Contracten anno 2025:
een praktijkgerichte blik na de inwerkingtreding van boek 6 BW
Prof. dr. Ignace Claeys en prof. dr. Thijs Tanghe (Eubelius)
Webinar op donderdag 6 februari 2025
De oplevering, haar gevolgen
en de (tienjarige) aansprakelijkheid.
Recente rechtspraak (2022 – 2024)
Mr. Els Op de Beeck en mr. Sophie De Krock (Schoups)
Webinar op donderdag 6 februari 2025
Wenst u meerdere opleidingen
te volgen bij LegalLearning?
Overweeg dan zeker ons jaarabonnement
Krijg toegang tot +150 opleidingen
Live & on demand webinars
Voor uzelf en/of uw medewerkers
Schadevergoeding bij de onregelmatige gunning van overheidsopdrachten
Dhr. Constant De Koninck (Rekenhof)
Webinar op donderdag 5 juni 2025
Update Omgevingsrecht:
recente wijzigingen onder de loep
Mr. Bart De Becker (De Becker Advocaten)
Webinar op dinsdag 18 februari 2025
Referenties als gunningscriterium? (Publius)
In het arrest van 5 november 2024, nr. 261.295, duidde de Raad van State nogmaals op het onderscheid tussen selectiecriteria en gunningscriteria.
Selectiecriteria hebben betrekking op de bekwaamheid en geschiktheid van een inschrijver om de opdracht uit te voeren. Selectiecriteria zijn limitatief opgesomd in het KB Plaatsing. Gunningscriteria peilen daarentegen naar de intrinsieke waarde van de offertes.
Referenties zijn doorgaans een selectiecriterium maar kunnen onder bepaalde voorwaarden ook als een gunningscriterium aangewend worden.
In deze zaak luidde het subgunningscriterium ‘Referenties’ voor de opdracht ‘Raamovereenkomst voor audiovisuele en decoratieve ondersteuning bij events’ als volgt: “De inschrijver dient tevens een lijst met relevante referenties aan zijn offerte toe te voegen met vermelding van minstens 3 concrete realisaties en/of contacten.” Hierbij wordt dus louter gevraagd naar een ‘lijst’ met referenties van de inschrijver, zonder te peilen naar de ervaring van het personeel of het team dat voor de uitvoering van de opdracht zal worden ingezet, noch omtrent de organisatie, de kwalificatie of de ervaring van dat personeel. De Raad van State oordeelt dat een dergelijk criterium op het eerste gezicht niet de intrinsieke waarde of de kwaliteit van de offerte lijkt te betreffen, maar eerder de geschiktheid van de inschrijver om de opdracht uit te voeren. Dergelijk criterium mag bijgevolg niet als gunningscriterium worden gehanteerd.
Wanneer een aanbestedende overheid met toepassing van artikel 81, § 2, 3°, b) van de Wet Overheidsopdrachten oordeelt dat de inzet van gekwalificeerd personeel een aanzienlijke invloed kan hebben op het niveau van de uitvoering van de opdracht en aldus impact heeft op het economisch voordelig karakter van de offerte, dan moet zij dit duidelijk maken in de omschrijving van het gunningscriterium.
De omstandigheid dat de gekozen inschrijver, blijkens de inhoud van zijn offerte, het desbetreffende criterium wel op die manier heeft geïnterpreteerd, doet hieraan geen afbreuk.
Een onwettig gunningscriterium leidt per definitie tot de onmogelijkheid om nog op basis van dit bestek de opdracht te gunnen.
Bron: Publius
» Bekijk alle artikels: Overheid & Aanbesteding