Vastgoedtransacties
door én met administratieve overheden:
overheidsopdracht of uitgesloten vastgoeddienst?

Dhr. Constant De Koninck (Rekenhof)

Webinar op donderdag 13 juni 2024


Actualia Overheidsopdrachten
2023/2024

Dhr. Constant De Koninck (Rekenhof) en mr. Peter Teerlinck (& De Bandt)

Webinar op donderdag 5 december 2024


Recente wetgevende ontwikkelingen
met impact op de bouwsector

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024

Schadevergoeding na intrekking gunningsbeslissing: geen vernietiging van de gunningsbeslissing, geen schadevergoeding? (Advocatenbureau Van Cauter)

Auteur: Advocatenbureau Van Cauter

Middels een arrest van 12 januari 2023 heeft het Hof van Cassatie verduidelijkt dat de intrekking van een gunningsbeslissing door een aanbestedende overheid niet tot gevolg heeft dat de onwettigheid van de gunningsbeslissing per definitie vaststaat, zodat de burgerlijke rechter bevoegd blijft om na te gaan of de ingetrokken gunningsbeslissing al dan niet door een onwettigheid is aangetast.

Samenvatting van de feiten.

In 2011 publiceerde de gemeente Sint-Jans-Molenbeek een aankondiging van een overheidsopdracht voor het renoveren en uitbreiden van de gemeentelijke bibliotheek. Middels beslissing d.d. 5 oktober 2011 besliste de gemeente om de opdracht toe te kennen aan de NV GILLION CONSTRUCT.

De NV SOCATRA stelde een schorsingsberoep bij uiterst dringende noodzakelijkheid in bij de Raad van State op 17 januari 2012. Middels zijn arrest van d.d. 1 februari 2012 schorste de Raad van State de gunningsbeslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente Sint-Jans-Molenbeek[1].

Ingevolge deze schorsing trok het gemeentebestuur op 2 maart 2012 zijn gunningsbeslissing in.

Teneinde schadevergoeding te bekomen stelde de benadeelde inschrijver de NV SOCATRA op 28 september 2012 een procedure in bij de burgerlijke rechter, die zowel in eerste aanleg als in hoger beroep zijn vordering tot schadevergoeding ongegrond verklaarde. Na een succesvol cassatieberoep belandt de zaak uiteindelijk bij het Hof van Beroep van Bergen.

Bestreden arrest van het Hof van Beroep van Bergen van 25 mei 2021.

Het Hof van Beroep van Bergen volgt de redenering van de NV SOCATRA niet dat de gunningsbeslissing d.d. 5 oktober 2011 met een onwettigheid is aangetast en dit om minstens 2 redenen. Ten eerste hield de intrekking van de gunningsbeslissing geen enkele erkenning in van de onwettigheid van de gunningsbeslissing. Ten tweede volstaat de loutere intrekking van de gunningsbeslissing niet om de onwettigheid van de ingetrokken gunningsbeslissing aan te nemen. De NV SOCATRA moet de onwettigheid nog steeds bewijzen. Tegen dit arrest stelde de NV SOCATRA een cassatieberoep in.

Arrest van het Hof van Cassatie van 12 januari 2023.

Voor het Hof van Cassatie argumenteert de NV SOCATRA NV o.m. dat de intrekking van een gunningsbeslissing tot gevolg heeft dat deze gunningsbeslissing met terugkerende kracht verdwijnt uit het rechtsverkeer en het hierdoor voor de hoven en rechtbanken niet langer is toegestaan om de wettigheid van de gunningsbeslissing te beoordelen. Bovendien argumenteert de NV SOCATRA dat een administratieve beslissing zoals een gunningsbeslissing in beginsel alleen kan worden ingetrokken indien deze beslissing onrechtmatig is.

Het Hof van Cassatie volgt deze argumentatie van de NV SOCATRA niet. Volgens het Hof van Cassatie kan uit een ingetrokken gunningsbeslissing niet zonder meer worden afgeleid dat het bestuur, dat een dergelijke beslissing intrekt, hoe dan ook de onregelmatigheid ervan zou hebben erkend. De rechter die uitspraak moet doen over een schadevergoedingsvordering, waarvan de oorzaak wordt toegeschreven aan de onwettigheid van de ingetrokken gunningsbeslissing, kan volgens het Hof van Cassatie nog steeds de wettigheid ervan verifiëren. De rechter kan derhalve nog steeds uitspraak kan doen over de wettigheid van de ingetrokken gunningsbeslissing, tenzij hij deze beslissing eerder onwettig heeft verklaard[2].

Conclusie en aanbevelingen.

Het belang van dit arrest van het Hof van Cassatie kan moeilijk worden onderschat: het hof maakte de belangrijke nuance dat niet elke beslissing van een bestuur tot intrekking van zijn eerder genomen gunningsbeslissing als een erkenning van een onwettigheid moet worden beschouwd. Voor het bestuur komt het erop aan deze onwettigheid niet te erkennen ook niet impliciet o.m. middels de motieven van zijn intrekkingsbeslissing. Voor de benadeelde inschrijver komt het erop aan zich niet tevreden te stellen met de schorsing van een gunningsbeslissing. Enkel de vernietiging van een gunningsbeslissing opent immers het recht op schadevergoeding[3].

Bron: Advocatenbureau Van Cauter

[1] RvS 1 februari 2012, nr. 217.662, SA SOCATRA.

[2] Cass. 12 januari 2023, C.21.0486.F, www.juridat.be

[3] Meer bepaald enkel een vernietigingsarrest, waarbij na een onderzoek ten gronde door de Raad van State zelf een onwettigheid wordt vastgesteld, kan aanleiding geven tot schadevergoeding (tot herstel). Zie bijhorende conclusies Adv. Gen. B. INGHELS bij het Hof van Cassatie, T. Aann. 2023, afl. 2, 153-154.

» Bekijk alle artikels: Overheid & Aanbesteding