacht betreft het nalaten door de verweerster om de klager uit het doopregister van de verweerster te wissen, ten gevolge van de bezwaren die de klager maakte tegen de oorspronkelijke inschrijving in de voormelde registers van de verweerster, toen de klager nog minderjarig was.

Op 22 maart 2021 verzoekt de klager uitdrukkelijk, zowel per aangetekende brief als per email aan het adres bisdom.gent@kerknet.be, dat de verweerster elke verwijzing naar zijn persoon uit elk fysiek of digitaal register of archief zou schrappen. De klager verwijst hierbij expliciet naar de AVG, en vermeldt zijn volledige naam, geboortedatum en -plaats, alsook de datum van zijn doopsel bij de Rooms-Katholieke Kerk (hierna: R.-K. Kerk). Tevens eindigt de klager zijn verzoek met een uitdrukkelijk verzoek aan de verweerster om, na de schrapping “in de zin van complete vernietiging van de bestaande data”, alsnog gegevens over deze schrapping te bewaren.

Op 13 april 2021 ontvangt de klager een schrijven d.d. 7 april 2021 van de toenmalige Kanselier namens de verweerster, waarin aan de klager wordt medegedeeld dat zijn uittreding uit de R.-K. Kerk op 24 maart 2021 werd opgeschreven op de lijst van de kerkverlaters van de parochie Gent. Tevens wordt er melding gemaakt dat het de klager vrijstaat deze aantekening persoonlijk in het doopregister te verifiëren.

Op 14 april 2021 antwoordt de klager per brief en per e-mail dat hij zich niet tevreden kan stellen met het antwoord van de verweerster. Vooreerst betwist de klager dat er een kerkintreding door hemzelf zou hebben plaatsgevonden, vermits hij door derden (i.e. zijn ouders) en zonder enige inspraak werd ingeschreven in het doopregister. Hij schrijft dat er geen sprake kan zijn van een kerkuittreding, aangezien er volgens de klager nooit een kerkintreding heeft plaatsgevonden. Daarnaast dringt de klager er wederom op aan om elk gegeven verwijzend naar zijn persoon, met inbegrip van de informatie aangaande zijn uittreding uit de R.-K. Kerk, uit alle fysieke of digitale registers of archieven te schrappen, daar hij zelf nooit toestemming gaf voor de aanvankelijke inschrijving in de voormelde registers.

Op 14 april 2021 dient de klager een klacht in bij de Gegevensbeschermingsautoriteit tegen verweerster.

De Beslissing van de Gegevensbeschermingsautoriteit

Nu de Geschillenkamer heeft vastgesteld dat de voortdurende verwerking van de persoonsgegevens van klager in de doopregisters ondanks zijn verzoek tot gegevenswissing een gedraging is die inbreuk uitmaakt op de artikelen 6.1 en 9 AVG, is het aan de orde corrigerende maatregelen te nemen lastens de verweerster. Voorts heeft de Geschillenkamer vastgesteld dat de informatieverplichtingen op grond van artikel 13 AVG niet zijn nageleefd. De verweerster handelt tevens in overtreding met artikel 17 AVG, tezamen gelezen met artikel 12 AVG. In het kader van een effectieve rechtsbescherming onder artikel 47 van het Handvest van de Europese Unie, en de effectieve handhaving die de wetgever met de AVG nastreeft, is het allereerst aan de orde de verweerster hieromtrent terecht te wijzen. Om die reden komt het de Geschillenkamer opportuun voor de verweerster te berispen omwille van het gebrek aan duidelijke informatie aan de betrokkenen (onder meer met betrekking tot de uitoefening van diens rechten overeenkomstig Hoofdstuk III AVG), en de weigering van verweerster om het verzoek tot gegevenswissing van de klager uit te voeren. Bij het bepalen van de sanctie houdt de Geschillenkamer rekening met het feit dat de verweerster steeds coöperatief heeft samengewerkt met de Geschillenkamer. De Geschillenkamer besluit daarom om enkel corrigerende maatregelen aan de verweerster op te leggen. Gelet op de specifieke context van het geval meent de Geschillenkamer dat er geen grond is om de verweerster een geldboete op te leggen.

Lees de Beslissing 169/2023 van 19 december 2023

» Bekijk alle artikels: Privacy & Gegevensbescherming