Wenst u meerdere opleidingen
te volgen bij LegalLearning?

Overweeg dan zeker ons jaarabonnement 

 

Krijg toegang tot +150 opleidingen

Live & on demand webinars

Voor uzelf en/of uw medewerkers


Schadevergoeding bij de onregelmatige gunning van overheidsopdrachten

Dhr. Constant De Koninck (Rekenhof)

Webinar op donderdag 5 juni 2025


SUMMER DEAL 2025
10 webinars on demand naar keuze

Behaal al uw punten voor slechts € 595

OVB – IBJ – ITAA – FSMA – BIV – NKN – Sam-Tes


Aannemingscontracten:
10 onderdelen onder de loep

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven

( Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op dinsdag 3 juni 2025

Overheidsopdrachten. Ingaan van de vervaltermijn: dag waarop de voorlopige keuring is verkregen of dag waarop het PV van voorlopige keuring wordt opgemaakt? Cassatie arrest van 8 november 2024 (LegalNews)

Auteur: Marc vandecasteele (LegalNews)

Waarover ging het?

Het geschil betrof de afrekening van de uitvoering van een op 1 april 2010 gegunde overheidsopdracht “Sportpark Wingene lot 1” en betrof de aanleg van een voetbalplein (inclusief grondwerken, (oppervlakte)drainage, bemesting, bezaaiing en onderhoud). Tussen partijen bestond inzonderheid betwisting over de door het Gemeentebedrijf bij de afrekening in mindering gebrachte vertragingsboete en algemene en bijzondere boetes.

Op 6 oktober 2016 dagvaardde de aannemer het Gemeentebedrijf voor de Rechtbank van Eerste Aanleg West-Vlaanderen, afdeling Brugge. Bij vonnis van 16 oktober 2017 werd de vordering van de aannemer ontvankelijk, maar ongegrond verklaard, met verwijzing van de aannemer in de kosten.  Bij verzoekschrift van 15 maart 2018 heeft de aannemer hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis, maar het bestreden vonnis werd bevestigd.

In de betrokken zaak stelde het bestreden arrest vast dat het Gemeentebedrijf had verzocht om de voorlopige keuring van stuk B op 31 augustus 1981 en van stuk C op 19 april 1982, en dat in het schrijven waarbij de processen-verbaal van de voorlopige keuringen gevoegd waren, stond dat het Gemeentebedrijf die keuringen had verkregen op de bovengenoemde data. Het arrest verklaarde echter vervolgens de oorspronkelijke hoofdvordering ontvankelijk, op de enkele grond dat de in artikel 18, § 2, van de algemene aannemingsvoorwaarden vastgestelde vervaltermijn «begint te lopen vanaf de vaststelling van het materiële feit van de keuring en niet vanaf de datum die aan die keuring terugwerkende kracht geeft dat derhalve de datum van de voorlopige keuring moet worden vastgesteld op 24 augustus 1982.

Dat dit beginsel in acht genomen moet worden, te meer daar te dezen het procesverbaal eenzijdig is opgemaakt.”

Volgens de aannemer in cassatie zou die vervaltermijn evenwel ingaan de dag waarop de voorlopige keuring is verkregen en niet de dag waarop het proces-verbaal van voorlopige keuring wordt opgemaakt en ter kennis van de partijen gebracht.

De visie van het Hof van Cassatie

Krachtens artikel 18, § 2, eerste lid, van de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en voor de concessies voor openbare werken, gevoegd bij het KB van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, dat op het geschil van toepassing is, moet iedere dagvaarding voor de rechter op verzoek van de aannemer en met betrekking tot een opdracht, op straffe van verval, aan de aanbestedende overheid worden betekend uiterlijk twee jaar volgend op de datum van betekening van het proces-verbaal van de definitieve oplevering. Het tweede lid bepaalt dat indien geen proces-verbaal is opgelegd, die termijn ingaat op datum van de definitieve oplevering.

Wanneer geen proces-verbaal is opgelegd, gaat de vervaltermijn in op de datum van de definitieve oplevering, ook al werd een proces-verbaal opgemaakt en betekend.
Het middel dat uitgaat van een andere rechtsopvatting, faalt naar recht.

Lees hier het arrest

» Bekijk alle artikels: Overheid & Aanbesteding

Boeken in de kijker: