De oplevering, haar gevolgen
en de (tienjarige) aansprakelijkheid.
Recente rechtspraak (2022 – 2024)
Mr. Els Op de Beeck en mr. Sophie De Krock (Schoups)
Webinar op donderdag 6 februari 2025
Update Omgevingsrecht:
recente wijzigingen onder de loep
Mr. Bart De Becker (De Becker Advocaten)
Webinar op dinsdag 18 februari 2025
Actualia Overheidsopdrachten
2023/2024
Dhr. Constant De Koninck (Rekenhof)
en mr. Peter Teerlinck (& De Bandt)
Webinar op dinsdag 3 december 2024
Wenst u meerdere opleidingen
te volgen bij LegalLearning?
Overweeg dan zeker ons jaarabonnement
Krijg toegang tot +150 opleidingen
Live & on demand webinars
Voor uzelf en/of uw medewerkers
Toegang tot overheidsopdrachten voor ondernemers uit derde landen (LegalNews)
Auteur: Marc Vandecasteele (LegalNews)
Op 7 maart 2024 gaf de advocaat-generaal zijn standpunt over de vraag of ondernemers die gevestigd zijn in derde landen waarmee de Europese Unie geen internationale overeenkomst inzake overheidsopdrachten heeft gesloten gerechtigd zijn tot deelname aan procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten in de Unie? En indien ja, kunnen de lidstaten dan de voorwaarden vaststellen waaronder die ondernemers mogen deelnemen, of staat het uitsluitend aan de Unie om dit te doen?
Hierbij een selectie uit zijn conclusie:
Ondernemers uit niet onder internationale overeenkomsten vallende derde landen vallen niet binnen de personele werkingssfeer van richtlijn 2014/25 vallen. Hoewel het aan de verwijzende rechter staat dit te verifiëren, lijkt uit de informatie waarover het Hof beschikt te volgen dat verzoekster zich in die positie bevindt. Aangezien verzoekster niet het recht heeft om deel te nemen aan een procedure voor het plaatsen van overheidsopdrachten waarop richtlijn 2014/25 van toepassing is, kan zij zich bij een rechterlijke instantie van een lidstaat niet beroepen op de bepalingen ervan. Bijgevolg kan de verwijzende rechter geen antwoord krijgen op een verzoek om een prejudiciële beslissing inzake de uitlegging van die bepalingen, aangezien ieder antwoord dat het Hof op zijn verzoek zou kunnen geven niet bindend zou zijn. Deze reden volstaat om vast te stellen dat dit verzoek om een prejudiciële beslissing niet-ontvankelijk is.
Hoewel richtlijn 2014/25 niet op in Turkije gevestigde ondernemers van toepassing is, zal ik nu ingaan op de vraag of de wetgeving van de lidstaten niettemin van toepassing kan zijn op situaties die buiten de werkingssfeer van deze richtlijn vallen. In het arrest Dzodzi heeft het Hof zich gebogen over een zaak waarin het nationale recht de regels aangaande de interne markt van de Unie had toegepast in zuiver interne situaties, met het doel omgekeerde discriminatie te voorkomen.
Hoewel het Unierecht niet van toepassing is in zuiver interne situaties, heeft het Hof geoordeeld dat het de lidstaten er ook niet van weerhoudt om dat recht toe te passen. Tegen deze achtergrond heeft het Hof de prejudiciële vragen beantwoord, met het doel de eenvormige uitlegging van het Unierecht te verzekeren.
Anders dan de situatie die tot dat arrest heeft geleid, is de zaak bij de verwijzende rechter niet zuiver intern van aard en betreft deze geen gedeelde bevoegdheid van de Unie en de lidstaten. Aangezien de in de onderhavige zaak gestelde vragen een exclusieve bevoegdheid van de Unie betreffen, kunnen de lidstaten niet unilateraal besluiten om de werkingssfeer van de betreffende Unieregels uit te breiden. Bijgevolg wijs ik het Hof erop dat de vragen van de verwijzende rechter niet kunnen worden beantwoord op basis van het arrest Dzodzi.
Aangezien alle vragen van de verwijzende rechter betrekking hebben op de uitlegging van richtlijn 2014/25, die, om de redenen die nader vermeld zijn in de punten 29 tot en met 33 en 42 tot en met 54 van de onderhavige conclusie, niet van toepassing kan zijn in het kader van het geding bij de verwijzende rechter, geef ik het Hof in overweging het verzoek om een prejudiciële beslissing in zijn geheel niet-ontvankelijk te verklaren.
Webinar
- ‘Overheidsopdrachten: 28 baanbrekende arresten (2022-2023)’ (incl. boek)
Dhr. Constant De Koninck (ere-eerste auditeur bij het Rekenhof)
Live op 22 maart 2024, nadien on demand aangeboden.
Webinars on demand
- ‘Overheidsopdrachten: het regelmatigheidsonderzoek van offertes en drie andere actuele knelpunten’
- ‘Actualia Overheidsopdrachten 2022/2023’
- ‘Overheidscontracten: de impact van het nieuw Burgerlijk Wetboek’
- ‘Overheidsopdrachten – Praktische modaliteiten van de plaatsing en uitvoering van de raamovereenkomst’
» Bekijk alle artikels: Overheid & Aanbesteding